Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 juni 2025 in de zaken tussen
[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres
het college van burgemeester en wethouders van gemeente Leiden, het college
Samenvatting
Procesverloop
20 juli 2023. Het bezwaar tegen primair besluit 2 is ongegrond verklaard.
30 september 2022 herzien en teruggevorderd tot een bedrag van € 12.088,72.
Beoordeling door de rechtbank
12 oktober 2022 heeft ingeleverd was het college bevoegd om de bijstandsuitkering in te trekken met ingang van 27 september 2022. Omdat het college met het primaire besluit 2 de bijstandsuitkering heeft ingetrokken vanaf 1 oktober 2022 is dit de intrekkingsdatum gebleven. Er zijn geen feiten of omstandigheden aangevoerd die volgens het college tot het oordeel leiden dat niet redelijkerwijs gebruik kan worden gemaakt van de bevoegdheid tot intrekking.
30 september 2022 heeft eiseres de inlichtingenverplichting geschonden door haar inkomsten niet te melden. Doordat zij geen bewijsstukken heeft ingeleverd over haar inkomsten is het recht op bijstand niet vast te stellen. Het totale terugvorderingsbedrag is gewijzigd vastgesteld op € 11.905,67.
7 september 2022 heeft ze de bankafschriften over de periode van 1 juni 2022 tot en met
30 augustus 2022 ingeleverd. Ze had niet al haar inkomsten doorgegeven omdat ze dacht dat dit aan het einde van het jaar moest. De start van haar werkzaamheden bij de Libelleweek heeft eiseres wel bij het college gemeld. Daarnaast heeft eiseres tijdig de gegevens verschaft waar het college om heeft verzocht. Tijdens het telefoongesprek op 20 september 2022 heeft ze aangegeven dat ze in de veronderstelling verkeerde dat ze alle inkomsten bij de gemeente bekend had gemaakt. Ze heeft alle gegevens waar zij over kon beschikken overgelegd. Ook heeft ze tijdens het gesprek op 7 september 2022 bankafschriften uitgeprint en uitvoerig toelichting gegeven. De storting van € 1.200,- was niet voor eiseres bedoeld maar voor een vriendin. De terugvordering van de bijstandsuitkering is voor eiseres belastend. Ze heeft met haar werkzaamheden slechts € 800,- verdiend, maar nu moet zij bijna € 12.000 terugbetalen.
20 september 2022 telefonisch contact geweest. Het had eiseres daarom duidelijk moeten zijn dat het college nog niet over alle noodzakelijke informatie en gegevens beschikte. Het lag op de weg van eiseres om deze te verschaffen. Niet gesteld noch gebleken is dat eiseres geen verwijt kan worden gemaakt van het niet aanleveren van de stukken.
31 mei 2022 herzien (lees: ingetrokken), de bijstand over de periode van 1 juni 2022 tot en met 31 augustus 2022 herzien en de bijstand over de periode van 1 september 2022 tot en met 30 september 2022 herzien (lees: ingetrokken). Het college heeft de kosten van bijstand over al deze maanden teruggevorderd voor zover eiseres te veel heeft ontvangen.
31 augustus 2022 heeft het college ten grondslag gelegd dat eiseres stortingen op haar bankrekeningen heeft ontvangen die in mindering moeten worden gebracht op de door haar ontvangen bijstand. Nu eiseres de stortingen niet onverwijld uit eigen beweging bij het college heeft gemeld, is sprake van een schending van de inlichtingenverplichting. Het recht op bijstand is vast te stellen aan de hand van de bankafschriften.
Conclusie en gevolgen
31 mei 2022, wordt vernietigd. De rechtbank draagt het college op om met inachtneming van deze uitspraak een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen.
Beslissing
mr.F. Leichel, griffier.