ECLI:NL:RBDHA:2025:11883

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 juni 2025
Publicatiedatum
7 juli 2025
Zaaknummer
11522696 MB VERZ 25-858
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens overschrijding maximumconstructiesnelheid bromfiets

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 17 juni 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete van € 84,00, opgelegd aan betrokkene voor het rijden met een bromfiets die de maximumconstructiesnelheid overschrijdt. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 17 juni 2025 is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen, terwijl betrokkene en zijn gemachtigde niet aanwezig waren.

De gemachtigde heeft aangevoerd dat de meting niet deugdelijk is verricht, omdat er geen bewijs is dat de motor voldoende gekoeld was en dat de bromfiets niet belast is tijdens de meting. De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft echter betoogd dat de meting correct is uitgevoerd volgens de geldende vereisten en heeft verwezen naar een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam ter ondersteuning van zijn standpunt.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedraging voldoende is vastgesteld en dat er geen reden is om te twijfelen aan de verklaringen van de verbalisanten of de juistheid van de meting. De kantonrechter heeft ook geen bijzondere omstandigheden gevonden die tot matiging van de boete zouden leiden. Het verzoek om proceskostenvergoeding is afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Verbeek, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Zittingsplaats ’s-Gravenhage
CJIB-nummer: [CJIB-nummer]
Registratienummer team straf: 11522696 MB VERZ 25-858
Uitspraakdatum : 17 juni 2025
Beslissing van de kantonrechter, tevens houdende het opgemaakte proces-verbaal van de zitting
in de zaak van

[betrokkene]

wonende dan wel gevestigd te: [postcode] [woonplaats]
[adres] , nader ook te noemen: betrokkene.
Gemachtigde: mr. N.G.A. Voorbach (Verkeersboete.nl)

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een verkeersboete opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond of niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 17 juni 2025. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene en gemachtigde zijn niet ter zitting verschenen.

Overwegingen

Verkeersboete
Het gaat om een bedrag van € 84,00 (inclusief administratiekosten) wegens als bestuurder van een bromfiets rijden terwijl de bromfiets de maximumconstructiesnelheid overschrijdt tot en met 10 km per uur op 9 februari 2024.
Beroepsgronden en standpunten
De beroepsgronden houden in de kern het volgende in. De meting zou niet deugdelijk zijn verricht volgens gemachtigde omdat niet blijkt uit het zaakoverzicht dat de motor voldoende gekoeld is, dat door de verbalisant de bromfiets heeft belast met lichaamsgewicht of tegendruk tijdens de meting en niet beschreven is welke invloed de bandenspanning heeft gehad op de meting. Derhalve kan de gedraging niet worden vastgesteld. Tot slot wordt een proceskostenvergoeding verzocht.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft ter zitting voorgesteld het beroep ongegrond te verklaren. De vertegenwoordiger heeft daarover in het bijzonder aangevoerd dat de meting met de rollerbank is uitgevoerd volgens de vereisten die daaraan worden gesteld. Hetgeen gemachtigde aanvoert geeft geen reden om van het standpunt af te wijken. Ter zitting overlegt de vertegenwoordiger een uitspraak van de rechtbank Rotterdam d.d.
30 april 2024 (met zaaknummer 10881623 / MB VERZ 24-363) waar zij naar verwijst.
Oordeel
Het beroep is ongegrond.
Daartoe overweegt de kantonrechter het volgende.
Uit het zaakoverzicht blijkt dat de gedraging is verricht.
De kantonrechter ziet in wat gemachtigde heeft aangevoerd of in het dossier, geen aanleiding te twijfelen aan de verklaring van de verbalisanten of aan de juistheid van de verrichte meting. Daarbij stelt de kantonrechter vast dat het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden ook al heeft gevonden dat deze metingen op deze wijze mogen worden uitgevoerd (zie uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden d.d. 10 december 2024 met kenmerk: ECLI:NL:GHARL:2024:7603). De gedraging staat naar het oordeel van de kantonrechter dan ook voldoende vast en rechtvaardigt de opgelegde boete.
De kantonrechter ziet ook geen bijzondere omstandigheden die tot matiging van de boete dienen te leiden.
Proceskosten
Het verzoek om proceskostenvergoeding wordt afgewezen.

Beslissing

De kantonrechter:
- verklaart het beroep ongegrond.
- wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Verbeek, kantonrechter, bijgestaan door D.C. Carsten, griffier en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Den Haag, Team Straf en dient door degene die het beroep heeft ingesteld of door zijn gemachtigde te zijn ondertekend.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.