ECLI:NL:RBDHA:2025:11293
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- H. Hanssen - Telman
- Rechtspraak.nl
Toewijzing voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot overdracht aan Frankrijk
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 juni 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, een Ugandese nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, maar deze was door de minister van Asiel en Migratie niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van haar aanvraag. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij vreesde dat zij aan Frankrijk zou worden overgedragen voordat haar beroep was behandeld.
De voorzieningenrechter heeft besloten dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft, omdat beide partijen hiermee akkoord gingen. De minister heeft aangegeven zich niet te verzetten tegen de toewijzing van het verzoek om een voorlopige voorziening. De rechtbank heeft vastgesteld dat het in het belang van verzoekster is dat zij aanwezig kan zijn bij de zitting en dat zij daarbij bijgestaan moet worden door een tolk. Aangezien er problemen waren met de beschikbaarheid van een tolk, heeft de rechtbank besloten om de voorlopige voorziening toe te wijzen. Dit houdt in dat verzoekster niet aan Frankrijk mag worden overgedragen totdat op haar beroep is beslist.
De voorzieningenrechter heeft de minister ook veroordeeld in de proceskosten van verzoekster, die zijn vastgesteld op € 907,00. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.