ECLI:NL:RBDHA:2025:13039
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewaring van een Marokkaanse vreemdeling en voortduren van de maatregel van bewaring
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 juni 2025 uitspraak gedaan in een vervolgberoep van een Marokkaanse vreemdeling tegen de maatregel van bewaring die door de Minister van Asiel en Migratie was opgelegd. De maatregel van bewaring was gebaseerd op artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser, die stelt de Marokkaanse nationaliteit te hebben en geboren te zijn in 1998, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de argumenten van eiser nagenoeg identiek zijn aan die in een eerder vervolgberoep. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat eiser niet heeft gereageerd op de voortgangsrapportage van de minister. De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring eerder rechtmatig was bevonden en dat er geen nieuwe feiten zijn die de rechtmatigheid van het voortduren van de maatregel in twijfel trekken. De rechtbank concludeert dat er zicht is op uitzetting naar Marokko en dat de minister voldoende voortvarend handelt. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 18 juni 2025.