ECLI:NL:RBDHA:2025:11412
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- A.G.D. Overmars
- M.J. Tijnagel
- Rechtspraak.nl
Buiten behandeling laten van asielaanvraag en inreisverbod opgelegd aan eiser
Op 27 juni 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. D. de Vries, en de Minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door mr. J.R. Sotthewes – de Jonge. De rechtbank heeft het beroep van eiser tegen het besluit van de minister om zijn asielaanvraag buiten behandeling te stellen, ongegrond verklaard. De minister had op 28 april 2025 besloten om de aanvraag buiten behandeling te laten en een inreisverbod van twee jaar op te leggen aan eiser. Eiser was niet verschenen op de zitting, ondanks dat hij en zijn gemachtigde op de hoogte waren van de zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen gronden heeft aangevoerd tegen het buiten behandeling stellen van zijn asielaanvraag en dat de minister voldoende heeft gemotiveerd dat er een onttrekkingsrisico is. Eiser had de mogelijkheid om zijn omstandigheden naar voren te brengen, maar heeft deze kans niet benut. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep ongegrond is en heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Er is geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. A.G.D. Overmars, in aanwezigheid van griffier mr. M.J. Tijnagel.