ECLI:NL:RBDHA:2025:12674

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 mei 2025
Publicatiedatum
15 juli 2025
Zaaknummer
25-003984
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Teruggave van een personenauto na verwijdering kilometerblokker in het kader van een beklag ex artikel 552a Sv

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 27 mei 2025 uitspraak gedaan in een beklagprocedure ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van klaagster B.V. De klaagster verzocht om teruggave van een Audi RS Q8, die in beslag was genomen vanwege de verdenking van fraude met de kilometerteller. De auto was in beslag genomen op 22 november 2024, nadat er een kilometerblokker was aangetroffen. Tijdens de behandeling van het beklag op 13 mei 2025 was de klaagster niet aanwezig, maar haar advocaat, mr. J. van Weers, en de officier van justitie, mr. R. Brugman, waren wel aanwezig.

De klaagster stelde dat zij te goeder trouw was en niet op de hoogte was van de kilometerblokker. De officier van justitie betoogde dat de auto niet teruggegeven kon worden, omdat het bezit van een voertuig met een kilometerblokker in strijd is met het algemeen belang. De rechtbank oordeelde dat, hoewel het bezit van de auto met een kilometerblokker in beginsel onrechtmatig is, er geen bewijs was dat de klaagster op de hoogte was van de kilometerblokker of deze had gemanipuleerd. De rechtbank besloot dat de klaagster de gelegenheid moest krijgen om de auto op eigen kosten te laten herstellen.

De rechtbank verklaarde het beklag voorwaardelijk gegrond, wat betekent dat de teruggave van de auto werd gelast, mits de klaagster de kilometerblokker laat verwijderen en de kilometerstand op de juiste waarde laat terugbrengen. De klaagster moet de auto binnen een maand na herstel aan de politie tonen. De rechtbank benadrukte dat het Openbaar Ministerie en de klaagster in overleg moeten treden over de praktische uitvoering van deze voorwaarden.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Strafrecht
Raadkamernummer: 25-003984
Beslissing van de rechtbank Den Haag, enkelvoudige raadkamer in strafzaken, op het beklag ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:

[klaagster] B.V.,

gevestigd te [adres] , [postcode] [vestigingsplaats] ,
woonplaats kiezend op het kantoor van mr. J. van Weers, advocaat, aan het adres Kloveniersburgwal 95, 1011 KB Amsterdam,
(hierna: de klaagster).

Inleiding

Het beklag strekt tot teruggave van een personenauto, te weten een Audi RS Q8 met kenteken [kenteken] (hierna te noemen: de auto). Tegen de klaagster is de verdenking gerezen dat zij zich schuldig heeft gemaakt aan fraude met de kilometerteller omdat er een kilometerblokker in de door haar verhuurde auto is aangetroffen. Het beslag is op 22 november 2024 onder een derde gelegd op grond van artikel 94 Sv (strafrechtelijk beslag).

De procedure in raadkamer

De rechtbank heeft dit beklag op 13 mei 2025 in openbare raadkamer behandeld en heeft kennis genomen van het proces-verbaal van de politie Eenheid Den Haag, met nummer PL1500-2024378585.
De klaagster is - hoewel daartoe goed opgeroepen - niet verschenen. Aanwezig was haar advocaat, mr. J. van Weers. Ook de officier van justitie, mr. R. Brugman, is gehoord.

Het standpunt van klaagster

De klaagster heeft verzocht om teruggave van de auto omdat zij ter goeder trouw is en niet wist dat er een kilometerblokker in de door haar verhuurde auto zat. De klaagster heeft de auto op 21 september 2024 aangeschaft, dit is een kleine drie maanden voordat de auto in beslag is genomen, en de blokker moet er toen of al in hebben gezeten, of een van de huurders moet die blokkeer erop hebben gezet. Men rijdt immers niet 33000 kilometer in drie maanden. De klaagster heeft er ook geen enkel belang bij om een blokker in de auto te plaatsten nu zij de auto verhuurt en haar inkomsten uit deze verhuur, wellicht niet altijd, samenhangen met het aantal kilometers die huurders met de auto rijden. De klaagster wordt onevenredig benadeeld door het voortduren van het beslag. De klaagster verhuurt auto’s en hoewel de kosten nu doorlopen staan daar geen inkomsten tegenover. Het is mogelijk om een nieuwe kilometerteller in de auto te plaatsen en deze op de juiste stand te brengen. De juiste kilometerstand wordt in een auto zoals deze, overal in de auto bijgehouden en de klaagster is bereid om de auto na vervanging en herstel van de kilometerteller op het politiebureau te laten controleren. De auto is zonder de verboden kilometerblokker geen gevaar voor de verkeersveiligheid. In dat kader verwijst de klaagster naar ECLI:NL:RBOVE:2025:807.

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de auto niet teruggegeven kan worden aan de klaagster. Het ongecontroleerde bezit van een voertuig met kilometerblokker is in strijd met het algemeen belang en de wet, nu de kilometerstand en daarmee de technische staat van het voertuig onduidelijk is. Bovendien is de auto onbetrouwbaar omdat er een kilometerblokker in heeft gezeten. Voordat het Openbaar Ministerie daadwerkelijk overgaat tot het opmaken van een vordering tot onttrekking aan het verkeer, wenst het Openbaar Ministerie de uitspraak van de Hoge Raad af te wachten over soortgelijke klaagschriften met betrekking tot voertuigen met een kilometerblokker. Tot die tijd is het Openbaar Ministerie van mening dat dergelijke voertuigen gelet op het bovenstaande in ieder geval niet terug mogen worden gegeven aan de beslagene dan wel enig andere rechthebbende.

Het oordeel van de rechtbank

Bij de beoordeling van een klaagschrift van de beslagene dat is gericht tegen een beslag dat is gelegd op grond van artikel 94 Sv, moet de rechter (a) beoordelen of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert, en zo nee, (b) de teruggave van het inbeslaggenomen voorwerp gelasten aan de beslagene, tenzij een ander redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van dat voorwerp moet worden beschouwd.
Het belang van strafvordering houdt hierbij verband met het veiligstellen van de belangen waarvoor artikel 94 Sv de inbeslagneming toelaat. Bij die belangen kan het gaan om het aan de dag brengen van de waarheid – ook in een zaak betreffende een ander dan de klaagster – of om het aantonen van wederrechtelijk verkregen voordeel. Het belang van strafvordering vordert ook het voortduren van het beslag als niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de later oordelende strafrechter de verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van het voorwerp zal bevelen.
Het onderzoek in raadkamer naar aanleiding van een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a Sv draagt een summier karakter, aangezien de beoordeling van het beklag plaatsvindt op grond van de informatie die op dat moment voorhanden is over de strafzaak of ontnemingszaak. De rechter die oordeelt over het beklag, kan slechts in zeer beperkte mate vooruitlopen op de beslissingen die zullen worden genomen in de strafzaak of de ontnemingszaak (vgl. Hoge Raad 31 januari 2023, ECLI:NL:HR:2023:81). Dat betekent dat van de rechtbank niet kan worden gevergd ten gronde in de mogelijke uitkomst van een nog te voeren hoofdzaak of ontnemingsprocedure te treden.
Vaststaat dat in de auto een kilometerblokker is aangetroffen. Niet is gebleken dat de klaagster wist van het bestaan van deze kilometerblokker of daarvan bewust gebruik heeft gemaakt.
De rechtbank stelt voorop dat een auto met een kilometerblokker in beginsel in aanmerking komt voor onttrekking aan het verkeer, omdat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang. Het gebruik van een dergelijke kilometerblokker is namelijk illegaal. Een en ander betekent dat de auto in de huidige staat niet terug kan worden gegeven aan de klaagster. Omdat het aantreffen van de kilometerblokker echter niet kan worden gekoppeld aan enig strafbaar handelen door de klaagster, moet de klaagster de gelegenheid krijgen om de auto op eigen kosten te laten herstellen. Ten aanzien van de procedure in verband met dat herstel wordt het volgende overwogen. Ter terechtzitting heeft de raadsman gemotiveerd onderbouwd dat de auto in de originele staat kan worden teruggebracht. Hij heeft hiertoe een offerte overgelegd van een Audidealer waaruit blijkt dat de kilometerteller vervangen kan worden. Na de plaatsing van een nieuwe kilometerteller zal deze vervolgens op de juiste kilometerstand worden gezet. Het is eenvoudig om vast te stellen hoeveel kilometer daadwerkelijk met de auto is gereden. Ook heeft hij advies ingewonnen bij experts, waaruit blijkt dat in een auto zoals onderhavige de kilometerstand op diverse plekken wordt bijgehouden en ‘ongecontroleerd gebruik’ zoals het Openbaar Ministerie heeft aangevoerd simpelweg technisch niet mogelijk is. Het Openbaar Ministerie heeft een standpunt ingenomen over hoe hoog de kilometerstand moet zijn (de daadwerkelijke gereden kilometerstand betreft 37821 kilometer). De teller moet dus probleemloos op de juiste kilometerstand gezet kunnen worden.
De officier van justitie heeft naar voren gebracht dat een auto waarin manipulatie door middel van een daarin gemonteerde kilometerblokker heeft plaatsgevonden dusdanig gevaarzettend voor de verkeersveiligheid is dat dit grond oplevert om die auto te onttrekken aan het verkeer omdat het ongecontroleerde bezit van een dergelijke auto in strijd zou zijn met de wet of het algemeen belang. De rechtbank is van oordeel dat bij de onderhavige auto niet is gebleken dat de auto gevaarlijk is voor de veiligheid in het verkeer en om die reden zou moeten worden vernietigd omdat het ongecontroleerde bezit ervan in strijd is met de wet of het algemeen belang. Integendeel, de door de raadsman opgevoerde offertes wijzen er juist op dat de auto volledig in originele staat kan worden teruggebracht. Nog daargelaten de vraag of onttrekking aan het verkeer in dit specifieke geval voldoet aan de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit gelet op de substantiële waarde van de auto . Ten aanzien van het standpunt van de officier van justitie dat zij wil wachten op de uitkomst van een aantal soortgelijke klaagschriften die bij de Hoge Raad lopen en daarom nog geen vordering tot onttrekking heeft ingediend, overweegt de rechtbank dat het Openbaar Ministerie ook heeft toegelicht dat nog onduidelijk is wanneer de Hoge Raad voornemens is om hier een beslissing op te nemen en dat dit nog langere tijd kan duren. Het Openbaar Ministerie heeft geen onderzoek laten verrichten naar de urgentie van een strafvorderlijk belang bij handhaving van het beslag op de auto met het oog op onttrekking aan het verkeer van de auto in verband met het gevaar dat een dergelijke auto zou opleveren voor de verkeersveiligheid.
De rechtbank ziet overigens ook niet in hoe deze auto - na het verwijderen van de verboden kilometerblokker - een zodanig groot gevaar voor de verkeersveiligheid oplevert dat een deze nooit meer in het verkeer zou mogen komen. Een genoegzame motivering hiervoor ontbreekt. Inmiddels zijn zes maanden verstreken. Het belang van de strafvordering noopt naar het oordeel van de rechtbank niet tot het nog langer laten voortduren van het beslag op de auto waarvoor bij het ontbreken van een deugdelijke onderbouwing van het gevaar dat samenhangt met het weer in het verkeer brengen van de auto met gecorrigeerde kilometerteller geen dringende redengevende gronden zijn en ook overigens worden weggenomen door de onderbouwing van de klaagster. Daarnaast verzet de aan het leggen en handhaven van beslag in zaken als de onderhavige te stellen eis van subsidiariteit en proportionaliteit zich tegen het voortduren zonder genoegzame gronden van het beslag op een huurvoertuig met substantiële waarde ten nadele van klaagster die – niet weersproken – geen wetenschap had van de in haar auto aanwezige kilometerblokker.
Het klaagschrift zal voorwaardelijk gegrond worden verklaard, in die zin dat de teruggave van de auto zal worden bevolen, onder de voorwaarden dat de klaagster de auto laat herstellen en de daaraan verbonden kosten betaald. De klaagster dient de auto binnen één maand na herstel, met een nieuwe kilometerteller en op de juiste kilometerstand, aan de politie te laten zien.
De rechtbank zal daarom het beklag voorwaardelijk gegrond verklaren en een voorwaardelijke last tot teruggave van de auto geven. Daarbij wordt de voorwaarde gesteld dat de klaagster de kilometer blokker laat verwijderen en de kilometerstand bij een gecertificeerde Audidealer in originele staat laat terugbrengen, een en ander naar genoegen van het openbaar ministerie en op eigen kosten. De auto dient pas daarna aan de klaagster te worden vrijgegeven.
De rechtbank realiseert zich dat de praktische uitvoering hiervan nog wel de nodige invulling vereist van de kant van het openbaar ministerie en de klaagster, onder meer omdat de auto voor en tijdens de herstelwerkzaamheden elders dient te staan, en het openbaar ministerie nadien erop moet kunnen toezien dat alle herstelwerkzaamheden naar behoren zijn verricht. De rechtbank gaat ervan uit dat het openbaar ministerie en klaagster daarover in overleg zullen treden.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beklag voorwaardelijk gegrond en gelast de teruggave van de Audi RS Q8 met kenteken [kenteken] (goednummer: PL1500-2024378585-3148178) aan de klaagster.
Aldus gedaan te Den Haag door mr. N.F.R. de Rooij, rechter, in tegenwoordigheid van mr. F.A.M. Schuijt, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 27 mei 2025.