Uitspraak
Gezagsuitoefening en kinderalimentatie
Beschikking op het op 18 maart 2024 ingekomen verzoek van:
[de vader] ,
[de moeder] ,
Procedure
- als
- het verzoek van de vader om hem met het eenhoofdig gezag over [minderjarige 1] te belasten afgewezen;
- bepaald dat de behandeling van het verzoek met betrekking tot de hoofdverblijfplaats, de kinderbijslag en de kinderalimentatie pro-forma wordt aangehouden in afwachting van het hulpverleningstraject Parallel Solo Ouderschap;
- iedere verdere beslissing ten aanzien van de hoofdverblijfplaats, kinderbijslag, kinderalimentatie en de proceskosten aangehouden.
- het F9-bericht van 1 november 2024, met bijlage, van de zijde van de moeder;
- het F9-bericht van 8 november 2024 van de zijde van de vader;
- het F9-bericht van 3 april 2025, met bijlagen, van de zijde van de vader;
- het F9-bericht van 8 april 2025, met bijlagen, van de zijde van de moeder.
de verzoeken van de vader:
moeder kinderalimentatie voor [minderjarige 1] te betalen (dan wel de kinderalimentatie op nihil te stellen),
de (bij F9-bericht van 8 april 2025) gewijzigde verzoeken van de moeder:
justitie te bepalen zorgregeling vast te stellen):
- [minderjarige 1] verblijft elke dinsdag van 17.30 uur tot 19.00 uur bij de moeder;
- [minderjarige 1] verblijft in de even weken (gelijk met halfzusje [minderjarige 2] ) op zaterdag van
12.00 uur tot 16.00 uur bij de moeder,
om de vader te verplichten om de moeder eens per maand per e-mail op de hoogte te stellen van de aangelegenheden zoals genoemd onder punt 15 van het aanvullend verzoekschrift, op straffe van een dwangsom van € 250,- per keer dat de informatieregeling niet wordt nagekomen, met een maximum van € 25.000,-,
Volgens de vader kan hij [minderjarige 1] niet dwingen tot contact met zijn moeder. Daarnaast staat het de moeder volgens de vader altijd vrij om zelf met [minderjarige 1] te appen/te bellen, bij zijn voetbaltrainingen/-wedstrijden langs te gaan of om [minderjarige 1] op te zoeken tijdens zijn baantje bij de Jumbo.
“(…) De rechtbank is van oordeel dat het in het belang van [minderjarige 1] is dat er – in afwachting van het resultaat van het hulpverleningstraject – een voorlopige zorgregeling met zijn moeder wordt vastgelegd, zodat hij weet waar hij aan toe is. De beslissing of hij wel of niet naar zijn moeder gaat, mag niet aan [minderjarige 1] overgelaten worden. De rechtbank benadrukt dat de vader zich in moet zetten om [minderjarige 1] te stimuleren om naar zijn moeder te gaan. Die emotionele toestemming lijkt nu te ontbreken. Dat de vader tegen [minderjarige 1] zegt dat hij naar zijn moeder mag gaan wanneer hij dat echt zelf wil en dat de vader zegt dat hij [minderjarige 1] dan niet zal tegenhouden, is onvoldoende stimulans. Deze beslissing kan niet bij een twaalfjarige worden neergelegd en legt te veel druk op [minderjarige 1] . De rechtbank zal deze druk bij [minderjarige 1] wegnemen door een voorlopige regeling vaststellen waarbij [minderjarige 1] bij zijn moeder is op dinsdag uit school tot voor het avondeten. Op deze manier is er regelmatig contact tussen [minderjarige 1] en zijn moeder en kan [minderjarige 1] ook tijd doorbrengen met zijn bij de moeder wonende halfzus [minderjarige 2] . In onderling overleg kan deze voorlopige regeling uitgebreid worden, een en ander in afwachting van het hulpverleningstraject Parallel Solo Ouderschap. (…)”
‘zo gaan we het doen: je eet dinsdagavond bij je moeder en ik zie je om 19.30 uur weer’aan te nemen en dit contact als een (positief!) gegeven te presenteren.
Omdat de moeder [minderjarige 1] – anders dan de vader – veel minder ziet en meemaakt heeft haar informatiebehoefte vooral betrekking op het algemene welzijn van [minderjarige 1] .
aangeeft dat moeder de door haar benodigde informatie (als gezaghebbende ouder) zelf kan opvragen bij de school en de orthodontist van [minderjarige 1] , via de voetbal-app (wedstrijdlocaties en -tijden) en dat ze [minderjarige 1] desnoods kan opzoeken bij de Jumbo waar hij werkt.
Beslissing
1 juni 2025, schriftelijk (via e-mail), informatie aan de moeder zal verschaffen over de ontwikkeling en het welzijn van [minderjarige 1] , te weten over: zijn gezondheid, zijn ontwikkeling op school, zijn sociaal-emotionele en fysieke ontwikkeling, zijn vrijetijdsbesteding,
op straffe van een dwangsom van € 100,- per maand dat deze informatieregeling niet door de vader wordt nagekomen, die ingaat op 1 augustus 2025 met een maximum van € 1.500,-;
mr. M.G.J. Konings als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 mei 2025.