ECLI:NL:RBDHA:2025:11290
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H. Hanssen - Telman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met proceskostenveroordeling
Op 26 juni 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker van Marokkaanse nationaliteit die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De minister van Asiel en Migratie had op 3 april 2025 deze aanvraag niet in behandeling genomen, met als reden dat Slovenië verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 19 juni 2025 behandeld, waarbij de verzoeker werd vertegenwoordigd door mr. H.J. Janse, en de minister door zijn gemachtigde. In de uitspraak van dezelfde dag, met zaaknummer NL25.15841, heeft de rechtbank het beroep van de verzoeker behandeld. Aangezien er inmiddels een uitspraak was gedaan op de bodemzaak, was een voorlopige voorziening niet meer nodig.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, maar heeft de minister wel veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker. Deze kosten zijn vastgesteld op € 907,00, die de minister aan de rechtsbijstandverlener moet betalen, omdat aan de verzoeker een toevoeging was verleend. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.