Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], verzoeker
de Minister van Asiel en Migratie, verweerder
Procesverloop
Beoordeling door de voorzieningenrechter
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 10 juli 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. P.H. Hillen, had een beroep ingesteld tegen het besluit van de Minister van Asiel en Migratie, dat de asielaanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Oostenrijk verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. De voorzieningenrechter heeft de zaak zonder zitting beoordeeld.
In de beoordeling verwijst de voorzieningenrechter naar een eerdere uitspraak van dezelfde rechtbank, zaaknummer NL25.16152, waarin is vastgesteld dat er geen procesbelang is. Dit betekent dat het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk wordt verklaard. De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, met mr. S.D.C.J. Verheezen als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open, zoals bepaald in artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).