3.3.Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft hierna opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2025041047, van de politie eenheid Den Haag, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 175).
1.
De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 30 juni 2025, voor zover inhoudende:
Ik ben bij [benadeelde] tijdens het schoolkamp rond 06.30 uur, op de ochtend na de bonte avond, in bed gegaan. [benadeelde] sliep in een stapelbed in het bovenste bed en lag op dat moment te slapen. Ik wilde hem een knuffel geven maar dat lukte in eerste instantie niet. [benadeelde] werd op een gegeven moment wakker en vroeg wat ik bij hem kwam doen. Ik ben naar boven geklommen en ben naast hem gaan liggen. Daar was ruimte omdat hij tegen het hekje aan lag. Ik heb hem toen een knuffel gegeven. Mijn hand is daarbij op de buik, bij de navel, van [benadeelde] beland en daar blijven liggen. Dat was onder de slaapzak. [benadeelde] had geen pyjama aan en lag in een slaapzak. De slaapzak kwam ongeveer tot zijn navel. Ik voelde dat hij kippenvel had.
2.
Het proces-verbaal van aangifte door [de moeder] , opgemaakt op 11 februari 2025, voor zover inhoudende (p. 18-24):
V: Namens wie doet u aangifte?
A: Namens mijn zoon. [benadeelde] , hij is 12 jaar oud.
V: Waar doet u aangifte van?
A: Dat zijn meester [verdachte] bij mijn zoon in bed is gekropen terwijl hij lag te slapen tijdens het kamp van groep 8.
V: Tegen wie doet u aangifte?
A: Tegen meester [verdachte] . Werkzaam bij de [schoolnaam] in [plaats] .
V: Wanneer is het gebeurd?
A: Dit is op kamp gebeurd. Maandag 27 januari 2025 zijn ze vertrokken en vrijdag 31 januari 2025 zijn ze terug gekomen.
V: Waar is het gebeurd?
A: In Wilhelminaoord, gemeente Westerveld.
3.
Het proces-verbaal van verhoor [naam 1] , opgemaakt op 13 februari 2025, voor zover inhoudende (p. 85; 87):
V: Wanneer zou dit gebeurd zijn?
A: Het zou gebeurd zijn op schoolkamp op vrijdagochtend 31 januari 2025.
V: Wat is de functie van meester [verdachte] bij de [schoolnaam] ?
A: Hij is leerkracht van groep 8.
4.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 19 februari 2025, voor zover inhoudende (p. 91-98):
Op woensdag 19 februari 2025 hoorde ik, verbalisant [verbalisant] de getuige [benadeelde] , geboren op [geboortedatum 2] 2012.
Toen we kamp van school hadden ging de meester in de ochtend toen ik nog half sliep bij mij in bed liggen en toen ging hij aan mijn buik zitten en ook nog onder mijn buik. Welke meester kwam er bij jou liggen donderdag ochtend? Meester [verdachte] . Ik sliep nog wel maar ik hoorde gekraak. Toen sliep ik nog half. Toen kwam de meester naast mij liggen en wreef over mijn buik, ook daar onder. Ik had geen kleren aan maar wel een onderbroek. De meester lag met zijn hoofd naast mijn hoofd. Hij ging aan mijn buik zitten en ook een beetje daar onder. Hij ging een beetje wrijven met zijn hand. Hij ging met zijn hand tussen mijn piemel en mijn navel. Ik vond het een beetje raar. Hij wreef met 1 hand een beetje langzaam. Hij ging ook onder mijn onderbroek en wreef over mijn buik. Dat voelde ik. Hij wreef net iets boven mijn piemel maar niet aan mijn piemel. Ik heb er met mijn vader en moeder over gepraat.
5.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte, opgemaakt op 21 februari 2025, voor zover inhoudende (p. 106; 107):
Het kamp duurde van 27 januari 2025 tot 31 januari 2025. Op de laatste avond hadden we bonte avond
.(…) Het was op de vrijdagochtend.