3.3.Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft hierna opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2025066239, van de politie eenheid Den Haag, districtsrecherche Westland-Delft, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 155).
1. Het proces-verbaal van aangifte door [de aangever] , opgemaakt op 1 maart 2025, voor zover inhoudende (p. 51 - 53):
Gisteravond hebben [naam] (de rechtbank begrijpt: [naam] ) en ik de verdachte (de rechtbank begrijpt: de verdachte [de verdachte] ) naar huis gebracht. Ongeveer rond 22:40 uur kwamen wij aan bij de woning aan de [adres] in
’s-Gravenzande.
Toen ik buiten stond, ongeveer een halve meter van de voordeur af, stond ik met mijn rug naar de deur. Ik draaide me om en zag dat hij met een mes in zijn hand op mij af kwam rennen. Ik zag dat hij het mes in zijn rechterhand vast had. Ik reageerde door direct weg te rennen. Door de schrik kwam ik ten val. Ik zag dat hij steekbewegingen maakte in de richting van mijn bovenlichaam. Ik zag dat hij verschillende keren met het mes op me in wilde steken. Zowel recht op mijn lichaam als bewegingen van boven naar beneden. Door de val is het mes niet ver in mijn lichaam gegaan. Toen ik overeind kwam voelde ik pijn in mijn zij en zag ik dat ik bloed op mijn trui had. Ik weet dat het een groot mes was.
2. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam] , opgemaakt op 1 maart 2025, voor zover inhoudende (p. 86):
Ik was samen met [de aangever] in de woning aan de [adres] in ‘s-Gravenzande. In de woning ontstond ruzie tussen [de aangever] en een andere man, [de verdachte] . Ik zag dat [de verdachte] vanuit de woonkamer naar de keuken liep en terugkwam met een mes in zijn hand. Voor zover ik mij kan herinneren was het een groot mes van ongeveer 25 of 30 centimeter lang met een houten handvat. Het mes was zilverkleurig en leek op een vleesmes. Ik zag dat [de verdachte] naar [de aangever] liep in de woonkamer. Ik zag dat [de verdachte] vlak tegenover [de aangever] ging staan. Ik zag dat [de verdachte] voor [de aangever] met het mes stond te zwaaien. Hierna gingen [de verdachte] en [de aangever] naar buiten. Eenmaal buiten zag ik dat [de verdachte] met het mes in zijn hand een stekende beweging richting [de aangever] maakte. Ik zag dat [de verdachte] achter [de aangever] aan rende. [de verdachte] had het mes in zijn hand.
3. Het geschrift, te weten een geneeskundige verklaring betreffende [de aangever] , opgemaakt op 1 maart 2025, voor zover inhoudende (p. 57):
Steekverwonding thorax L, sprake van uitwendig bloedverlies.
4. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 13 juni 2025, voor zover inhoudende:
Op 28 februari 2025 heb ik in ’s-Gravenzande ruzie gehad met [de aangever] . Misschien heb ik wel iets in mijn hand gepakt om hem te laten schrikken. Misschien was het een mes.
5. Het proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [adres] ‘s-Gravenzande), opgemaakt op 3 april 2025, voor zover inhoudende (p. 110):
Wij, verbalisanten, zagen dat in de woonkamer,
- een mes lag;
- dit mes een houten heft had en een zilverkleurig lemmet;
- de lengte van het lemmet circa 215 millimeter betrof en dat er bloedsporen op het lemmet zaten.