Uitspraak
voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 17 april 2025, wordt het beroep van eiseres, een Poolse nationaliteit, beoordeeld. Eiseres heeft geen rechtmatig verblijf in Nederland op grond van het Unierecht, zoals vastgesteld door de minister van Asiel en Migratie. Bij een besluit van 17 juni 2024 is eiseres opgedragen Nederland binnen een maand te verlaten, wat door de rechtbank als rechtmatig wordt beschouwd. Eiseres heeft een zwervend bestaan in Nederland en is in aanraking gekomen met de politie. De rechtbank oordeelt dat de minister voldoende informatie heeft verstrekt over hoe eiseres haar verblijf kan beëindigen. Eiseres is het niet eens met de vertrektermijn van een maand en stelt dat er geen belangenafweging is gemaakt. De rechtbank concludeert echter dat de vertrektermijn niet korter mag zijn dan één maand en dat er geen verplichting is om een belangenafweging te maken bij het vaststellen van deze termijn. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, evenals het verzoek om een voorlopige voorziening, dat niet-ontvankelijk wordt verklaard. Eiseres krijgt geen proceskostenvergoeding.