Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord;
- de akte aanvullende productie van 30 oktober 2024 van [eiser] ;
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
.De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
Rechtbank Den Haag
In deze huurzaak vordert de eiser, [eiser], dat de lekkage aan de warmtepomp in zijn gehuurde woning wordt erkend als een gebrek en dat de verhuurder, Stichting Hof Wonen, aansprakelijk is voor de schade die hij heeft geleden door deze lekkage. De procedure begon met een dagvaarding op 7 mei 2024, gevolgd door verschillende processtukken, waaronder een conclusie van antwoord en een akte aanvullende productie. De mondelinge behandeling vond plaats op 31 oktober 2024. De eiser huurt een woning van Hof Wonen, waarin zich een warmtepomp bevindt die eigendom is van een warmteleveringsbedrijf, Eteck. Op 15 februari 2023 ontstond er een lekkage aan de warmtepomp, wat leidde tot kortsluiting en brand in de centrale meterkast, waardoor de inboedel van de eiser beschadigd raakte.
De kantonrechter oordeelt dat de warmtepomp onderdeel uitmaakt van het gehuurde en dat de lekkage een gebrek is dat door Hof Wonen verholpen moet worden. De rechter wijst de vorderingen van de eiser toe, inclusief de schadevergoeding voor de geleden schade aan de inboedel. Hof Wonen wordt veroordeeld tot het betalen van de proceskosten. De rechter concludeert dat Hof Wonen tekort is geschoten in haar verplichtingen als verhuurder, omdat zij de lekkage niet tijdig heeft verholpen, ondanks dat de eiser dit probleem al eerder had gemeld. De vordering tot veroordeling van Hof Wonen om de gebreken in het gehuurde te verhelpen wordt afgewezen, omdat de eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd dat de warmtepomp nog steeds niet naar behoren functioneert.