ECLI:NL:RBDHA:2025:13049
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens ontbreken van beroepsgronden
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 juli 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser, die door de minister van Asiel en Migratie was afgewezen. De rechtbank heeft het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift geen gronden bevatte. Eiser had op 20 juni 2025 een asielaanvraag ingediend, maar de minister heeft deze buiten behandeling gesteld. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld, maar heeft verzuimd om binnen de gestelde termijn gronden in te dienen. De rechtbank heeft eiser de gelegenheid gegeven om dit verzuim te herstellen, maar eiser heeft hierop niet gereageerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen verschoonbare reden is voor het ontbreken van de gronden, waardoor het beroep niet inhoudelijk kon worden behandeld. De uitspraak is openbaar gemaakt en bevat informatie over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.