10.De toepasselijke wetsartikelen
De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen: 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36f, 47, 57, 63, 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.
11. De beslissing
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te
nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels,
meermalen gepleegd;
verklaart de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot:
een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (TWAALF) MAANDEN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot
6 (ZES) MAANDEN,
niet zal worden tenuitvoergelegdonder de
algemene voorwaardedat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- gedurende de proeftijd geen contact legt of laat leggen – direct of indirect – met [medeverdachte] , geboren op [geboortedatum 2] 2003 te [geboorteplaats 2] , zolang het Openbaar Ministerie dit noodzakelijk acht;
- gedurende de proeftijd op vooraf vastgestelde tijdstippen aanwezig is op het verblijfadres, te weten [adres 1] , [postcode 1] te [woonplaats] , zolang de reclassering dit noodzakelijk acht, waarbij de veroordeelde zich onder elektronisch toezicht stelt ter nakoming van deze bijzondere voorwaarde;
- zich gedurende de proeftijd meldt bij Iriszorg verslavingsreclassering op het adres Nieuwe Oeverstraat 65, 6811 JB te Arnhem, op door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zolang de reclassering dat noodzakelijk acht;
- zich gedurende de proeftijd onder behandeling stelt van Iriszorg of een soortgelijke zorgverlener, op de tijden en plaatsen als door of namens die zorgverlener aan te geven. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Bij een terugval in middelengebruik of verslechtering van het psychiatrische ziektebeeld kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende opname voor detoxificatie. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende opname indiceert, zal de veroordeelde zich, na goedkeuring door de rechter, laten opnemen in een zorginstelling voor zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt;
- zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur;
- meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. De veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
- zich laat begeleiden door een nader aan te wijzen instantie Intensieve Forensische Aanpak (IFA) of een soortgelijke instantie, te bepalen door de reclassering. De begeleiding duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde zet zich actief in en onderhoud contact met zijn IFA coach;
- meewerkt aan controle van het gebruik van drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarde(n) en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
vordering tot schadevergoeding [aangever 4]
bepaalt dat de benadeelde partij [aangever 4] niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding;
veroordeelt de benadeelde partij [aangever 4] in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen die vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
vordering tot schadevergoeding [aangever 1]
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [aangever 1] deels toe tot een bedrag van € 21.183,84 en veroordeelt de verdachte hoofdelijk om dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 24 februari 2025 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan [aangever 1] ;
bepaalt dat de benadeelde partij [aangever 1] voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding en dat de benadeelde partij dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
veroordeelt de verdachte tevens hoofdelijk in de proceskosten van de benadeelde partij, begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
bepaalt dat als een van de mededader(s) de toegewezen schadevergoeding deels of geheel aan de benadeelde partij heeft betaald de verdachte niet meer verplicht is om dat deel te betalen of te voldoen;
een maatregel van schadevergoeding [aangever 1]
legt aan de verdachte hoofdelijk op de verplichting om aan de Staat te betalen een bedrag van € 21.183,84, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 24 februari 2025 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald
,ten behoeve van [aangever 1] ;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 140 dagen; de toepassing van gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen.
beslag
verklaart verbeurd het op de beslaglijst onder 1 genoemde voorwerp, te weten: 1 STK Telefoonautomaat (Omschrijving: PL1500-2025061130-3291432, Zwart, merk: Apple Iphone 15);
vordering tot tenuitvoerlegging
gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voorwaardelijk opgelegd bij voormeld vonnis van de meervoudige in de rechtbank te Gelderland d.d. 14 maart 2024, gewezen onder parketnummer 05/117505-22, te weten jeugddetentie voor de duur van 314 dagen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A. Dantuma - Hieronymus, voorzitter,
mr. C.M. Zandbergen, rechter,
mr. G.A. van Essen, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. L.A. Duijm, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 30 juni 2025.
Bewijsmiddelen
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het zaaksnummer PL 1500-2025061130, van de politie eenheid Den Haag, Districtsrecherche Zoetermeer - Leidschendam/Voorburg (doorgenummerd pagina 1 t/m 505).
De bewijsmiddelen worden slechts gebruikt voor het feit waarop zij blijkens hun inhoud
betrekking hebben.
1. Het proces-verbaal van aangifte door [aangever 1] , opgemaakt op 24 februari 2025, voor zover inhoudende (p. 63-67):
Plaats delict: [adres 4] , [postcode 2] Leidschendam, binnen de gemeente [gemeente]
Op 24 februari 2025 omstreeks 14:30 werd ik gebeld door een anoniem nummer. Dit was iemand die zich voorstelde als [naam 1] van de politie Den Haag. Zij vertelde mij dat zij samen met [naam 4] van de politie Den Haag en [naam 3] met dienstnummer [nummer] en [naam 2] was. Zij vertelde mij dat ik morgen, 25 februari 2025, een aangetekende brief zou krijgen met een verslag. Er zou een aanslag op mijn huis komen. Vannacht zou de politie een voertuig in beslag hebben genomen met daarin allemaal informatie over mijn woning en over mij. Volgens die mensen zou ik achtervolgd worden. Ze vertelde mij toen dat, vanwege de verzekering, ze allerlei dingen in de woning moesten checken. Dit zou dan de sloten van de deuren en ramen betreffen. Verder zouden ze ook alle waardevolle spullen, zoals bankpasjes, sieraden en geld, meenemen om voor de verzekering foto's te maken. Ze vertelde mij dat ze via de bank te horen kregen dat er grote geldbedragen van mijn rekening af waren gehaald. Hiervoor wilden ze mijn bankpasjes en pincode hebben om alles te blokkeren.
Om 15:12 werd er aangebeld en zag ik dat er een jongeman voor de deur stond. De jongeman staat goed in beeld op de ringdeurbel. De jongeman vertelde mij dat zijn dienstnummer [nummer] was en toen hoorde ik ineens een man aan de telefoon die bevestigde dit. Dit bleek [naam 4] . De man aan de telefoon vertelde mij dat ik al mijn kostbaarheden bij elkaar moest pakken. Dit zou dan bestaan uit goud, sieraden en contant geld. Ik ben samen met [naam 3] naar boven gelopen, hier staat mijn kluis. Er is een sleutel en een code nodig om in de kluis te komen. Ik denk niet dat hij de code kon zien aangezien ik ervoor stond. Ik heb uit de kluis ongeveer 8000,- euro gepakt. Ook heb ik alle sieraden en goud gepakt wat in de kluis lag.
Die [naam 3] vertelde mij dat hij alle kostbaarheden mee zou nemen naar zijn bus. Hier zou hij dan de foto's maken, dit voor de verzekering. Het duurde even voor [naam 3] weer terugkwam om de rest van de kostbaarheden mee te nemen. Om 16:58 kwam [naam 3] weer terug om wat spullen mee te nemen. Daarna is hij weer de deur uit gelopen. Daarna heb ik hem niet meer gezien of gesproken. De man aan de telefoon vertelde mij dat [naam 3] wat problemen had met foto's maken en dat het allemaal wat langer zou duren. De man vertelde mij dat de politie Utrecht mijn dochter naar huis zou brengen. Dit door de mogelijke terroristische dreiging, dit zou rond 18:30 zijn.
Volgens de Rabobank zijn de volgende bedragen afgeschreven:
Dit is een geldmaat bij de Mall of the Netherlands. Hier is op 17:17, 17:18 en 17:19
- 2 x 450,- euro
- 1 x 300,- euro opgenomen.
Bij de mediamarkt in The mall of the Netherlands is 1359,- betaald.
2. Het proces-verbaal van bevindingen , opgemaakt op 13 maart 2025, voor zover inhoudende (p. 252):
Op maandag 3 maart 2025 werd aangeefster [aangever 1] aanvullend gehoord. Na onderzoek aan de door aangeefster verstrekte bankafschriften bleek dat de volgende
bedragen afgeschreven waren:
Opgenomen bij de Geldmaat (totaal 3300,00):
2 X 450,00
1x 300,00
8 X 200,00
1x 500,00
Betaling bij de Media Markt:
1x 1359,00
Het totaalbedrag van de schade van de fraude gepleegd met de pinpassen bleek 4659,00 euro.
3. Het proces-verbaal van bevindingen , opgemaakt op 5 maart 2025, voor zover inhoudende (p. 85-88):
Op 24 februari 2025 omstreeks 19.49 uur was een politie-eenheid naar de Media Markt in The Mall in Leidschendam gegaan om de camerabeelden te vorderen van de pintransacties. Middels de bewakingscamera's van The Mall werd gezien dat deze twee verdachten wegreden in een blauwe Audi A3 voorzien van kenteken [kenteken] .
Herkenning verdachten
Op 25 februari 2025 om 22.11 uur kreeg een politie-eenheid uit Oost-Nederland, Veluwe- West, een melding dat het voertuig, voorzien van kenteken [kenteken] , was herkend door de ANPR. De politie-eenheid kon kort daarna het voertuig staande houden en de inzittenden controleren. De politie-eenheid had van beide inzittenden foto's gemaakt en deze doorgestuurd naar de politie- eenheid belast met het onderzoek naar de babbeltruc van het 70-jarige slachtoffer. De inzittenden werden beiden herkend als zijnde de verdachten op de veiliggestelde camerabeelden van de ringdeurbel van het slachtoffer, de Media Markt en The Mall. In het voertuig werd tevens kleding aangetroffen die de verdachte had gedragen die het slachtoffer thuis had bezocht.
Een van de inzittende van het voertuig werd herkend als de verdachte die het slachtoffer thuis had bezocht. Deze verdachte bleek te zijn genaamd: [verdachte] , geboren [geboortedatum 1] 2003 in [geboorteplaats 1] .
De andere inzittende van het voertuig bleek te zijn genaamd: [medeverdachte] , geboren [geboortedatum 2] 2003 te [geboorteplaats 2] .
4. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 24 februari 2025, voor zover inhoudende (p. 89-91):
Op 24 februari 2025 omstreeks 19:49 uur werd ik, hoofdagent [naam 5] , verzocht om te gaan naar de Mediamarkt in The Mall of The Netherlands in Leidschendam. Ik zag vervolgens op de camerabeelden het volgende.
Ik zag vervolgens verdachte 1 in de winkel lopen en zag onderaan het beeld 2025-02-24 17:31:13. Ik zag dat verdachte 1 het volgende signalement had: - Donkere huidskleur - Zwart kroeshaar met aan de zijkant opgeschoren haar - Zwart vest - Donkerblauwe trui met daaronder een vermoedelijke wit t-shirt - Zwart heuptasje - Donkerblauwe trainingsbroek - Witte sneakers
Ik zag vervolgens dat verdachte 1 bij kassa 2 stond. Ik zag niet wat de man aan het afrekenen was.
Ik had vervolgens contact met hoofdagent [naam 6] en hij deelde met mij een foto van een verdachte van de oplichting. Ik bekeek deze foto en zag dat de man het volgende signalement had: - Blanke man - Donkerblond haar doorlopend in de nek - Zwart vest - Zwart t-shirt met daarop de letters AMIR, wit van kleur - Donkere broek met ter hoogte van de rechterdijbeen meerdere gaten. Ik noem deze man hierna verdachte 2. Ik zag vervolgens een camerabeeld waarop verdachte 2 volledig te zien is.
Ik had vervolgens contact met hoofdagent [naam 7] en hij vertelde mij dat er met de gestolen pinpas meerdere keren gepind is bij een pinautomaat van de Geldmaat. Dit zou op de volgende tijdstippen zijn gebeurd: 17:17 uur, 17:18 en 17:34. Ik zag vervolgens op een camerabeeld met als tijdstip 17: 15 uur dat verdachte 1 richting de pinautomaat van de Geldmaat liep en hier meerdere handelingen verrichte. Ik zag vervolgens dat verdachte 2 achter hem liep en dat verdachte 2 plaats nam op een bankje, enkele meters van de geldmaat vandaan. Ik zag dat op de camerabeelden met tijdstip 17: 21 dat verdachte 1 en 2 samen weg liepen en uit beeld verdwenen. Ik zag vervolgens dat de camerabeelden versneld werden afgespeeld en dat op tijdstip 17:38 uur wederom verdachte 1 en verdachte 2 in beeld kwamen. Ik zag wederom dat verdachte 1 bij de pinautomaat van de Geldmaat stond en meerdere handelingen verrichte bij de pinautomaat. Ik zag vervolgens dat verdachte 2 hiernaast ging staan tegen de muur aan. Ik zag ze vervolgens om 17:39 uur uit beeld lopen.
5. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 23 april 2025, voor zover inhoudende (p. 376-385):
Uit onderzoek in de Apple iPhone 14 Pro voorzien van SIN-nummer [sin-nummer 2] bleek dat [medeverdachte] , geboren op [geboortedatum 2] 2003 de gebruiker was van dit toestel.
Ik trof in de mobiele van [medeverdachte] een route aan. Ik zag dat de starttijd 24 februari 2025 om 14:36:01 uur Nederlandse tijd betrof. Ik bekeek de genoemde locatiegegevens via Google Maps en ik zag dat de locatiegegevens genoemd bij 'From point' een locatie betrof welke een openbare weg de [straatnaam 2] in Haarlem betrof. Ik zag dat de locatiegegevens welke genoemd zijn bij 'To point' een locatie betrof welke overeenkwam met het huisadres van de aangever, namelijk de [adres 4] in Leidschendam.
Vervolgens trof ik een afbeelding, afkomstig van Snapchat, aan op de mobiele telefoon afkomstig van 26 februari 2025 om 16:11:12 uur Nederlandse tijd, ongeveer een half uur nadat de verdachte [verdachte] de woning van de aangever had verlaten. Op de foto is een tasje te zien waarop veel 50 eurobiljetten te zien zijn. De aangever had in haar aangifte verklaard dat zij ongeveer 8000 euro contact geld had meegegeven. De aangever verklaarde dat ' [naam 3] ' een gedeelte van de kostbaarheden mee had genomen voor het maken van de foto's. De aangever verklaarde dat het even duurde voordat hij weer terugkwam om de rest mee te nemen. Hij verliet vervolgens om 16.58 uur de woning opnieuw.
Ik trof in de mobiele van [medeverdachte] een route aan. Ik zag dat de starttijd 24 februari 2025 om 17:00:10 uur Nederlandse tijd betrof. Ik bekeek de genoemde locatiegegevens via Google Maps en ik zag dat de locatiegegevens genoemd bij 'From point' een locatie betrof welke overeenkwam met de woning van de aangever. Ik zag dat de locatiegegevens welke genoemd zijn bij 'To point' een locatie betrof welke overeenkwam met het winkelcentrum The Westfield Mall in Leidschendam. Tevens trof ik een zoekopdracht via de webbrowser 'Safari' aan, waarbij er gezocht was naar een Geldmaat gelegen aan de [adres 5] in Leidschendam, dit betreft tevens The Westfield Mall. Uiteindelijk is er aan de andere kant van The Westfield Mall gepind met de bankpas van de aangever. Het tijdstip betreft 17:00:04 uur, 17 minuten later werd er gepind bij The Westfield Mall.
Op de mobiele telefoon van [medeverdachte] trof ik een afbeelding aan waarop een iPhone 16 Pro Max te koop werd aangeboden. Ik zoomde in op de factuur en ik las: "Media Markt Leidschendam. Liguster 102 , 2262 AC Leidschendam. Leverdatum: 24.02.2025. Totaal 1.359,00 euro."
Ik trof vervolgens een chat aan van Snapchat tussen de verdachte [medeverdachte] en gebruikersnaam ' [gebruikersnaam] '. Ik zag in diezelfde chat dat [medeverdachte] , [naam 8] op 24 februari 2025 om 00:27: 54 uur Nederlandse tijd, ongeveer 14 uur voor het plegen van de feiten dat [medeverdachte] naar [naam 8] een script had gestuurd.
6. Het proces-verbaal van aangifte door [aangever 2] , opgemaakt op 3 maart 2025, voor zover inhoudende (p. 147-149):
Plaats delict: [adres 7] te Enschede
Op 3 maart 2025 omstreeks 15:30 uur belde iemand mij op mijn huistelefoon. Ik hoorde dat een vrouw mij opgaf [naam 2] te zijn. Ik hoorde dat zij aangaf te werken voor de politie Enschede. Ik hoorde dat zij mij vertelde dat er bij de buren, aan de [adres 8] , ingebroken was. Ik hoorde dat de vrouw mij vertelde dat deze inbrekers overlopen waren in de [straatnaam 3] en dat er documenten aangetroffen waren waarop mijn naam en adres zouden staan. De vrouw gaf aan dat dit betekende dat ik vermoedelijk ook slachtoffer zal gaan worden van woninginbraak. Ik hoorde dat deze vrouw mij vertelde dat er zometeen een man langs zou komen die mijn sloten zou controleren. Ik hoorde dat deze man [naam 3] zou heten. Ik hoorde dat de vrouw mij vertelde dat ik de telefoon niet op mocht hangen tot de man er was. Ik hoorde even later dat de bel ging en ik zag een man voor de deur staan. Deze man was bij mij binnen. Ik heb hem laten zien waar mijn sieraden liggen. Tijdens dit bezoek had ik de vrouw constant aan de telefoon. Ik hoorde dat de man mij vroeg waar mijn bankpassen lagen en of ik nog contant geld in huis had. Ik hoorde de vrouw vertellen dat mijn zoon onderweg was naar het politiebureau om aangifte te doen. Ik mocht hem absoluut niet bellen want dan zouden deze inbrekers zeker weten bij mij komen. Ik heb hem vervolgens laten zien waar mijn bankpassen lagen en heb deze aan de man mee gegeven. Ik hoorde de man zeggen dat hij even naar de auto moest om het een en ander te controleren.
In de tussentijd probeerde ik mijn zoon te bellen met mijn mobiele telefoon. De man was vertrokken. Op een gegeven moment werd ik door de vrouw in de wacht gezet. De situatie voelde totaal niet fijn en daarom liep ik naar de buurvrouw en deed mijn verhaal. Ik hoorde de buurvrouw zeggen dat ik opgelicht was. De buurvrouw belde meteen de bank en zij blokkeerde de bankpassen.
Later belde ik met de fraudedesk van de ING bank en ik hoorde hen zeggen dat er twee keer 500 euro van mijn bankrekening was gepind. Dit was bij de Geldmaat aan de [straatnaam 4] om 16:09 en 16:10 uur.
7. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 5 maart 2025, voor zover inhoudende (p. 155-156):
Herkenning aan de hand van camera Geldmaat:
Aan de hand van bovenstaande berichtgeving heb ik, verbalisant, ook de camerabeelden bekeken waarop een andere verdachte te zien is, terwijl hij bij een Geldmaat geld opneemt met de bankpas van aangever. Ik, verbalisant, zag op de camerabeelden dat er één man op maandag 3 maart 2025 omstreeks 16:08:40 uur geld opneemt bij de Geldmaat. Ik, verbalisant, herken de verdachte direct als zijnde [verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 2003 te [geboorteplaats 1] .
8. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 1 mei 2025, voor zover inhoudende (p. 396-399):
Uit onderzoek in de Apple iPhone 14 Pro voorzien van SIN-nummer [sin-nummer 2] bleek dat [medeverdachte] , geboren op [geboortedatum 2] 2003 de gebruiker was van dit toestel.
Zo trof ik in de mobiele telefoon van [medeverdachte] een zoekopdracht via de webbrowser 'Safari' naar de Geldmaat gelegen aan de Vermeerstraat 11 in Enschede. De aangever had in haar aangifte verklaard dat er omstreeks 16.10 uur die dag geld is gepind aan de Vermeerstraat 11 in Enschede met haar bankpas. Ik zag dat de zoekopdracht gedaan is op 3 maart 2025 om 16:04:10 uur Nederlandse tijd. Vervolgens zag ik in de mobiele telefoon een gezochte route via 'Apple Maps' om 15:04:13 uur Nederlandse tijd. Ik bekeek de genoemde locatiegegevens via Google Maps en ik zag dat de locatiegegevens genoemd bij 'From point' een locatie betrof ongeveer 140 meter nabij de [adres 7] in Enschede; de woning van de aangever. Ik zag dat de locatiegegevens genoemd bij 'To point' een locatie betrof welke volledig overeenkomt met de Geldmaat gelegen aan de Vermeerstraat 11 in Enschede.
Kijkend naar het contact van [medeverdachte] op de mobiele telefoon trof ik belgeschiedenis aan omstreeks het plegen van de feiten en daarna. Ik zag dat dit voornamelijk was met contacten: ' [contactnaam 1] , ' [contactnaam 2] ', ' [contactnaam 3] ', ' [contactnaam 4] ', ' [contactnaam 5] ' en ' [contactnaam 6] '; dit betreft de verdachte [verdachte] . Wat opvallend is, is het gesprek om 16:07:22 uur Nederlandse tijd met [contactnaam 5] , [contactnaam 6] , [contactnaam 2] , [contactnaam 3] en [contactnaam 4] , welke omstreeks de tijdstippen van het geld pinnen is aan de Vermeerstraat 11 in Enschede.