Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer op het verzet in de zaak tussen
[opposant]
Inleiding
17 april 2025 [2] (de bestreden uitspraak) buiten zitting kennelijk ongegrond verklaard.
Beoordeling door de rechtbank
Bij aanvullende gronden van verzet van 19 mei 2025 heeft opposant medische stukken overgelegd. Met deze stukken en met de toelichting hierop kon de rechtbank in de uitspraak van 17 april 2025 echter geen rekening houden. De rechtbank constateert verder dat er ten tijde van het bestreden besluit geen aanwijzingen waren dat opposant kampte met enige medische klachten. En ook in beroep zijn geen gronden aangevoerd die verband houden met de medische situatie van opposant. Dat opposant die grond nu alsnog opwerpt, leidt niet tot het oordeel dat de rechtbank het beroep van opposant buiten redelijke twijfel ongegrond heeft verklaard zonder het houden van een zitting.
Uit de beoordeling van de gronden van het verzet volgt dat de rechtbank in de uitspraak van 17 april 2025 terecht heeft geoordeeld dat het beroep kennelijk, dus buiten redelijke twijfel, ongegrond was en de zaak terecht zonder zitting heeft afgedaan. Het verzet is ongegrond.