ECLI:NL:RBDHA:2025:12782
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake verzoek ex artikel 96 Rv over erfgrens en toegang tot perceel
Op 16 juli 2025 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Gouda, een vonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen een verzoeker en twee medeverzoekers, alsook de gemeente Gouda. De zaak betreft een verzoek ex artikel 96 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, waarin de verzoeker, die al meer dan 40 jaar een woning huurt van de gemeente Gouda, een oplossing vraagt voor een conflict over de erfgrens tussen zijn perceel en dat van de medeverzoekers. De verzoeker stelt dat de erfgrens 25 cm verkeerd loopt en heeft verschillende verzoeken ingediend, waaronder het vrijhouden van een poort en het verplaatsen van camera's die op zijn perceel gericht zijn.
Tijdens de mondelinge behandeling op 28 mei 2025 zijn de betrokken partijen verschenen, en is er een schorsing van de procedure geweest na een wrakingsverzoek van de verzoeker, dat later werd ingetrokken. De regelrechter heeft vastgesteld dat de erfgrens volgens het kadaster correct is en dat de verzoeker onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn claim dat de grens anders loopt. De verzoeken van de verzoeker om de afvoergoten langs de woning van de medeverzoekers te leggen en om de camera's te verplaatsen zijn deels afgewezen, maar de medeverzoekers zijn wel veroordeeld om de camera's aan te passen en de toegang tot de poort niet te belemmeren.
De regelrechter heeft beslist dat partijen over en weer ongelijk hebben, en dat zij ieder hun eigen kosten moeten dragen. De verzoeker is veroordeeld tot het verplaatsen van zijn kliko's en het niet betreden van het perceel van de medeverzoekers, terwijl de medeverzoekers zijn veroordeeld tot het verwijderen van spullen uit de gang achter de poort en het aanpassen van de camera's. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.