Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 7;
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de koper van een appartement, [eiseres], een vordering ingesteld tegen de verkoper, [gedaagde], wegens dwaling en onrechtmatige daad. [Eiseres] stelt dat zij gedwaald heeft over de geluidsoverlast van de buren, die zij niet had verwacht bij de aankoop van de woning. De rechtbank heeft vastgesteld dat [gedaagde] geen onjuiste mededelingen heeft gedaan en dat hij niet in gebreke is gebleven in zijn mededelingsplicht. De rechtbank oordeelt dat de geluiden die [eiseres] ervaart, niet als onrechtmatige overlast kunnen worden gekwalificeerd, gezien de aard en de leeftijd van de woning. De vordering van [eiseres] tot ontbinding van de koopovereenkomst wordt afgewezen, evenals haar vordering tot schadevergoeding. De rechtbank heeft [eiseres] veroordeeld in de proceskosten, omdat zij in het ongelijk is gesteld. De uitspraak is gedaan op 18 juni 2025.