ECLI:NL:RBDHA:2025:11684
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep asielaanvraag door besluitmoratorium Syrië
In deze zaak heeft eiser, afkomstig uit Syrië, op 28 februari 2025 beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag, die hij op 5 oktober 2023 had ingediend. De minister van Asiel en Migratie heeft op 24 april 2025 een verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft geoordeeld dat het niet nodig was om partijen uit te nodigen voor een zitting. Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moet een betrokkene het bestuursorgaan schriftelijk in gebreke stellen voordat hij beroep kan instellen. Eiser heeft de minister op 10 februari 2025 in gebreke gesteld, maar de rechtbank heeft vastgesteld dat er een besluit- en vertrekmoratorium voor Syrië van kracht was, waardoor de beslistermijn voor asielaanvragen was verlengd. Dit betekende dat de termijn om te beslissen op de aanvraag nog niet was verstreken op het moment van de ingebrekestelling. Hierdoor was de ingebrekestelling prematuur en voldeed eiser niet aan de voorwaarden voor het indienen van beroep. De rechtbank heeft het beroep daarom kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter mr. R.J.A. Schaaf en is op 30 mei 2025 openbaar gemaakt.