ECLI:NL:RBDHA:2025:12844
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beslissing over klacht en schadevergoeding ex. artikel 10:11 Wvggz met betrekking tot beëindiging verplichte zorg
Op 3 juni 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een klacht van verzoeker over de beëindiging van verplichte zorg. Verzoeker, geboren in 1982, had een klacht ingediend bij de klachtencommissie Yulius, die deze op 26 maart 2025 ongegrond verklaarde. Verzoeker verzocht de rechtbank om de klacht alsnog gegrond te verklaren en schadevergoeding toe te kennen, omdat hij dakloos was geraakt na de beëindiging van zijn opname. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker ontvankelijk was in zijn verzoek en heeft de inhoudelijke beoordeling van de klacht uitgevoerd. De rechtbank concludeerde dat de zorgaanbieder, Yulius, op goede gronden had besloten de verplichte zorg te beëindigen, omdat verzoeker sinds januari 2025 psychiatrisch stabiel was en geen motivatie toonde voor behandeling. De rechtbank oordeelde dat de voortzetting van de opname niet langer doelmatig en effectief was en verklaarde de klacht ongegrond. Tevens werd het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat er geen grond was voor toekenning van schadevergoeding. De beschikking is openbaar uitgesproken op 3 juni 2025.