Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 12 mei 2025;
- het rapport van de Raad als bedoeld in artikel 1:265j lid 3 Burgerlijk Wetboek (BW) van 13 juni 2025.
- de pleegouders;
- [naam 1] en [naam 2] namens de gecertificeerde instelling.
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De standpunten
De pleegouders hopen dat de contactmomenten tussen [de minderjarige] en de moeder op een goede manier weer opgebouwd kunnen worden, waarbij het belang van [de minderjarige] voorop staat.
5.De beoordeling
Dit heeft ertoe geleid dat de bezoekmomenten op dit moment zijn stopgezet. De komende periode zal er gekeken worden hoe het contact tussen [de minderjarige] en de moeder weer opgebouwd kan worden, waarbij het belang van [de minderjarige] voorop staat en leidend is in het tempo waarop dit zal gebeuren. Het afgelopen jaar zijn verschillende vormen van hulpverlening ingezet om te onderzoeken of een thuisplaatsing van [de minderjarige] bij de moeder haalbaar is. Dit heeft echter niet tot een structurele verandering geleid, nu het de moeder niet lukt om hieraan mee te werken. Vanwege haar eigen problematiek is de moeder onvoldoende fysiek en emotioneel beschikbaar voor [de minderjarige] . Zij kan hem daardoor niet de voorspelbaarheid bieden waar hij op dit moment behoefte aan heeft. Volgens de gecertificeerde instelling ligt het perspectief van [de minderjarige] niet meer bij de moeder maar bij het pleeggezin en is een thuisplaatsing daarom niet meer haalbaar. [de minderjarige] verblijft sinds augustus 2023 in het huidige pleeggezin, hij doet het daar goed en hij wil daar blijven. Gelet op het voorgaande zal de kinderrechter de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing verlengen voor de duur van een jaar.
6.De beslissing
- degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.