ECLI:NL:RBDHA:2025:11747
Rechtbank Den Haag
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor minderjarige verdachte in poging tot ontploffing door gebrek aan bewijs van medeplegen
Op 4 juli 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 2007, die werd beschuldigd van het medeplegen van een poging tot het teweegbrengen van een ontploffing. De zaak werd behandeld op de besloten zittingen van 16 en 20 juni 2025. De officier van justitie, mr. E.J. Huisman, eiste een jeugddetentie van 150 dagen, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. S. Wortel, pleitte voor een geheel voorwaardelijke straf. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet betrokken was bij de feitelijke uitvoering van het delict, aangezien hij op het moment van de poging op Curaçao was. De rechtbank oordeelde dat de rol van de verdachte als tussenpersoon niet voldoende was om te spreken van medeplegen, en sprak hem vrij van de tenlastelegging. De vorderingen van de benadeelde partijen werden niet-ontvankelijk verklaard, aangezien de verdachte werd vrijgesproken van het feit waarop de vorderingen betrekking hadden. De rechtbank heeft de kosten van de verdediging van de verdachte tot op heden begroot op nihil.