Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser,
de Minister van Asiel en Migratie,
Samenvatting
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
Oordeel van de rechtbank
- waarvan de uitkomst in rechte vaststaat - geen gronden zijn aangevoerd tegen het niet geloofwaardig achten van het door eiser gestelde dat zijn dochter bij terugkeer zal worden besneden. Hoewel besnijdenis nog steeds regelmatig voorkomt in Nigeria - hetgeen door de gemachtigde van de minister ter zitting ook is erkend en dit ook blijkt uit recente bronnen waar eiser in de zienswijze naar heeft verwezen - is dat op zichzelf niet voldoende voor de conclusie dat de (jongste) dochter van eiser bij terugkeer naar Nigeria een reëel risico op besnijdenis loopt. De rechtbank volgt de minister dat uit het algemeen ambtsbericht Nigeria van januari 2023 blijkt dat niet iedere vrouw die terugkeert naar Nigeria zal worden onderworpen aan vrouwenbesnijdenis. De minister acht hierbij van belang dat in Nigeria in 2015 een wet is aangenomen die een landelijk verbod op vrouwenbesnijdenis introduceert. De minister benadrukt niet ten onrechte en onweersproken dat er sprake is van een dalende trend in het aantal gevallen van besnijdenis in Nigeria. Er zijn verschillende andere factoren die het risico van besnijdenis in een individueel geval vergroten of verkleinen, zoals de voorkeur van de ouders en overige familieleden. Uit het ambtsbericht volgt dat volgens verschillende bronnen de vader de belangrijkste persoon is die beslist of het meisje wordt besneden, gevolgd door de grootmoeder en daarna de moeder. Zowel eiser als zijn partner hebben verklaard dat zij niet willen dat hun dochters worden besneden. Uit de verklaringen van de partner van eiser blijkt dat zij ook niet is besneden omdat haar moeder dat niet wilde. Blijkens het ambtsbericht zijn er weliswaar gemeenschappen waar de (sociale) druk hoger kan liggen, maar uit deze passage blijkt niet dat ouders in dat geval geen weerstand kunnen of willen bieden. Het is aan eiser om zijn vrees te concretiseren en te individualiseren. De rechtbank volgt de minister dat eiser daarin niet is geslaagd. De rechtbank overweegt in dit verband voorts dat eiser niet aan de hand van concrete informatie heeft onderbouwd dat de stam waartoe hij behoort nog steeds vrouwenbesnijdenis toepast, ondanks het feit dat de ouders en grootmoeder daartegen zijn.
hiv-virus. Dat heeft ook gevolgen voor de jongste dochter. Het risico dat zij ook draagster is van het hiv-virus had onderzocht dienen te worden door de minister. Aan haar had uitstel van vertrek dienen te worden verleend.