ECLI:NL:RBDHA:2025:13029

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 juli 2025
Publicatiedatum
18 juli 2025
Zaaknummer
09/329865-24
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor terrorismetraining en verspreiding van video’s die opruien tot terrorisme

Op 21 juli 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van verschillende terroristische activiteiten. De verdachte, geboren in 2006, had via Telegram en op zijn laptop een aanzienlijke hoeveelheid informatie verzameld die bestemd was voor het plegen van terroristische misdrijven. Hij had ook meerdere video’s op TikTok geplaatst die opriepen tot deelname aan de jihadistische strijd. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet kon worden veroordeeld voor samenspanning tot moord met een terroristisch oogmerk, omdat er geen bewijs was van een overeenkomst tot het plegen van een aanslag. Evenzo werd de verdachte vrijgesproken van de voorbereiding van een terroristisch misdrijf, ondanks dat hij zich had verdiept in jihadistisch gedachtegoed en gewelddadige uitlatingen had gedaan. De rechtbank achtte echter wel bewezen dat de verdachte kennis had verworven en gedeeld die bestemd was voor het plegen van een terroristisch misdrijf, evenals het openbaar tentoonstellen van video’s die opriepen tot een terroristisch misdrijf. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden gericht op begeleiding en toezicht door de reclassering.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/329865-24
Datum uitspraak: 21 juli 2025
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[de verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2006 te [geboorteplaats] ,
verblijfadres: [adres] , [postcode] [woonplaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzittingen van 24 februari 2025, 19 mei 2025 (beide pro forma) en 7 juli 2025 (inhoudelijke behandeling).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. N. Coenen en van wat door de verdachte en zijn raadsvrouw mr. A.M.S. Jumelet naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging op de terechtzitting van 7 juli 2025 – kort gezegd ten laste gelegd:
  • feit 1 (primair): samenspanning tot moord en/of doodslag en/of brandstichting met een terroristisch oogmerk;
  • feit 1 (subsidiair): voorbereiding van moord en/of doodslag en/of brandstichting met een terroristisch oogmerk;
  • feit 2: het verwerven en/of delen van kennis bestemd tot het plegen van een terroristisch misdrijf (deelnemen en meewerken aan training voor terrorisme);
  • feit 3: verspreiding van afbeeldingen die opruien tot een terroristisch misdrijf.
De tekst van de volledige tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van het onder 1 primair tenlastegelegde en tot bewezenverklaring van het onder 1 subsidiair, 2 en 3 tenlastegelegde.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft namens de verdachte vrijspraak van het tenlastegelegde bepleit.
3.3.
Het oordeel van de rechtbank
Inleiding
De verdenkingen zijn gegrond op een grote hoeveelheid aan informatie die is aangetroffen op de telefoon van de verdachte, zijn laptop en zijn Telegram-, WhatsApp- en TikTok-accounts. Zo heeft de verdachte op Telegram gesprekken gevoerd waarin jihadistisch gedachtegoed en het op gewelddadige wijze verspreiden van dit gedachtegoed aan bod komen en is hij lid geweest van Telegramgroepen waarin propaganda van terreurorganisatie Islamitische Staat (hierna: IS) en adviezen over het plegen van terreurdaden werden gedeeld. Daarnaast heeft hij op TikTok video’s met een jihadistische inslag gedeeld en zijn op zijn laptop meerdere bestanden aangetroffen die verband houden met jihadisme of het plegen van (jihadistische) gewelddadigheden.
Feit 1 (primair): samenspanning tot een terroristisch misdrijf
Vrijspraak
De rechtbank is, net als de raadsvrouw en de officier van justitie, van oordeel dat de primair ten laste gelegde samenspanning tot een terroristisch misdrijf niet kan worden bewezen. Volgens artikel 80 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) is van samenspanning sprake “zodra twee of meer personen overeengekomen zijn om het misdrijf te plegen”. Uit de door de verdachte gevoerde chats en de op zijn gegevensdragers aangetroffen informatie kan de rechtbank niet afleiden dat de verdachte op enig moment uitdrukkelijk de knoop heeft doorgehakt om, samen met een ander, daadwerkelijk een terroristisch misdrijf te plegen, laat staan dat daar afspraken over zijn gemaakt. De verdachte zal hier daarom van worden vrijgesproken.
Feit 1 (subsidiair): voorbereiding van een terroristisch misdrijf
Juridisch kader
Voorbereiding van een terroristisch misdrijf vereist dat de dader handelingen heeft verricht met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of te bevorderen. Het voor te bereiden of te bevorderen terroristische misdrijf hoeft niet naar tijd, plaats en wijze van uitvoering te worden geconcretiseerd, maar wel moet kunnen worden bepaald dat het handelen van de verdachte in ieder geval op enig bepaald terroristisch misdrijf is gericht. Daarnaast is het mogelijk dat op zichzelf staande handelingen geen strafbare voorbereiding opleveren, maar dat uit de combinatie van de handelingen en het gedachtegoed van de verdachte tezamen het oogmerk van de verdachte op het voorbereiden van een terroristisch misdrijf kan worden afgeleid.
Vrijspraak
De rechtbank acht ook de subsidiair ten laste gelegde voorbereiding tot een terroristisch misdrijf niet bewezen. Uit het strafdossier leidt de rechtbank af dat de verdachte online een grote hoeveelheid informatie heeft ingewonnen – onder andere over het neersteken van anderen, het maken van explosieven en het omzeilen van explosievendetectie – die voor het begaan van een terroristisch misdrijf zou kunnen worden aangewend en dat hij in het bezit was van materiaal dat het jihadisme propageert. Daarnaast heeft de verdachte met anderen besproken welk gewelddadig lot, volgens zijn interpretatie van de islam, andersgelovigen verdienden en heeft hij geprobeerd anderen ervan te overtuigen dat deze interpretatie van de islam de enige juiste is. Tot slot heeft de verdachte zelfs gesprekken gevoerd over mogelijke doelwitten of locaties voor een aanslag, waarmee de verdachte erop heeft gezinspeeld dat hij anderen om het leven wil brengen. Aan de hand van de context van deze uitlatingen constateert de rechtbank dat de verdachte een jihadistisch gedachtegoed aanhing, dat zijn gewelddadige uitlatingen gemeende frustraties en verwensingen bevatten en dat hij zich aan het oriënteren was of hij met gewelddadigheden zijn geloofsbelijdenis zou kunnen dienen. De rechtbank is van oordeel dat hieruit blijkt dat de verdachte geradicaliseerd was en verwerpelijke uitlatingen heeft gedaan, maar ziet onvoldoende aanwijzingen om te concluderen dat deze handelingen – ook niet in onderlinge samenhang bezien – aan te merken zijn als voorbereidingshandelingen voor het plegen van moorden of brandstichtingen met een terroristisch motief. De verdachte zal daarom ook van dit feit worden vrijgesproken.
Feit 2: training voor terrorisme
Juridisch kader
De strafbaarstelling van artikel 134a Sr ziet op gedragingen – te weten het zich of een ander opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen of trachten te verschaffen – die in enig verband staan met een terroristische training. Onder training voor terrorisme moet worden verstaan het verwerven of een ander bijbrengen van kennis of vaardigheden tot het plegen van een terroristisch misdrijf dan wel een misdrijf ter voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf. Hierbij is vereist dat de verdachte het oogmerk heeft om die kennis of vaardigheden voor een terroristisch misdrijf aan te wenden. Voor het zich verwerven of een ander bijbrengen van kennis of vaardigheden voor een terroristisch misdrijf volstaat voorwaardelijk opzet. Onder terroristische misdrijven worden misdrijven met een terroristisch oogmerk geschaard. Artikel 83a Sr definieert een terroristisch oogmerk als “het oogmerk om de bevolking of een deel der bevolking van een land ernstige vrees aan te jagen, dan wel een overheid of internationale organisatie wederrechtelijk te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden, dan wel de fundamentele politieke, constitutionele, economische of sociale structuren van een land of een internationale organisatie ernstig te ontwrichten of te vernietigen”.
Verwerven en delen van kennis bestemd tot een terroristisch misdrijf
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte met het inwinnen van informatie en het voeren van gesprekken over jihadisme, zoals hiervoor is besproken, kennis heeft verworven en gedeeld die bestemd is tot het plegen van een terroristisch misdrijf. De verklaring van de verdachte dat hij slechts uit nieuwsgierigheid jihadistische berichten heeft bekeken die voorbijkwamen in Telegramgroepen en op social media acht de rechtbank – in het licht van wat op zijn gegevensdragers en op die social media-accounts is aangetroffen – ongeloofwaardig. De rechtbank wijst hierbij op (de context van) enkele gesprekken die de verdachte heeft gevoerd, waaruit naar het oordeel van de rechtbank volgt dat de verdachte met overtuiging het plegen van geweld tegen andersgelovigen verdedigt en goedpraat en op een (privé-)notitie die op de telefoon van de verdachte is aangetroffen, waarin het gaat over de mentale worstelingen die hij door zijn aanhang van extremistisch gedachtegoed ervaart. Daaruit stelt de rechtbank vast dat de verdachte bevangen was door het jihadisme, dat hij zich aan het verdiepen was of hij ten behoeve van zijn geloofsbelijdenis op den duur deel uit zou kunnen maken van een gewapende strijd en dat hij met het oog op deze mogelijk aankomende strijd kennis heeft opgedaan met het oogmerk om deze in die strijd te kunnen toepassen. De rechtbank ziet het deelnemen aan de jihadistische strijd als een terroristisch misdrijf, omdat het een feit van algemene bekendheid is dat deze strijd gepaard gaat met (extreem) bruut geweld dat erop is gericht om (een deel van) de bevolking ernstige vrees aan te jagen of de fundamentele structuren van een land ernstig te ontwrichten. Daarnaast heeft de verdachte met anderen kennis en ideeën over het plegen van aanslagen uitgewisseld, waarmee hij op de koop toe heeft genomen dat hij een ander behulpzaam heeft kunnen zijn bij de voorbereiding van enig terroristisch misdrijf.
Medeplegen
Betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard wanneer is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. Hoewel de verdachte op momenten terrorisme-gerelateerde informatie met anderen heeft uitgewisseld, acht de rechtbank deze contactmomenten te summier van aard om te kunnen spreken van een nauwe en bewuste samenwerking bij het verwerven en delen van die informatie. De verdachte zal daarom van het medeplegen worden vrijgesproken.
Conclusie
De rechtbank acht het verwerven en delen van kennis bestemd tot het plegen van een terroristisch misdrijf bewezen.
Feit 3: verspreiding opruiende informatie
Juridisch kader
Van opruiing in de zin van artikel 132 Sr is in elk geval sprake als in het openbaar rechtstreeks wordt aangespoord tot strafbaar handelen waarbij het in dit geval moet gaan om opruiing tot een terroristisch misdrijf. Ook beïnvloeding op indirecte wijze kan opruiend zijn, namelijk als met bepaalde uitingen wordt beoogd de geesten rijp te maken voor strafbaar handelen. Het uiten van grote waardering voor de strijd van terreurgroepen en de bewondering voor diegenen die aan de zijde van die terreurgroepen meevechten, impliceert dat meedoen navolging verdient en kan daarom als opruiend worden aangemerkt. Ook het verheerlijken van een martelaarsdood in die strijd is een uiting van een zodanig intense bewondering dat die op zichzelf ook aanzet tot navolging.
Of sprake is van een opruiende afbeelding hangt dus af van de afbeeldingen en bewoordingen die in een video (kunnen) worden gezien en gehoord, de kennelijke bedoeling van de video, de context waaronder de video is opgenomen, de plaats en gelegenheid waarbij de video is gedeeld en de doelgroep tot wie de video kennelijk was gericht. Daarbij is (dus) vereist dat de opruiing in het openbaar plaatsvindt. Het internet en social media, zoals TikTok, vallen aan te merken als een openbare plaats, mits het publiek toegang heeft tot de internetpagina waarop de teksten zijn weergegeven. Verder dient te worden getoetst of de opruiing is gericht op een terroristisch misdrijf. Voor opruiing als bedoeld in artikel 132 Sr is niet nodig dat de verdachte opzettelijk opruit. Zijn opzet moet zijn gericht op het verspreiden, openlijk tentoonstellen, aanslaan of met (een van) deze doelen in voorraad hebben van de video’s en daarnaast zal hij de opruiende inhoud daarvan moeten kennen of ernstige reden moeten hebben die inhoud ervan te vermoeden.
Openbaar tentoonstellen van afbeeldingen die opruien tot een terroristisch misdrijf
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het openbaar tentoonstellen van afbeeldingen (in video’s) die opruien tot een terroristisch misdrijf. De verdachte heeft niet betwist dat hij de video’s op zijn TikTok-account, zijnde een voor het publiek toegankelijke plaats, heeft geplaatst. Vervolgens moet de rechtbank de vraag beantwoorden of de uitlatingen in de video’s opruien tot een terroristisch misdrijf. De politie heeft onderzoek gedaan naar TikTok-video’s die door de verdachte online en openbaar zijn geplaatst en benoemd dat het overgrote deel van deze video’s een inhoud bevat die strekt tot het verheerlijken van jihadisme en het voeren van een gewelddadige strijd tegen andersgelovigen. De rechtbank is, gelet op de expliciet gewelddadige inhoud van de video’s en het (hiervoor uiteengezette) jihadistische gedachtegoed van de verdachte, van oordeel dat de video’s oproepen tot het – indien nodig met geweld – verspreiden van (jihadistisch-) islamitisch gedachtegoed, dat de verdachte wist dat de video’s deze boodschap droegen en dat hij de video’s heeft geplaatst met de intentie om deze boodschap te verspreiden. Het te plegen misdrijf waartoe wordt opgeroepen, ziet de rechtbank als een terroristisch misdrijf, aangezien het geweld waartoe wordt opgeroepen, zou worden gepleegd met het oogmerk om (een deel van) de bevolking ernstige vrees aan te jagen of de fundamentele structuren van een land ernstig te ontwrichten.
Conclusie
De rechtbank acht het openbaar tentoonstellen van afbeeldingen die opruien tot een terroristisch misdrijf bewezen.
3.4.
De bewezenverklaring
De rechtbank is van oordeel dat feiten 2 en 3 wettig en overtuigend zijn bewezen.
De rechtbank heeft in bijlage II opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
2
hij in de periode van 4 juni 2024 tot en met 10 oktober 2024 in Nederland kennis heeft verworven en een ander heeft bijgebracht ter voorbereiding van een terroristisch misdrijf, te weten,
- het opzettelijk brand stichten en een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel en levensgevaar voor een ander te duchten is en dit feit iemands dood ten gevolge heeft, te begaan met een terroristisch oogmerk en
- moord en doodslag te begaan met een terroristisch oogmerk,
immers heeft verdachte, telkens ten behoeve van de gewapende Jihadstrijd, in welke strijd brandstichtingen, het teweegbrengen van ontploffingen, moorden en doodslagen worden gepleegd met een terroristisch oogmerk,
- zich het radicaal-extremistisch gedachtegoed van de gewapende Jihadstrijd met een terroristisch oogmerk, gevoerd door de terroristische organisatie Islamic State (IS) dan wel Islamic State of Iraq and Shaam (ISIS) of Islamic State of Iraq and Levant (ISIL) eigen gemaakt, en
- aan een ander persoon advies en begeleiding gevraagd bij het plannen en voorbereiden van aanslagen uit naam van de Islamitische Staat waarbij De Tweede Kamer en politiebureaus en rechtbanken en kerken als mogelijke aanslaglocaties worden genoemd en het ontvoeren en onthoofden en doden van [naam 1] , zijnde de voorman van [groepering 1] , als mogelijk doelwit wordt genoemd en
- advies gevraagd over hoe in IS gebied te komen en
- informatie uitgewisseld hoe je aan handleidingen of instructievideo’s kan komen die gaan over het maken van explosieven met huishoudelijke spullen en hoe je het beste iemand neer kan steken;
- een video opgeslagen en bekeken waarin werd getoond hoe explosieven bij veiligheidsonderzoeken op vliegvelden kunnen worden ontdekt en hoe explosieven gemaakt kunnen worden en wat potentiële doelwitten kunnen zijn bij het claimen van een aanslag.
3
hij in de periode van 25 april 2024 tot en met 25 augustus 2024 in Nederland afbeeldingen waarin tot enig strafbaar feit wordt opgeruid, terwijl datgeen waartoe wordt opgeruid terroristische misdrijven inhoudt, heeft openlijk tentoongesteld, terwijl hij wist dat
inde afbeeldingen zodanige opruiing voorkomt,
immers heeft verdachte op
deopenbare sociale media-applicatie “TikTok” video
s geplaatst waaronder
- video’s van de Belgische leider van [groepering 2] en video’s met informatie over het Jihadistisch gedachtegoed en deelname aan de gewapende Jihadistische strijd en video’s waarin het martelaarschap wordt verheerlijkt;
- één video van wereldleiders en [naam 3]
,waarin geluidseffecten van een explosie, zwaard of mes te horen
zijn;
- een video van een IS strijder ( [naam 2] ) met een audio waarin een strijdlied (Nasheed) en een gesproken tekst
zijnte horen waarin de gewapende strijd en het martelaarschap wordt verheerlijkt.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee jaar, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en daarbij de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit om, bij een veroordeling, (primair) een gevangenisstraf ter hoogte van het reeds door de verdachte ondergane voorarrest, dan wel (subsidiair) een taakstraf – eventueel in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf – op te leggen. Verder heeft de raadsvrouw verzocht om bij de strafoplegging het jeugdstrafrecht toe te passen.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straffen zijn in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het verwerven en delen van kennis bestemd tot het plegen van een terroristisch misdrijf en de verspreiding van video’s die opruien tot een terroristisch misdrijf. Via Telegram heeft de verdachte informatie uitgewisseld over potentiële doelwitten en locaties voor het plegen van een aanslag voor de jihadistische strijd en aan IS-gelieerde (Telegram)groepen bezocht die jihadisme en terrorisme verheerlijken en ondersteunen. Daarnaast zijn op zijn laptop veel bestanden aangetroffen die verband houden met extremistisch gedachtegoed, waaronder een handleiding voor het plegen van een aanslag met een explosief. Tot slot heeft de verdachte op TikTok video’s gedeeld die anderen oproepen tot inzet voor een gewelddadige jihadistische strijd. Met zijn handelen heeft de verdachte het risico genomen dat hij anderen hiertoe aanzet.
Terreurdaden, zoals aanslagen op openbare plekken, bedreigen de democratische rechtsstaat en de internationale gemeenschap. Deze aanslagen worden gepleegd vanuit een intolerante religieuze ideologie, waarbij wordt geprobeerd het eigen gelijk op gewelddadige wijze aan anderen op te leggen. Hierbij worden – zo blijkt ook uit het bij de verdachte aangetroffen materiaal – geen middelen en methoden geschuwd en zijn onschuldige burgers vaak het slachtoffer. Dergelijke acties wakkeren dan ook veel angst aan binnen de maatschappij en zijn onverenigbaar met de democratische en rechtsstatelijke principes waarop de Nederlandse samenleving is gefundeerd.
Strafblad
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 28 januari 2025, waaruit blijkt dat hij niet eerder voor een strafbaar feit is veroordeeld. Dit heeft geen invloed op de straf, omdat een blanco strafblad het uitgangspunt is.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van het duidingsrapport van de NTA met betrekking tot de verdachte van 19 juni 2025. Hierin wordt geconcludeerd dat de verdachte middenin een veranderings- en bewustwordingsproces van zijn religieuze ideologie zit en, gezien zijn jeugdigheid en immature religieuze vorming, in positieve en negatieve zin sterk beïnvloedbaar is. Deze beïnvloedbaarheid biedt aanknopingspunten voor theologische begeleiding, maar vormt ook een risicofactor voor verdere radicalisering. Daarnaast heeft de rechtbank kennisgenomen van reclasseringsadviezen over de verdachte van 7 januari 2025, 24 februari 2025 en 2 juli 2025. De reclassering sluit zich aan op het duidingsrapport van de NTA en schat het risico op extremistisch geweld in als matig. Bij veroordeling van de verdachte adviseert de reclassering bijzondere voorwaarden (gericht op het gedrag van de verdachte) aan een voorwaardelijke straf te verbinden.
Jeugdstrafrecht
De verdachte was ten tijde van het plegen van de feiten meerderjarig en de reclassering heeft negatief geadviseerd over toepassing van het jeugdstrafrecht. Gelet hierop ziet de rechtbank geen aanleiding om bij de strafoplegging, in plaats van het volwassenenstrafrecht, het jeugdstrafrecht te hanteren.
Straf
Gelet op wat hiervoor is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een lichtere of andere sanctie dan een straf die deels onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, passend en geboden. De rechtbank acht een voorwaardelijk strafdeel, met een proeftijd van twee jaren en daaraan de door de reclassering geadviseerde voorwaarden, passend om de ernst van de gepleegde feiten tot uitdrukking te brengen, de verdachte ervan te weerhouden zich in de toekomst opnieuw aan strafbare feiten schuldig te maken en te bewerkstelligen dat door begeleiding van de verdachte de kans op recidive wordt teruggedrongen. Op de terechtzitting heeft de verdachte toegezegd mee te zullen werken aan de door de reclassering geadviseerde voorwaarden.

7.De inbeslaggenomen voorwerpen

7.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat het op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen (beslaglijst, die als bijlage III aan dit vonnis is gehecht) onder 1 genoemde voorwerp, te weten een telefoon van de verdachte, zal worden verbeurdverklaard.
7.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen standpunt op de vordering van de officier van justitie ingenomen.
7.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal het op de beslaglijst onder 1 genoemde voorwerp, te weten een telefoon van de verdachte, verbeurdverklaren. Dit voorwerp is voor verbeurdverklaring vatbaar, aangezien dit voorwerp aan de verdachte toebehoort en met behulp van dit voorwerp de bewezenverklaarde feiten zijn begaan of voorbereid.
Bij de vaststelling van deze bijkomende straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.

8.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straffen zijn gegrond op artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 57, 132 en 134a van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

9.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 primair en 1 subsidiair ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.4 bewezen is verklaard;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 2:
zich kennis of vaardigheden verwerven en een ander kennis of vaardigheden bijbrengen tot het plegen van een terroristisch misdrijf;
ten aanzien van feit 3:
een afbeelding waarin tot enig strafbaar feit wordt opgeruid, openlijk tentoonstellen, terwijl hij weet dat in de afbeelding zodanige opruiing voorkomt, terwijl het strafbare feit waartoe wordt opgeruid een terroristisch misdrijf inhoudt, meermalen gepleegd;
verklaart de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot:
een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (TWAALF) MAANDEN;
bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot
6 (zes) maanden, niet zal worden tenuitvoergelegdonder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
Meldplicht
- zich gedurende de proeftijd meldt bij de Reclassering Nederland (contactpersoon F. Lommers, telefoonnummer 06-11515914) op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zolang de reclassering dat noodzakelijk acht;
Verbod kennisneming extremistische informatie
- gedurende de proeftijd geen contact legt of laat leggen – direct of indirect, in persoon of digitaal – met jihadistisch, extremistisch en radicaal materiaal en vermijdt dat er jihadistisch, extremistisch of radicaal materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt en verder wordt verspreid, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
Theologische begeleiding
- gedurende de proeftijd – zolang de reclassering dit noodzakelijk acht – zijn medewerking verleent aan het voeren van inhoudelijke gesprekken met een theologisch deskundige van de NTA (Nuance door Training & Advies), waarbij de theologisch deskundige de gespreksonderwerpen bepaalt en zijn bevindingen zal terugkoppelen aan de reclassering;
Vast verblijfadres
- gedurende de proeftijd zal verblijven op het adres [adres] , [postcode] [woonplaats] , tenzij de reclassering toestemming verleent voor wijziging van het verblijfadres;
Medewerking op verschillende leefgebieden
- gedurende de proeftijd – zolang de reclassering dit noodzakelijk acht – zijn medewerking verleent aan en een actieve inspanning verricht voor (een traject gericht op) het verkrijgen en het behouden van woonruimte, schuldhulpverlening, een legaal inkomen en een structurele en zinvolle (betaalde) dagbesteding, waarbij de reclassering kan bepalen dat de veroordeelde hiertoe dient mee te werken met de gemeente waarin hij woont of met andere instanties en waarbij de veroordeelde toestemming geeft voor uitwisseling van informatie tussen de reclassering en de betrokken instanties;
geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
verklaart verbeurd het op de beslaglijst onder 1 genoemde voorwerp, te weten: 1 STK telefoontoestel.
Dit vonnis is gewezen door
mr. E.R.F. van Engelen, voorzitter,
mr. S.M. Krans, rechter,
mr. G. Kuijper, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. F. Aksu, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 21 juli 2025.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
1
hij, op één (of meer) tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 4 juni 2024 tot en met 20 augustus 2024 te [plaats] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, (telkens) heeft samengespannen tot het plegen van moord en/of doodslag en/of een ontploffing teweeg brengen (een misdrijf omschreven in artikel 289 en/of artikel 288a en/of 157 jo 176b van het Wetboek van Strafrecht), terwijl dit misdrijf zou worden gepleegd met een terroristisch oogmerk, immers hebben verdachte en/of zijn mededader(s) met elkaar
- zich het radicaal extremistisch gedachtegoed van de gewapende Jihadstrijd met een terroristisch oogmerk, gevoerd door de (terroristische) organisatie Islamic State (IS) dan wel Islamic State of Iraq and Shaam (ISIS) en/of Islamic State of Iraq and Levant (ISIL), althans (een) aan IS gelieerde organisatie(s), althans (een) organisatie die de gewapende Jihadstrijd voorstaat, eigen gemaakt,
- middels Telegram, althans internet contact gezocht met één of meer pers(o)n(en) en/of contact met elkaar en/of anderen gehad om het plegen van één of meer aanslag(en) op bepaalde objecten in Nederland (zoals de Tweede Kamer en/of politiebureaus en/of rechtbanken en/of kerken) en/of het ontvoeren en/of onthoofden en/of doden van [naam 1] , zijnde de voorman van [groepering 1] en/of in welk land je een Jihad en/of een shooting kan doen, te bespreken;
subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een
veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 4 juni 2024 tot en met 20 augustus 2024 te [plaats] , in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om ter voorbereiding en/of ter bevordering van de/het (meermalen) te plegen misdrij(f)(ven) omschreven in artikel 289(a) en/of 288(a) jo 83 en/of 157 jo 176a en 176b van het Wetboek van Strafrecht, te weten:
- moord en/of doodslag, (te) begaan met een terroristisch oogmerk, en/of
- het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands dood ten gevolge heeft, (te) begaan met een terroristisch oogmerk
- een ander heeft trachten te bewegen om het misdrijf te plegen, te doen plegen of mede te plegen, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen en/of
- gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van het misdrijf aan zich en/of anderen heeft verschaft en/of heeft trachten te verschaffen en/of
- voorwerpen voorhanden heeft gehad waarvan hij wist dat zij bestemd zijn tot het plegen van het/de misdrij(f)(ven),
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen, (telkens) ten behoeve van één of meer (te plegen) aanslag(en) op één of meer locatie(s) in Nederland en/of één of meer perso(o)n(en) en/of één of meer objecten door het gebruik van één of meer bom(men) en/of explosie(f)(ven) en/of gifgas(sen),
- zich het radicaal extremistisch gedachtegoed van de gewapende Jihadstrijd met een terroristisch oogmerk, gevoerd door de (terroristische) organisatie Islamic State (IS) dan wel Islamic State of Iraq and Shaam (ISIS) en/of Islamic State of Iraq and Levant (ISIL), althans (een) aan IS gelieerde organisatie(s), althans (een) organisatie die de gewapende Jihadstrijd voorstaat, eigen gemaakt,
- één of meer social media kana(a)((en) en/of mediaplatform(s) en/of Telegramgroep(en) (waaronder AIBattarMedia en/of Server Archive) gevolgd en/of bezocht, waarop (digitale)
bestanden en/of berichten worden gedeeld afkomstig van (onder meer) officiële
IS-mediakanalen betreffende instructies en/of handleidingen voor (het gebruik en/of het vervaardigen van) wapens en/of explosieven en/of
- digitale bestanden met (enorme hoeveelheden) jihadistisch materiaal gedownload en/of opgeslagen en/of gedeeld en/of verspreid en/of voorhanden gehad, welke bestanden (onder meer) bestonden uit video’s van martelingen, executies en/of aanslagen en/of militaire trainingsvideo’s en/of video’s en/of handleidingen voor het maken van explosieven en/of drones met explosieven en/of wapens en/of hoe je iemand kan neersteken afkomstig van onder meer de Islamitische Staat en/of een video met een uitleg over hoe explosieven kunnen worden ontdekt bij veiligheidsonderzoeken op onder andere vliegtuigvelden en/of deze bestanden en/of video’s bekeken en/of bestudeerd en/of
- middels Telegram, althans internet contact gezocht en/of onderhouden met één of meer pers(o)n(en) en/of gecommuniceerd over de mogelijkheid van het plegen van één of meer aanslag(en) uit naam van de Islamitische Staat en/of advies en/of begeleiding gevraagd bij het plannen en/of voorbereiden van een of meer aanslag(en), waarbij verdachte en/of zijn mededader mogelijke aanslagobjecten en/of locaties benoemen zoals: de Tweede Kamer en/of politiebureaus en/of rechtbanken en/of kerken en/of de stad Den Haag en/of
- de mogelijkheid tot het ontvoeren en/of onthoofden en/of doden van [naam 1] (zijnde de voorman van [groepering 1] ) hebben besproken;
2
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 4 juni 2024 tot en met 10 oktober 2024 te [plaats] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (meermalen), zich en/of (een) ander(en) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of heeft trachten te verschaffen en/of kennis en/of vaardigheden heeft verworven en/of (een) ander(en) heeft bijgebracht, tot het plegen van een terroristisch misdrijf en/of een misdrijf ter voorbereiding en/of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf, te weten,
- het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands dood ten gevolge heeft, (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of
- moord en/of doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s), telkens ten behoeve van de gewapende Jihadstrijd, in welke strijd brandstichtingen, het teweegbrengen van ontploffingen, moorden en doodslagen worden gepleegd met een terroristisch oogmerk,
- zich het radicaal extremistisch gedachtegoed van de gewapende Jihadstrijd met een terroristisch oogmerk, gevoerd door de (terroristische) organisatie Islamic State (IS) dan wel Islamic State of Iraq and Shaam (ISIS) en/of Islamic State of Iraq and Levant (ISIL), althans (een) aan IS gelieerde organisatie(s), althans (een) organisatie die de gewapende Jihadstrijd voorstaat, eigen gemaakt, en/of
- aan (één) of meer mededader(s), in elk geval (een) ander(en) perso(o)n(en) advies en/of begeleiding gevraagd bij het plannen en/of voorbereiden van een of meer aanslag(en) uit naam van de Islamitische Staat waarbij De Tweede Kamer en/of politiebureaus en/of rechtbanken en/of kerken als mogelijke aanslaglocaties worden genoemd en/of het ontvoeren en/of onthoofden en/of doden van [naam 1] , zijnde de voorman van [groepering 1] , als mogelijk doelwit wordt genoemd)
en/of
- advies gevraagd over hoe in IS gebied te komen en/of
- informatie uitgewisseld hoe je aan handleidingen of instructievideo’s kan komen die gaan over het maken van explosieven met huishoudelijke spullen en/of hoe je het beste iemand neer kan steken;
- een video/filmpje gedownload en/of opgeslagen en/of bekeken en/of voorhanden gehad waarin werd getoond hoe explosieven bij veiligheidsonderzoeken op vliegvelden kunnen worden ontdekt en /of hoe explosieven gemaakt kunnen worden en/of wat potentiële doelwitten kunnen zijn bij het claimen van een aanslag,
in elk geval (telkens) (digitale) afbeeldingen en/of documenten en/of handleidingen en/of instructies en/of informatie betreffende het Jihadistisch gedachtegoed en/of aanwijzingen en/of instructies over (de ondersteuning van) de gewapende Jihadstrijd gedownload en/of opgeslagen en/of gedeeld en/of verspreid en/of voorhanden gehad.
3
hij, op één (of meer) tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 25 april 2024 tot en met 25 augustus 2024 te [plaats] , in elk geval in Nederland, een of meer geschrift(en) en/of afbeelding(en) waarin tot enig strafbaar feit of tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag wordt opgeruid, terwijl datgeen waartoe wordt opgeruid (een) terroristisch(e) misdrij(f)(ven) dan wel (een) misdrij(f)(ven) ter voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf inhoudt, heeft verspreid, openlijk tentoongesteld en/of aangeslagen en/of om te verspreiden en/of openlijk tentoon te stellen of aan te slaan, in voorraad heeft gehad, terwijl hij wist of ernstige reden had om te vermoeden dat de afbeelding(en) en/of video(‘s) en/of audiobestand(en) zodanige opruiing voorkomt,
immers heeft verdachte (telkens) op het openbare sociale media applicatie “TikTok”, althans op internet, een of meer video(s’) en/of afbeelding(en) en/of audiobestand(en) en/of bericht(en) geplaatst waaronder:
- één (of meer) video’s van de Belgische leider van [groepering 2] en/of video’s met informatie over het Jihadistisch gedachtegoed en/of deelname aan de gewapende Jihadistische strijd en/of video’s waarin het martelaarschap wordt verheerlijkt
- één of meer video’s/afbeeldingen van wereldleiders en/of [naam 3] en waarin geluidseffecten van een explosie, zwaard en/of mes te horen is
- een video van een IS strijder ( [naam 2] ) met een audio waarin een strijdlied (Nasheed) en een gesproken tekst is te horen waarin de gewapende strijd en het martelaarschap wordt verheerlijkt.