ECLI:NL:RBDHA:2025:13206

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 juli 2025
Publicatiedatum
21 juli 2025
Zaaknummer
NL25.18605
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Proceskostenveroordeling in asielaanvraagzaak

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 21 juli 2025, gaat het om een verzoek van de verzoeker, vertegenwoordigd door mr. V.L. van Wieringen, om de Minister van Asiel en Migratie te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld. Verzoeker had beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. Na het indienen van het beroep heeft de minister alsnog een besluit genomen, waarna verzoeker zijn beroep heeft ingetrokken en om proceskostenvergoeding heeft gevraagd. De rechtbank constateert dat de minister aan verzoeker tegemoet is gekomen door alsnog een beslissing te nemen op de aanvraag. De minister heeft toegezegd de proceskostenvergoeding aan verzoeker te betalen. De rechtbank oordeelt dat het verzoek kennelijk gegrond is en veroordeelt de minister tot betaling van de proceskosten, vastgesteld op € 453,50. Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Sibma, rechter, in aanwezigheid van mr. B.A. Smit, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.18605

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], verzoeker,

V-nummer: [nummer],
(gemachtigde: mr. V.L. van Wieringen),
en

de Minister van Asiel en Migratie, de minister.

Inleiding

1. Deze uitspraak gaat over het verzoek van verzoeker om de minister te veroordelen in de vergoeding van de proceskosten.
1.1.
De rechtbank doet uitspraak zonder zitting. [1]

Beoordeling door de rechtbank

2. Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. Vervolgens heeft de minister alsnog een besluit genomen. Verzoeker heeft daarop het beroep ingetrokken en daarbij gevraagd om de minister te veroordelen in de vergoeding van de proceskosten. [2]
3. De rechtbank stelt vast dat de minister aan verzoeker tegemoet is gekomen door tijdens het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit alsnog een beslissing te nemen op de aanvraag van verzoeker.
4. De minister heeft toegezegd de proceskostenvergoeding aan verzoeker te zullen betalen.

Conclusie en gevolgen

5. Het verzoek is kennelijk gegrond. De minister moet de door verzoeker gemaakte proceskosten vergoeden. Deze kosten stelt de rechtbank vast op € 453,50. [3]

Beslissing

De rechtbank veroordeelt de minister in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van
€ 453,50.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Sibma, rechter, in aanwezigheid van mr. B.A. Smit, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over verzet
Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Artikel 8:75 en 8:75a van de Awb, nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb).
3.Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door de gemachtigde verleende rechtsbijstand, waarbij 1 punt is gerekend voor het indienen van het beroepsschrift met een waarde per punt van € 907,- en een wegingsfactor van 0,5.