ECLI:NL:RBDHA:2025:11575
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening na afstand van standplaats door vergunninghouder
Op 3 juli 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, die bezwaar had gemaakt tegen de verleende standplaatsvergunning aan de vergunninghouder op [straatnaam] in Zoetermeer, vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening. De vergunninghouder had zich op 17 mei 2025 als derde belanghebbende gesteld, maar op 18 juni 2025 meldde hij dat hij afzag van deelname aan de procedure en afstand deed van zijn standplaats. Hierdoor concludeerde de voorzieningenrechter dat er geen spoedeisend belang meer was bij het verzoek om voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter wees het verzoek af, omdat de overlast voor verzoeker feitelijk was beëindigd en er geen aanleiding was voor vergoeding van griffierecht. De uitspraak werd gedaan door mr. C.W. Griffioen, in aanwezigheid van griffier mr. A. Badermann, en is openbaar uitgesproken op 3 juli 2025.