ECLI:NL:RBDHA:2025:12318

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 juni 2025
Publicatiedatum
10 juli 2025
Zaaknummer
C/09/683713 / FA RK 25-2864
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorg- en omgangsregeling tussen ouders na beëindiging van de relatie

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 juni 2025 een beschikking gegeven met betrekking tot de zorg- en omgangsregeling voor twee minderjarige kinderen, geboren uit de relatie tussen de moeder en de vader. De ouders hebben een affectieve relatie gehad en zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag over de oudste minderjarige, terwijl de vader de jongste minderjarige heeft erkend. Na de beëindiging van hun relatie in juni 2024 hebben de ouders een 50/50-regeling afgesproken, maar deze is later gewijzigd naar een regeling waarbij de kinderen om de twee weken bij de vader verblijven. Vanwege zorgen over de oudste minderjarige is er ondersteuning van het wijkteam ingeschakeld. Tijdens de zitting op 28 mei 2025 hebben de ouders een nieuwe zorg- en omgangsregeling overeengekomen, die de rechtbank in het belang van de kinderen heeft vastgesteld. De beschikking bevat details over de verblijfsregeling van de kinderen, inclusief de vakanties en het videocontact met de vader. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte afgewezen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 25-2864 (bodemzaak) en FA RK 25-2925 (223 Rv)
Zaaknummer: C/09/683713 (bodemzaak) en C/09/683849 (223 Rv)
Datum beschikking: 25 juni 2025
Verdeling van de zorg- en opvoedingstaken/omgang en voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv

[de moeder] ,

de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. P.F.D.P. de Milliano in Katwijk .
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de vader] ,

de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. S. Kievit in Breda.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift in de bodemzaak;
  • het verzoekschrift voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv;
  • de e-mail van 24 april 2025 namens de vader;
  • het bericht van 28 april 2025 namens de moeder;
  • het bericht van 30 april 2025, met bijlagen, namens de moeder;
  • de twee e-mails van 27 mei 2025 namens de vader;
  • het bericht van 27 mei 2025 namens de moeder;
  • het bericht van 27 mei 2025 namens de vader;
  • het verweerschrift, met zelfstandige verzoeken.
Op 28 mei 2025 is de zaak op de zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de moeder met haar advocaat, de vader met mr. J.A.M. Schoenmakers (via een videoverbinding) als waarnemend advocaat en [naam] namens de Raad voor de Kinderbescherming.

Feiten

  • De moeder en de vader hebben een affectieve relatie gehad.
  • Zij zijn de ouders van de volgende nu nog minderjarige kinderen:
  • [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2018 in [geboorteplaats 1] ;
  • [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2023 in [geboorteplaats 2] .
  • De ouders zijn gezamenlijk met het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] belast volgens een aantekening in het gezagsregister van 21 december 2018.
  • De vader heeft [minderjarige 2] erkend.
  • De moeder is van rechtswege met het eenhoofdig gezag over [minderjarige 2] belast.
  • De kinderen verblijven bij de moeder.

Verzoek en verweer

De moeder verzoekt zowel in de bodemprocedure als bij wijze van voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv te bepalen dat:
  • de kinderen eens per twee weken van vrijdag 18.00 uur tot zondag 19.00 uur bij de vader zullen verblijven;
  • de overdracht van de kinderen wordt begeleid door een derde persoon,
voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De vader voert verweer
,welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken.
Daarnaast verzoekt de vader zelfstandig te bepalen dat:
  • de kinderen een weekend per veertien dagen van vrijdagmiddag uit school tot maandag naar school en in de andere week van woensdag uit school tot donderdag naar school bij de vader verblijven;
  • de kinderen de helft van alle vakanties bij de vader verblijven, waaronder drie aaneensluitende weken in de zomervakantie;
  • de vader videocontact heeft met de kinderen op zondag van 11.00 uur tot 11.30 uur in het weekend dat de kinderen niet bij hem zijn,
voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

Beoordeling

Voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv
Op de zitting heeft de moeder haar verzoek voor het treffen van een voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv ingetrokken, zodat de rechtbank daar niet meer op hoeft te beslissen.
Zorg- en omgangsregeling
Uit de stukken en dat wat op de zitting is besproken is de rechtbank het volgende gebleken. Na het beëindigen van de relatie in juni 2024 zijn de ouders een 50/50-regeling overeengekomen. Daaraan is uitvoering gegeven tot februari 2025. Daarna is de regeling, met tegenzin van de vader, gewijzigd naar een regeling waarbij de kinderen eens per twee weken van vrijdag uit school tot maandag naar school (voor [minderjarige 1] ) bij de vader zijn. Vanwege meldingen bij Veilig Thuis is het wijkteam [geboorteplaats 2] ingezet, dat beide ouders ondersteunt bij de omgang. De ouders hebben zorgen over [minderjarige 1] en zij staat op dit moment op een wachtlijst voor hulpverlening.
Op de zitting zijn de ouders een nieuwe zorg- en omgangsregeling overeengekomen, zowel ten aanzien van de reguliere regeling, de vakantieregeling en een regeling voor videocontact. De rechtbank zal conform deze overeenstemming van de ouders beslissen, nu zij dat ook in het belang van de kinderen acht.

Beslissing

De rechtbank:
*
stelt vast dat de minderjarigen:
  • [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2018 in [geboorteplaats 1] ;
  • [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2023 in [geboorteplaats 2] ,
bij de vader zullen zijn:
  • in de even weken van vrijdag uit school/de opvang tot maandag naar school/de moeder, waarbij de vader de kinderen haalt en brengt;
  • in de oneven weken van woensdag uit school/de moeder tot donderdag naar school/de opvang, waarbij de moeder [minderjarige 2] op woensdag naar de vader brengt en de vader verder haalt en brengt, en op de zondag is er videocontact tussen de vader en de kinderen op een moment in onderling overleg;
*
stelt de volgende vakantieregeling vast:
  • zomervakantie: de kinderen zijn de eerste twee weken bij de moeder, daarna twee weken bij de vader, de volgende week bij de moeder en de laatste week bij de vader;
  • vakanties van twee weken: de kinderen verblijven de eerste week bij de ouder bij wie ze volgens de reguliere regeling het weekend voorafgaand aan de vakantie zijn, waarbij geldt dat als dat bij de vader is de overdracht op zaterdag de volgende week is, en dat als de kinderen de tweede week bij de vader zijn zij bij hem zijn tot de maandagochtend na het laatste weekend van de vakantie;
  • vakanties van één week: de kinderen verblijven bij de ouder bij wie ze volgens de reguliere regeling het weekend voorafgaand aan de vakantie zijn tot de daaropvolgende woensdag om 12.00 uur, waarna zij naar de andere ouder gaan;
*
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
*
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.S. Perniciaro, kinderrechter, bijgestaan door
mr. P.M.A. van Oosten als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van 25 juni 2025.