ECLI:NL:RBDHA:2025:1324
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering omgevingsvergunning voor het vervangen van balkons aan woningen in Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eisers tegen de afwijzing van hun aanvraag om een omgevingsvergunning voor het veranderen van de woningen aan de [adres 1], [adres 2], [adres 3] en [adres 4] in [plaats] door het vervangen van de balkons. Het bouwplan houdt in dat de bestaande balkons van 1 meter diep vervangen worden door balkons van 3 meter diep. Bij besluit van 14 oktober 2022 heeft verweerder de gevraagde omgevingsvergunning geweigerd, en met het bestreden besluit van 6 april 2023 is verweerder bij het primaire besluit gebleven. Eisers hebben beroep ingesteld tegen dit besluit, waarop verweerder heeft gereageerd met een verweerschrift. De rechtbank heeft het beroep op 16 december 2024 behandeld, maar het onderzoek werd heropend omdat één van de eisers, [naam 1], was overleden. De erfgenamen hebben aangegeven het beroep te willen voortzetten.
Eisers, eigenaren van de woningen, willen de balkons aan de achterzijde vervangen en uitbreiden, omdat het staal in het beton aan het roesten is. Verweerder heeft de omgevingsvergunning geweigerd, omdat het bouwplan in strijd is met redelijke eisen van welstand en het bestemmingsplan. De rechtbank beoordeelt de weigering aan de hand van de beroepsgronden van eisers. De rechtbank stelt vast dat het welstandsadvies negatief is en dat verweerder dit advies terecht aan zijn oordeel heeft ten grondslag gelegd. De rechtbank concludeert dat verweerder afdoende heeft onderbouwd dat het bouwplan in strijd is met redelijke eisen van welstand en dat hij in redelijkheid heeft kunnen besluiten om geen gebruik te maken van zijn bevoegdheid om af te wijken van het bestemmingsplan. Het beroep van eisers is ongegrond verklaard, en zij krijgen geen griffierecht terug of vergoeding van proceskosten.