ECLI:NL:RBDHA:2025:13091
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig nemen van besluit op asielaanvraag en verzoek om proceskostenvergoeding
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, uitspraak gedaan in een verzoek om proceskostenvergoeding. De verzoeker had eerder beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de minister van Asiel en Migratie op zijn asielaanvraag van 21 september 2021. De rechtbank had in een eerdere procedure bepaald dat de minister binnen acht weken een besluit moest nemen en dat bij overschrijding van deze termijn een dwangsom van € 100,- per dag, met een maximum van € 7.500,-, verschuldigd zou zijn.
Verzoeker heeft op 3 juli 2025 het beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten, omdat de minister niet tijdig had beslist. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister ten tijde van het indienen van het beroep nog geen besluit had genomen. Hierdoor is de minister verplicht om de proceskosten van verzoeker te vergoeden. De rechtbank heeft de kosten vastgesteld op € 453,50.
De uitspraak is gedaan door mr. A. Sibma, rechter, in aanwezigheid van F.Q. Peters, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. De uitspraak is bekendgemaakt op 18 juli 2025. Verzoeker heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de bekendmaking van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.