ECLI:NL:RBDHA:2025:12861
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toetsing van de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring in het bestuursrechtelijke asielproces
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 juli 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring van eiser, opgelegd door de minister van Asiel en Migratie. De maatregel van bewaring was op 11 mei 2025 opgelegd en op 7 juni 2025 verlengd. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen aanleiding is voor een zitting, en het vooronderzoek is gesloten op 3 juli 2025. De rechtbank heeft eerder, op 2 juni 2025, de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring beoordeeld en geconcludeerd dat deze rechtmatig was tot het sluiten van het onderzoek op 28 mei 2025. De rechtbank heeft nu alleen de voortduring van de maatregel van bewaring sinds dat moment beoordeeld. Eiser betoogde dat er geen zicht op uitzetting naar Nigeria was, maar de rechtbank oordeelde dat dit geen voorwaarde is voor de voortduring van de bewaring. Eiser heeft ook aangevoerd dat een lichter middel toegepast had moeten worden, maar de rechtbank vond geen aanleiding voor een ander oordeel. Eiser betwistte de bewaringsgronden en het zorgvuldigheidsbeginsel, maar deze gronden waren eerder al beoordeeld en werden niet opnieuw gehonoreerd. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.