ECLI:NL:RBDHA:2025:12702

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 juli 2025
Publicatiedatum
15 juli 2025
Zaaknummer
09/103018-20
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met dwangverpleging in verband met TBS-passantenproblematiek

Op 15 juli 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling (TBS) van een terbeschikkinggestelde, die momenteel verblijft in een Justitieel Complex. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, afgewezen en in plaats daarvan de termijn met één jaar verlengd. De terbeschikkinggestelde wacht al geruime tijd op een plaatsing in een kliniek, en er is nog geen plaatsingsdatum bekend. De rechtbank oordeelt dat, hoewel het advies van de kliniek niet is gebaseerd op recent gedragskundig onderzoek, het voldoet aan de wettelijke vereisten. De rechtbank heeft vastgesteld dat er nog steeds sprake is van stoornissen bij de terbeschikkinggestelde en dat de kans op herhaling bij onmiddellijke beëindiging van de maatregel hoog is. De rechtbank benadrukt dat de maatregel gemaximeerd is en in 2028 eindigt, en dat bij de volgende verlengingsvordering de stand van zaken opnieuw beoordeeld kan worden aan de hand van een recent advies van de kliniek. De beslissing is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende relevante stukken, waaronder eerdere uitspraken van het gerechtshof.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Strafrecht
Parketnummer: 09/103018-20

Beslissing van 15 juli 2025

Beslissing van de rechtbank Den Haag, rechtdoende in strafzaken, op de vordering van de officier van justitie van 21 mei 2025 om de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, in de zaak van:

[de terbeschikkinggestelde] (hierna: de terbeschikkinggestelde),

geboren op [geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats] ,
op dit moment verblijvende in het Justitieel Complex (hierna: JC) [plaats] te [gemeente] .
De terbeschikkinggestelde is bij arrest van het gerechtshof Den Haag van 6 juli 2023 ter beschikking gesteld met voorwaarden. Bij beslissing van de rechtbank Den Haag van
16 juli 2024 is alsnog de verpleging van overheidswege bevolen, welke beslissing door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, met aanvulling van gronden, is bevestigd bij beslissing van 24 december 2024. De duur van de terbeschikkingstelling is gemaximeerd en eindigt derhalve in 2028.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken die zijn vermeld in de
bijlage.

De procedure

De rechtbank heeft de vordering op 1 juli 2025 ter terechtzitting behandeld.
De terbeschikkinggestelde was niet fysiek ter terechtzitting aanwezig. Op uitdrukkelijk verzoek van zijn raadsman, mr. E.R. Weening, en met instemming van de officier van justitie, mr. A. Baas, is de terbeschikkinggestelde telefonisch gehoord. Ook de raadsman en de officier van justitie zijn gehoord.

Het advies van de kliniek van 29 april 2025

Het Forensisch Psychiatrisch Centrum [de kliniek] (hierna: de kliniek) adviseert tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar. De terbeschikkinggestelde verblijft momenteel in JC [plaats] en hij staat op de wachtlijst voor plaatsing binnen de kliniek. Omdat de terbeschikkinggestelde nog niet binnen de kliniek in zorg is en voor dit advies geen beoordeling heeft plaatsgevonden, is het advies gebaseerd op het algemeen beloop van een tbs-traject. De diagnostiek en de risicotaxatie zijn overgenomen uit de Indicatiestelling Forensische Zorg (IFZ) van 18 februari 2025.
De terbeschikkinggestelde lijdt aan een bipolaire-I-stoornis (ernstig, laatste episode manisch, deels in remissie), een stoornis in het cannabisgebruik (matig, ernstig) en een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Zonder zorg en begeleiding zijn er hoge risico's dat de terbeschikkinggestelde vervalt in oude gedragspatronen en risicovol gedrag.
De terbeschikkinggestelde zal naar verwachting geconfronteerd worden met situaties die hij vanwege zijn inadequate copingvaardigheden onvoldoende kan hanteren zonder daarbij in de problemen te geraken. Daarbij is het de verwachting dat hij zijn medicatie zal staken (en daarbij manisch ontregelt), zal vervallen in cannabisgebruik en in contact komt met een crimineel netwerk. De kliniek concludeert dat het doorlopen van het standaard behandeltraject voor een maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege en de hierbij horende verlofmodaliteiten de duur van twee jaar ruimschoots overschrijdt.

Het e-mailbericht van de parketsecretaris van 26 juni 2025

Op 20 mei 2025 en 24 juni 2025 heeft de Divisie Individuele Zaken (DIZ) laten weten dat er nog geen indicatie van de opnamedatum in de kliniek kan worden gegeven.

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde

De terbeschikkinggestelde heeft verklaard dat hij therapie krijgt in JC [plaats] . Hij is overgeplaatst van de crisisafdeling naar de semi-crisisafdeling. Sinds hij de medicatie clozapine krijgt, gaat het goed met hem. Binnenkort wordt hij overgeplaatst naar de reguliere afdeling van het PPC. In februari 2025 heeft hij een intakegesprek gehad met de kliniek, waar hij waarschijnlijk over vijf tot zeven maanden kan worden opgenomen (december 2025 - februari 2026). De terbeschikkinggestelde heeft verder verklaard dat hij wil meewerken aan de tbs-behandeling en dat hij zich focust op goed gedrag. Hij heeft vernomen dat hij een intensieve behandeling van ongeveer zes maanden in de kliniek zal ondergaan, inclusief verlofopbouw, en dat hij vervolgens bij goed gedrag zal worden overgeplaatst naar begeleid wonen. Het traject van begeleid wonen zal lange tijd worden gemonitord. Daarom maakt het voor hem niet uit of de terbeschikkingstelling met een termijn van een of twee jaar wordt verlengd. Wel gaat zijn voorkeur uit naar een jaar, omdat hij hoopt dat het tbs-traject binnen een jaar kan worden afgerond, rekening houdende met de gemaximeerde duur van zijn terbeschikkingstelling.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft ter terechtzitting naar voren gebracht dat niet is voldaan aan de vereisten van artikel 6:6:12 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv), omdat een advies van een psychiater of een psycholoog, die de terbeschikkinggestelde zelf heeft onderzocht, ontbreekt. Omdat de terbeschikkinggestelde wil meewerken aan het tbs-traject, stelt de raadsman een praktische oplossing voor. De raadsman is bereid om het gebrek door de vingers te zien, als de termijn van de terbeschikkingstelling niet met twee jaar, maar met een jaar wordt verlengd. Tegen de volgende verlengingszitting zal de terbeschikkinggestelde al in de kliniek verblijven en ligt er een advies van de behandelaar. Als de rechtbank voornemens is te beslissen tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar, wordt voorwaardelijk verzocht tot aanhouding van de behandeling van de zaak voor het laten opstellen van een advies door een psychiater of een psycholoog die de terbeschikkinggestelde zelf heeft onderzocht.

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft ter terechtzitting gepersisteerd bij de schriftelijke vordering tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaar, onder verwijzing naar het advies van de kliniek en het e-mailbericht van de parketsecretaris. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het advies van de kliniek aan de vereisten van artikel 6:6:12 Sv voldoet.

Het oordeel van de rechtbank

Indexdelict
De maatregel van terbeschikkingstelling is opgelegd vanwege de eendaadse samenloop van diefstal gevolgd van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren en bedreiging met zware mishandeling, alsmede vanwege bedreiging met zware mishandeling en feitelijke aanranding van de eerbaarheid.
Het Gerechtshof Den Haag heeft in haar arrest van 6 juli 2023 bepaald dat de terbeschikkingstelling niet wordt opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, zodat de duur van de terbeschikkingstelling gemaximeerd is.
Advies van een psychiater of psycholoog?
Artikel 6:6:12 Sv bepaalt onder meer welke documenten moeten worden overgelegd bij de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling. Bij de onderhavige vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege is een advies overgelegd van de kliniek, conform het vereiste uit het eerste lid van artikel 6:6:12 Sv. Dat de terbeschikkinggestelde feitelijk nog niet in die kliniek verblijft, doet daar niet aan af.
Het vereiste waar de raadsman zich op beroept, namelijk dat naast de verlengingsvordering een advies van een psychiater of een psycholoog, die zelf de terbeschikkinggestelde heeft onderzocht, moet worden overgelegd, staat in het tweede lid van artikel 6:6:12 Sv. Omdat de terbeschikkinggestelde van overheidswege wordt verpleegd, is dit vereiste niet van toepassing.
Stoornis en herhalingsgevaar
Het advies van de kliniek betreft een algemeen advies over het te verwachten beloop van de maatregel. Hoewel het advies niet is gebaseerd op recent gedragskundig onderzoek of op bevindingen bij de behandeling van de terbeschikkinggestelde, is de rechtbank van oordeel dat het advies voldoet aan de wettelijke vereisten (vgl. Gerechtshof Arnhem 19 februari 2001, ECLI:NL:2001:AD4241). In het advies zijn de diagnostiek en de risicotaxatie overgenomen uit de IFZ van 18 februari 2025. Bovendien acht de rechtbank zich op grond van het advies van de kliniek en hetgeen ter terechtzitting is besproken, op dit moment voldoende voorgelicht om te oordelen dat het aannemelijk is dat nog steeds sprake is van stoornissen bij de terbeschikkinggestelde en de kans op herhaling bij de onmiddellijke beëindiging van de maatregel hoog is.
Verlenging
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen en goederen de verlenging van de maatregel eist.
Het uitgangspunt is dat in het geval aannemelijk is geworden dat de behandeling van de terbeschikkinggestelde meer tijd in beslag zal nemen dan een jaar, de terbeschikkingstelling - behoudens bijzondere omstandigheden - met een termijn van twee jaar wordt verlengd.
De rechtbank ziet echter omstandigheden die aanleiding geven om van dit uitgangspunt af te wijken. De terbeschikkinggestelde wacht al geruime tijd op een plaatsing in de kliniek, zodat met zijn behandeling kan worden gestart. Er is nog geen plaatsingsdatum bekend. Mede gelet op het feit dat een advies met actuele informatie over de behandeling van de terbeschikkinggestelde op dit moment ontbreekt, zal de rechtbank de termijn van de terbeschikkingstelling met een jaar verlengen. Bij de beoordeling van de volgende verlengingsvordering over een jaar kan de stand van zaken worden besproken en de maatregel opnieuw worden beoordeeld aan de hand van een recent opgemaakt advies van de kliniek. Dit is ook van belang in verband met de voortgang, nu de maatregel is gemaximeerd en in 2028 eindigt.

Beslissing

De rechtbank:
wijst de vordering van de officier van justitie toe, met dien verstande dat de termijn van de terbeschikkingstelling wordt verlengd met
een jaar.
Aldus beslist te Den Haag door:
mr. F.M. Guljé, voorzitter,
mr. S.M. van der Schenk, rechter,
mr. J.J. Balfoort, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. R. Moese, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 15 juli 2025.

Bijlage

De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
  • het arrest van het gerechtshof Den Haag van 6 juli 2023, waarbij de terbeschikkingstelling met voorwaarden werd gelast;
  • de beslissing van de rechtbank Den Haag van 16 juli 2024, waarbij alsnog de dwangverpleging werd bevolen;
  • de beslissing van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 24 december 2024, waarbij voornoemde beslissing van de rechtbank Den Haag, met aanvulling van gronden, is bevestigd;
  • het verlengingsadvies van de kliniek van 29 april 2025;
  • de vordering van de officier van justitie, ingekomen op 21 mei 2025;
  • het e-mailbericht van de parketsecretaris van 26 juni 2025.