ECLI:NL:RBDHA:2025:13201
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 21 juli 2025, wordt het beroep van eisers tegen de minister van Asiel en Migratie behandeld. Eisers hebben een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf op 13 maart 2023, maar de minister heeft pas op 6 februari 2025 beslist. Eisers hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit op 5 maart 2025 en hebben op 23 april 2025 beroep ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep niet ontvankelijk is, omdat het is ingediend nadat de minister een besluit had genomen, wat niet voldoet aan de vereisten voor een beroep tegen het niet tijdig beslissen. De rechtbank wijst het verzoek om vrijstelling van het griffierecht toe, waardoor eisers geen griffierecht hoeven te betalen. De rechtbank concludeert dat de minister geen proceskosten aan eisers hoeft te vergoeden en verklaart het beroep niet-ontvankelijk.