ECLI:NL:RBDHA:2025:12535

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 mei 2025
Publicatiedatum
14 juli 2025
Zaaknummer
NL24.39453
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak

In deze zaak heeft verzoeker, vertegenwoordigd door mr. F.W. Verweij, een aanvraag ingediend tot intrekking van een terugkeerbesluit en tot opheffing van een inreisverbod. De Minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door mr. G. Cambier, heeft deze aanvraag afgewezen met een besluit van 3 oktober 2024. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De behandeling van het verzoek om voorlopige voorziening vond plaats op 14 april 2025, samen met de behandeling van het beroep in een andere zaak (NL24.39452). De voorzieningenrechter heeft op 23 mei 2025 uitspraak gedaan. In de uitspraak van diezelfde dag in de beroepsprocedure (zaaknummer NL24.39452) heeft de rechtbank geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, waardoor het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door voorzieningenrechter mr. N.M. Spelt, in aanwezigheid van griffier mr. I.S. Bunnik, en is openbaar gemaakt op 23 mei 2025. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.39453
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], V-nummer: [V-nummer] , verzoeker (gemachtigde: mr. F.W. Verweij),
en

de Minister van Asiel en Migratie, de minister (gemachtigde: mr. G. Cambier).

Procesverloop

1. Verzoeker heeft een aanvraag ingediend tot intrekking van een terugkeerbesluit en tot opheffing van een inreisverbod. De minister heeft met het bestreden besluit van 3 oktober 2024 deze aanvraag afgewezen. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening.
2. Het verzoek om een voorlopige voorziening is, samen met de behandeling van het beroep in de zaak NL24.39452, op 14 april 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van de minister.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

3. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.39452, heeft de rechtbank geoordeeld in de beroepsprocedure. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. Spelt, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. I.S. Bunnik, griffier.
zaaknummer: NL24.39453
2
Uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
23 mei 2025

Documentcode: [Documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.