Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , V-nummer: [nummer ] , eiser, (gemachtigde: mr. D. Matadien),
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 juni 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de ophouding van een eiser door de minister van Asiel en Migratie. De eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. D. Matadien, was op 24 april 2025 opgehouden op grond van artikel 50, derde lid, van de Vreemdelingenwet 2000. De eiser heeft beroep ingesteld tegen deze ophouding en verzocht om schadevergoeding. Tijdens de zitting op 18 juni 2025, waar beide partijen vertegenwoordigd waren, is het onderzoek geschorst om verweerder de gelegenheid te geven nadere stukken over te leggen. Na het indienen van deze stukken door verweerder en een reactie van eiser, hebben beide partijen toestemming gegeven voor uitspraak zonder nadere zitting. De rechtbank heeft het onderzoek op 20 juni 2025 gesloten.
De rechtbank overweegt dat eiser ten onrechte aanvoert dat hij op onjuiste gronden is opgehouden. De rechtbank stelt vast dat de identiteit van eiser op het moment van ophouding kon worden vastgesteld, aangezien hij beschikte over een geldig Albanees paspoort. De rechtbank concludeert dat de ophouding op grond van artikel 50, derde lid, van de Vw terecht is geweest. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding is afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 24 juni 2025 en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.