In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 juli 2025 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, een Venezolaanse vrouw die zichzelf identificeert als transgender, had op 3 februari 2023 een asielaanvraag ingediend. De aanvraag werd door de minister van Asiel en Migratie afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat de problemen die eiseres als gevolg van haar genderidentiteit ervaart, niet geloofwaardig werden geacht. De rechtbank oordeelde dat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat zij bij terugkeer naar Venezuela een reëel risico loopt op een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM. Eiseres had geen documenten overgelegd ter onderbouwing van haar asielrelaas en haar verklaringen werden als tegenstrijdig en niet samenhangend beoordeeld. De rechtbank concludeerde dat de asielaanvraag niet zo spoedig mogelijk was ingediend, wat ook afbreuk deed aan de geloofwaardigheid van haar verhaal. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees erop dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.