ECLI:NL:RBDHA:2025:11239

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 mei 2025
Publicatiedatum
26 juni 2025
Zaaknummer
C/09/684480 / FA RK 25-3253
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale kinderontvoering en benoeming bijzondere curator in het kader van een verzoek tot terugkeer van een minderjarige

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 mei 2025 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek tot terugkeer van een minderjarige, ingediend door de vader. De vader, wonende in Polen, heeft verzocht om de onmiddellijke terugkeer van zijn minderjarige kind, dat door de moeder naar Nederland is gebracht. De ouders zijn van Poolse nationaliteit en hebben gezamenlijk gezag over het kind. De moeder heeft het kind op 21 september 2024 naar Nederland gebracht, terwijl de vader zich op 22 november 2024 tot de Nederlandse Centrale Autoriteit heeft gewend. Tijdens de regiezitting op 12 mei 2025 was de vader niet aanwezig, maar zijn advocaat en de moeder waren wel aanwezig, evenals een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming. De rechtbank heeft besloten dat, gezien de belangen van het kind, een bijzondere curator benoemd moet worden. Deze curator moet de mening van het kind over zijn verblijf in Polen en Nederland in kaart brengen. De rechtbank heeft de zaak verwezen naar de meervoudige kamer voor verdere behandeling. De bijzondere curator, mw. drs. J.L. van Wesemael-Smit, is benoemd en moet haar bevindingen uiterlijk twee dagen voor de volgende zitting aan de rechtbank en de ouders rapporteren.

Uitspraak

Rechtbank Den HAAG
Enkelvoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 25-3253
Zaaknummer: C/09/684480
Datum beschikking: 13 mei 2025

Internationale kinderontvoering/benoeming bijzondere curator

Beschikking in het kader van het op 30 april 2025 ingekomen verzoek van:

[de vader] ,

de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres in Polen,
advocaat: mr. A.H. van Haga in Den Haag .
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift;
  • het bericht van 7 mei 2025 namens de vader;
  • de twee e-mails van 8 mei 2025 namens de vader.
Op 12 mei 2025 is de zaak op de zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de advocaat van de vader, de moeder en [naam 1] namens de Raad voor de Kinderbescherming. De vader is niet verschenen. Het betrof hier een regiezitting met het oog op crossborder mediation in internationale kinderontvoeringszaken met als behandelend rechter, tevens kinderrechter, mr. A.C. Olland. De behandeling ter zitting is aangehouden.
De advocaat van de vader heeft op de zitting verklaard dat hij bekend is met de mogelijkheid om een crossborder mediation traject te volgen, gefaciliteerd door het Mediation Bureau van het Centrum Internationale Kinderontvoering. De vader wenst daar om hem moverende redenen geen gebruik van te maken.

Feiten

  • De vader en de moeder zijn gehuwd geweest van 7 april 2018 tot 5 december 2023.
  • Zij zijn de ouders van het volgende nu nog minderjarige kind:
  • [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2018 in [geboorteplaats] , Polen.
  • De ouders oefenen het gezamenlijk gezag over [minderjarige] uit.
  • Op 21 september 2024 is de moeder met [minderjarige] vanuit Polen naar Nederland gereisd.
  • De vader, de moeder en [minderjarige] hebben de Poolse nationaliteit.
  • De vader heeft zich op 22 november 2024 via de Poolse Centrale Autoriteit gewend tot de Nederlandse Centrale Autoriteit (CA). De zaak is bij de CA geregistreerd onder IKO nr. 240128.

Verzoek en verweer

De vader verzoekt:
  • de onmiddellijke terugkeer van [minderjarige] te bevelen, uiterlijk op 15 mei 2025, althans de terugkeer van [minderjarige] vóór een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum te bevelen, waarbij de moeder [minderjarige] dient terug te brengen naar Polen, meer in het bijzonder het adres [adres 1] , [postcode 1] [plaats 1] , althans het adres [adres 2] , dan wel – indien de moeder nalaat [minderjarige] terug te brengen – te bepalen dat op 15 mei 2025 de moeder [minderjarige] met de benodigde geldige reisdocumenten aan de vader zal afgeven, zodat hij [minderjarige] zelf mee terug kan nemen naar Polen, met veroordeling van de moeder in de kosten die de vader heeft moeten maken in verband met de ontvoering en teruggeleiding;
  • de moeder te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met reis- en verblijfskosten en eventuele kosten voor het aanvragen van een (voorlopig) reisdocument;
  • de voorlopige voogdij uit te spreken over [minderjarige] en een gecertificeerde instelling als bedoeld in artikel 1.1 Jeugdwet te belasten met de uitvoering van de voorlopige voogdij over [minderjarige] ,
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De moeder heeft nog geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de vader.

Beoordeling

Op grond van artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de rechtbank een bijzondere curator benoemen. De rechtbank vindt het, gelet op de aard van de zaak en van de daarin spelende belangenstrijd, in het belang van [minderjarige] noodzakelijk een bijzondere curator te benoemen.
De rechtbank verzoekt de bijzondere curator de volgende vragen te beantwoorden:
Wat geeft [minderjarige] zelf aan over een eventueel verblijf in Polen en een eventueel verblijf in Nederland?
In hoeverre lijkt [minderjarige] zich vrij te kunnen uiten?
In hoeverre lijkt [minderjarige] de gevolgen van het verblijf in Polen of het verblijf in Nederland te overzien?
Wil [minderjarige] met de rechter(s) spreken en zo ja, wenst hij dat de bijzondere curator daarbij aanwezig zal zijn?
De rechtbank verzoekt de bijzondere curator hierbij met [minderjarige] te bespreken dat het gesprek mogelijk met drie rechters gevoerd gaat worden (waarbij er mogelijk twee rechters via een beeldscherm deelnemen).
5. Ziet de bijzondere curator aanleiding om het kindgesprek online te houden?
6. Is het nodig dat er een tolk aanwezig is bij het kindgesprek en zo ja, in welke taal (en indien van toepassing welk dialect)?
7. Zijn er nog bijzonderheden naar voren gekomen die van belang zijn voor de te nemen beslissingen?
Van de bijzondere curator wordt verwacht dat deze door gesprekken te voeren met [minderjarige] probeert zicht te krijgen op de mening van [minderjarige] ten aanzien van het verblijf in Polen en het verblijf in Nederland en vervolgens die mening van [minderjarige] naar voren te brengen in deze procedure. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling van de rechtbank dat de bijzondere curator hierbij de ouders zal betrekken. Het gaat alleen om gesprekken met [minderjarige] .
Van de ouders wordt verwacht dat zij volledige medewerking verlenen aan het inplannen en uitvoeren van de gesprekken van [minderjarige] met de bijzondere curator.
Van haar bevindingen dient de bijzondere curator uiterlijk twee dagen voor de nader te bepalen behandeling op de zitting een schriftelijk verslag aan de rechtbank en de ouders toe te sturen. De bijzondere curator licht het verslag zo nodig op de zitting toe.
De rechtbank zal de zaak voor de verdere inhoudelijke behandeling verwijzen naar de meervoudige kamer van deze rechtbank.
(alleen opnemen indien kostenveroordeling is verzocht)

Beslissing

De rechtbank:
*
benoemt tot bijzondere curator over de minderjarige [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2018 in [geboorteplaats] , Polen:
mw. drs. J.L. (Lillian) van Wesemael-Smit
kantoor: Seagale
adres: Badhuisweg 40 , 2587 CJ Den Haag
telefoonnummer: [telefoonnummer]
e-mailadres: [e-mailadres] ;
bepaalt dat de griffier een afschrift van de processtukken, waaronder de zittingsaantekeningen van de regiezitting, aan de bijzondere curator zal toesturen;
bepaalt dat de bijzondere curator uiterlijk twee dagen voor de nader te bepalen behandeling ter terechtzitting haar schriftelijk verslag aan de rechtbank en de (advocaten van de) ouders dient te sturen;
*
houdt iedere verdere beslissing aan;
*
verwijst de zaak naar de meervoudige kamer.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.C. Olland, rechter, ook kinderrechter, bijgestaan door mr. P.M.A. van Oosten als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van 13 mei 2025.