Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[verzoekster], verzoekster,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft verzoekster op 16 augustus 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op haar bezwaarschrift van 27 december 2023. Dit bezwaarschrift was gericht tegen de afwijzing van haar aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor verblijf bij een referent. Op 21 augustus 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie, verweerder in deze zaak, het bezwaar gegrond verklaard. Verzoekster heeft vervolgens haar beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. Aangezien verweerder niet tijdig op het bezwaar heeft beslist en het bezwaar hangende een beroep tegen het niet tijdig beslissen gegrond heeft verklaard, is verweerder geheel tegemoetgekomen aan het beroep van verzoekster.
De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenvergoeding als kennelijk gegrond toegewezen. De proceskosten zijn vastgesteld op € 453,50, gebaseerd op de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De rechtbank heeft de wegingsfactor 'licht' toegepast, omdat het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoekster tot het genoemde bedrag.