ECLI:NL:RBDHA:2025:12590

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 juli 2025
Publicatiedatum
14 juli 2025
Zaaknummer
NL24.10749
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • R. van der Wal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Somaliëse eiseres met problemen door Al-Shabaab en beoordeling van binnenlands beschermingsalternatief in Mogadishu

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Somaliëse eiseres tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie, waarbij haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd is afgewezen. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 17 juni 2025, waarbij de eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde en een tolk. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is, omdat de minister het bestreden besluit voldoende zorgvuldig heeft voorbereid en deugdelijk heeft gemotiveerd. De eiseres, geboren in 1991, heeft op 31 juli 2022 haar asielaanvraag ingediend, die is afgewezen op basis van de beoordeling van haar asielrelaas en de situatie in Somalië. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister de problemen van de eiseres met Al-Shabaab in Eldheere geloofwaardig achtte, maar dat dit niet leidt tot een verblijfsvergunning, omdat de problemen niet gerelateerd zijn aan ras, etniciteit, geloofsovertuiging, sociale status of politieke overtuiging. De rechtbank oordeelt dat de minister voldoende heeft gemotiveerd waarom de eiseres kan terugkeren naar Mogadishu, waar een binnenlands beschermingsalternatief voorhanden is. De rechtbank heeft ook de medische situatie van de eiseres beoordeeld, maar concludeert dat er geen reden is om uitstel van vertrek te verlenen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en houdt de afwijzing van de asielaanvraag in stand.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Rotterdam
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.10749

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiseres] , V-nummer: [V-nummer] , eiseres

(gemachtigde: mr. A.E.M. de Vries),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de minister
(gemachtigde: mr. M. Latul).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen het besluit van 16 februari 2024 (het bestreden besluit) waarbij de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd (de asielaanvraag) is afgewezen en is bepaald dat zij moet terugkeren naar Somalië.
1.1.
De minister heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.2.
De rechtbank heeft het beroep op 17 juni 2025 op zitting behandeld. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen M. Gure. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door de gemachtigde.
2. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep van eiseres ongegrond is, omdat de minister het bestreden besluit voldoende zorgvuldig heeft voorbereid en deugdelijk genoeg heeft gemotiveerd. Dat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en de afwijzing van de asielaanvraag van eiseres dus in stand blijft. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat deze zaak over?
3. Eiseres heeft de Somalische nationaliteit en is geboren op [geboortedatum] 1991.
3.1.
Op 31 juli 2022 heeft eiseres haar asielaanvraag ingediend. De minister heeft deze aanvraag met het bestreden besluit afgewezen. Ook heeft eiseres geen verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14, eerste lid, aanhef en onder e, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) of uitstel van vertrek als bedoeld in artikel 64 van de Vw gekregen. Het bestreden besluit geldt ook als een terugkeerbesluit.
Wat vindt eiseres in beroep?
4. Eiseres is het niet eens met de afwijzing van haar asielaanvraag en vindt dat de minister het bestreden besluit niet zorgvuldig heeft voorbereid en niet deugdelijk heeft gemotiveerd.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
5. De rechtbank geeft hierna allereerst een beschrijving van het asielrelaas van eiseres en het daarop gebaseerde bestreden besluit. Vervolgens bespreekt en beoordeelt de rechtbank de aangevoerde beroepsgronden. Daarna volgen de conclusie en de beslissing.
Het asielrelaas van eiseres en het bestreden besluit
6. Eiseres heeft aan haar asielaanvraag – samengevat weergegeven – het volgende ten grondslag gelegd. Eiseres is afkomstig uit Somalië. Zij woonde in Eldheere, waar Al-Shabaab aan de macht was. Toen haar man door Al-Shabaab werd benaderd met de vraag of hij voor hen (meer) belasting wilde innen en hij dit weigerde, is hij ontvoerd. Nadat hij vrijkwam, is eiseres met haar gezin naar Mogadishu gevlucht. Daar heeft zij gewerkt als schoonmaakster op het ministerie van informatie, cultuur en toerisme. Haar oom had deze baan voor haar geregeld. Na enige tijd benaderde Al-Shabaab eiseres en haar man (opnieuw). Zij zijn toen meerdere malen telefonisch bedreigd. Eiseres werd met de dood bedreigd, omdat zij werkte voor de overheid en haar man was gevlucht. Zij werd gedwongen om te stoppen met werken, maar wilde dat niet. In het laatste telefoontje kreeg zij een laatste waarschuwing. In dat gesprek werd de kleding die zij aanhad omschreven, waaruit bleek dat zij in de gaten werd gehouden. Ook is er geld overgemaakt voor haar begrafenis. Hierna besloot eiseres om te vluchten en is zij naar haar oom gegaan. Hij heeft haar geholpen. Eiseres had eerst 10 dagen bij haar oom onderdak en vervolgens nog 10 dagen onderdak bij een vriend van haar oom. Hierna heeft zij Somalië verlaten.
7. Het asielrelaas bevat volgens de minister de volgende relevante elementen:
1. identiteit, nationaliteit en herkomst;
2. problemen met Al-Shabaab in Eldheere;
3. werkzaamheden voor de Somalische overheid;
4. problemen met Al-Shabaab in Mogadishu.
7.1.
De minister heeft het eerste en tweede element geloofwaardig geacht.
7.2.
Daarentegen heeft de minister het derde element niet geloofwaardig geacht. De minister vindt dat eiseres er niet in is geslaagd om met verklaringen aannemelijk te maken dat zij voor het ministerie werkte. Hoewel zij aan haar inspanningsverplichting heeft voldaan door haar rijkspas te overleggen, kan deze pas volgens de minister niet als bewijsstuk worden ingezet, omdat de echtheid daarvan niet is vast te stellen. Uit de door eiseres overgelegde foto’s valt niet op te maken dat zij zich op een plaats bevindt waar enkel bevoegden mogen toetreden en nergens valt aan af te zien dat zij aan het werk is. Verder vindt de minister de verklaringen van eiseres over haar werkperiode wisselend en haar verklaringen over waarom zij niets weet van hoe zij aan haar baan is gekomen, niet aannemelijk.
7.3.
Daarnaast heeft de minister het vierde element niet geloofwaardig geacht. De minister vindt de verklaringen van eiseres wisselend voor wat betreft de datum waarop zij in Mogadishu voor het eerst is benaderd door Al-Shabaab en wisselend en tegenstrijdig voor wat betreft de gebeurtenissen na het laatste telefoontje van Al-Shabaab. Eiseres heeft pas in haar zienswijze gesteld dat zij extra maatregelen heeft getroffen (om onherkenbaar te blijven), zoals het meenemen van extra kleding en het met een omweg naar huis gaan. Verder houdt volgens de minister de verklaring van eiseres dat Al-Shabaab haar niet wist te vinden, omdat zij ondergedoken zat, geen stand, aangezien zij heeft verklaard dat zij tijdens het laatste telefoontje werd bekeken door Al-Shabaab. Bovendien is eiseres nog 20 dagen in Mogadishu verbleven (van 20 mei tot en met 10 juni), terwijl zij op 25 april al een laatste waarschuwing heeft gehad.
7.4.
De minister concludeert dat de verklaringen van eiseres over de problemen met Al-Shabaab in Eldheere geloofwaardig zijn geacht, maar dat dit niet maakt dat aan eiseres een verblijfsvergunning op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw moet worden verleend. De problemen hebben namelijk niets te maken met ras, etniciteit, geloofsovertuiging, sociale status of politieke overtuiging. Ook maakt dit niet dat aan haar een verblijfsvergunning op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw moet worden verleend, omdat de in Eldheere ondervonden problemen met Al-Shabaab niet leiden tot het een vergunning op grond van ernstige schade. Hoewel vaststaat dat eiseres niet terug kan keren naar Eldheere, kan zij volgens de minister wel terugkeren naar Mogadishu, omdat zij daar een beschermingsalternatief heeft. Met de door haar overlegde video heeft zij niet aannemelijk gemaakt dat zij bij terugkeer naar Mogadishu persoonlijk te lijden zal hebben van Al-Shabaab. De minister verleent geen verblijfsvergunning regulier, omdat eiseres in haar zienswijze niets heeft genoemd over artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, mensenhandel en humanitair tijdelijk. Ook verleent de minister geen uitstel van vertrek om medische redenen, omdat eiseres enkel een foto van een medicijndoosje heeft overgelegd en geen documenten die zien op haar behandeling. Tot slot heeft de minister bepaald dat het bestreden besluit ook geldt als een terugkeerbesluit. Dat betekent dat eiseres niet langer rechtmatig in Nederland verblijft en dient terug te keren naar Somalië. Zij moet Nederland binnen 4 weken verlaten.
De doorwerking van het geloofwaardig geachte tweede element
8. Ten eerste vindt eiseres dat de minister het geloofwaardig geachte tweede element – de problemen met Al-Shabaab in Eldheere – ten onrechte niet laat doorwerken in de eindconclusie. De gemachtigde van eiseres heeft ter zitting toegelicht dat de minister had moeten uitleggen waarom dit element niet in het voordeel van eiseres uitpakt.
8.1.
De rechtbank is van oordeel dat de minister voldoende heeft gemotiveerd waarom de problemen met Al-Shabaab in Eldheere geloofwaardig worden geacht en waarom dit niets afdoet aan de afwijzing van de asielaanvraag. In het bestreden besluit is verwezen naar pagina 8 van het voornemen, waarin door de minister (onder meer) is toegelicht waarom van eiseres niet wordt verwacht dat zij terugkeert naar Eldheere, maar wel dat zij terugkeert naar Mogadishu. Nu het onzeker is of Eldheere onder invloed staat van Al-Shabaab, heeft de minister aangenomen dat eiseres bij een terugkeer naar Eldheere een risico op ernstige schade loopt. Dat is anders voor Mogadishu (zie overweging 10.2).
8.2.
Deze beroepsgrond slaagt niet.
De geloofwaardigheid van het derde element
9. Ten tweede vindt eiseres dat de minister de werkzaamheden van eiseres voor de Somalische overheid ten onrechte niet geloofwaardig acht, ondanks dat eiseres aan haar inspanningsverlichting heeft voldaan door haar rijkspas te overleggen en zij foto’s heeft overgelegd om haar verklaringen dat zij werkzaam was voor en op het ministerie te onderbouwen.
9.1.
De rechtbank is van oordeel dat de minister voldoende heeft gemotiveerd waarom de werkzaamheden van eiseres voor de Somalische overheid niet geloofwaardig worden geacht. Eiseres heeft bij haar vertrek uit Somalië (enkel) haar rijkspas meegenomen. Die pas heeft zij in Nederland overgelegd. Uit onderzoek is gebleken dat de echtheid van de pas niet valt vast te stellen. De minister heeft daarom mogen concluderen dat eiseres haar rijkspas niet als bewijsstuk kan inzetten en zij haar verklaringen (op een andere manier) aannemelijk moet maken. Hoewel eiseres foto’s heeft overgelegd, heeft de minister mogen concluderen dat niet valt in te zien wat de foto’s toevoegen aan de verklaringen van eiseres. Op deze foto’s zijn het logo van het ministerie van informatie, cultuur en toerisme en meerdere personen – waaronder eiseres, haar broer en een Somalische journaliste, alleen en/of in wisselende samenstellingen – te zien, maar daarmee heeft eiseres niet aannemelijk te maken dat zij voor het ministerie werkte. De rechtbank is van oordeel dat de minister voldoende heeft gemotiveerd waarom de verklaringen van eiseres op meerdere relevante punten vaag, summier en/of wisselend zijn. Eiseres heeft vaag en summier verklaard over hoe zij aan haar baan is gekomen en wisselend verklaard over hoe lang zij op het ministerie heeft gewerkt. De minister heeft terecht van eiseres mogen verwachten dat zij op deze punten eenduidig kon verklaren, aangezien deze punten gaan over de voornaamste reden waarom eiseres door Al-Shabaab zou zijn bedreigd. Anders dan eiseres vindt, is de rechtbank van oordeel dat eiseres voor de ‘gaatjes in haar geheugen’ geen plausibele verklaring heeft gegeven.
9.2.
Deze beroepsgrond slaagt niet.
De geloofwaardigheid van het vierde element en het beschermingsalternatief
10. Ten derde vindt eiseres dat de minister de problemen met Al-Shabaab in Mogadishu ten onrechte niet geloofwaardig heeft geacht. De minister had de toelichting van eiseres in haar zienswijze inhoudelijk moeten betrekken bij de heroverweging en uitgebreider moeten motiveren. Bovendien miskent de minister het feit dat haar geen beschermingsalternatief voor handen staat.
10.1.
De rechtbank is van oordeel dat de minister voldoende heeft gemotiveerd waarom de problemen van eiseres met Al-Shabaab in Mogadishu niet geloofwaardig worden geacht. De verklaringen van eiseres zijn op meerdere relevante punten wisselend en tegenstrijdig. Zo heeft eiseres wisselend verklaard over wanneer zij in Mogadishu voor het eerst is benaderd door Al-Shabaab. Zij noemt verschillende maanden en jaren waarin de telefonische bedreigingen van Al-Shabaab zouden zijn begonnen. Ook heeft eiseres – zowel tijdens de diverse gehoren als ter zitting – wisselend en tegenstrijdig verklaard over de gebeurtenissen na het laatste telefoontje van Al-Shabaab. Eerst verklaarde eiseres dat zij voor haar vertrek niet op een andere plek heeft verbleven. Vervolgens verklaarde eiseres dat zij op twee verschillende adressen heeft verbleven, namelijk bij haar oom en een vriend van haar oom. Ter zitting verklaarde eiseres dat er nóg een ander adres was waar zij heen is gegaan om onder te duiken. Zoals hiervoor in 9.1 al werd overwogen, is de rechtbank van oordeel dat eiseres voor de ‘gaatjes in haar geheugen’ geen plausibele verklaring heeft gegeven. De minister heeft terecht van eiseres mogen verwachten dat zij op deze punten eenduidig kon verklaren, aangezien die punten gaan over het begin van de problemen van eiseres met Al-Shabaab in Mogadishu en het moment dat de dreiging voor eiseres zo groot werd dat zij vond dat zij niet langer in haar eigen huis kon wonen. Bovendien heeft eiseres niet aannemelijk gemaakt dat sprake was van een concrete dreiging vanuit Al-Shabaab. Haar verklaringen over de geuite bedreigingen jegens haar zijn daarvoor onvoldoende.
10.2.
De rechtbank is verder van oordeel dat de minister voldoende heeft gemotiveerd waarom Mogadishu voor eiseres als beschermingsalternatief geldt en eiseres daar opnieuw kan gaan wonen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) heeft meermaals geoordeeld dat de minister een binnenlands beschermingsalternatief, in de zin van een vlucht- of vestigingsalternatief, mag tegenwerpen als een vreemdeling in een deel van diens land van herkomst geen gegronde vrees heeft voor vervolging en daar ook geen reëel risico op ernstige schade loopt (zie onder meer de uitspraak van 24 september 2024, ECLI:NL:RVS:2024:3805). Ook heeft de Afdeling in voornoemde uitspraak geoordeeld dat Mogadishu een binnenlands beschermingsalternatief is voor een vreemdeling. In recente zaken is een vergelijkbaar oordeel gegeven (zie bijvoorbeeld de uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Arnhem, van 25 juni 2025, ECLI:NL:RBDHA:2025:11149, overweging 13.1 en de uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Roermond, van 20 juni 2025, ECLI:NL:RBLIM:2025:5946, overwegingen 14 e.v.). Eiseres is er niet in geslaagd aannemelijk te maken dat Al-Shabaab in Mogadishu aan de macht is en dat Mogadishu voor haar (dus) geen binnenlands beschermingsalternatief is. De minister heeft in de beoordeling mogen meenemen dat eiseres tijdens haar reis naar Mogadishu niet over land hoeft te reizen door gebieden waar Al-Shabaab aan de macht is, dat zij eerder in Mogadishu heeft verbleven onder omstandigheden die naar plaatselijke maatstaven als normaal zijn aan te merken en dat zij familie heeft die in dat gebied woont. Bovendien heeft eiseres zelf verklaard dat zij, naast de niet geloofwaardig geachte problemen, geen problemen heeft gehad in Mogadishu.
10.3.
Deze beroepsgrond slaagt niet.
Uitstel van vertrek
11. Tot slot vindt eiseres dat de minister ten onrechte voorbij gaat aan de verplichtingen die (ook) op de minister rusten. Eiseres heeft diabetes, waarvoor zij medicatie gebruikt. Die medicatie is op haar naam uitgeschreven en daaruit blijkt dat zij onder behandeling is. Hoewel de medische problematiek van eiseres al vanaf het begin bekend is, heeft de minister nimmer naar informatie over een behandeling gevraagd.
11.1.
De rechtbank is van oordeel dat de minister terecht heeft besloten om aan eiseres geen uitstel van vertrek om medische redenen te verlenen. Hoewel partijen het erover eens zijn dat eiseres medicatie gebruikt voor diabetes en de rechtbank geen reden ziet om daaraan te twijfelen, volgt uit de overgelegde brief van GezondheidsZorg Asielzoekers te Paterswolde van 22 april 2024 dat ‘haar medicatie redelijk goed is ingesteld’. De enkele verklaring van eiseres dat zij in Nederland van de arts te horen heeft gekregen dat zij in Somalië de verkeerde medicatie heeft gekregen, is onvoldoende om te kunnen concluderen dat eiseres in Somalië niet (alsnog) de juiste medicatie voor haar diabetes kan verkrijgen. De minister heeft terecht geconcludeerd dat het aan eiseres is om aan te tonen dat het uitblijven van de noodzakelijke medische behandeling naar alle waarschijnlijkheid zal leiden tot een medische noodsituatie en dat de noodzakelijke medische behandeling in het land van herkomst niet beschikbaar of toegankelijk is. Eiseres is daarin niet geslaagd.
11.2.
Deze beroepsgrond slaagt niet.

Conclusie en gevolgen

12. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de minister het bestreden besluit voldoende zorgvuldig heeft voorbereid en deugdelijk genoeg heeft gemotiveerd.
13. Het beroep is daarom ongegrond. Dat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt. De rechtbank zal het bestreden besluit daarom niet vernietigen en zal de afwijzing van de asielaanvraag van eiseres in stand houden.
14. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R. van der Wal, rechter, in aanwezigheid van A.R.M. Scheeres, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u de behandeling van het hoger beroep niet kunt afwachten omdat de zaak spoed heeft, dan kunt u de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.