Uitspraak
Informele rechtsingang ex artikel 1:377g BW
[de minderjarige 1] ,
[de minderjarige 2] ,
[de vader] ,
[de moeder] ,
Procedure
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- [naam] namens de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad).
Feiten
- De vader en de moeder zijn met elkaar gehuwd geweest.
- Zij zijn de ouders van de volgende nog minderjarige kinderen:
- [de minderjarige 1] ( [de minderjarige 1] ), geboren op [geboortedatum 1] 2010 in
- [de minderjarige 2] ( [de minderjarige 2] ), geboren op [geboortedatum 2] 2012 in
- [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] hebben de hoofdverblijfplaats bij de vader.
- De vader en de moeder oefenen het gezamenlijk gezag over [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] uit.
- Bij beschikking van deze rechtbank van 6 januari 2023 is – voor zover hier van belang –:
- bepaald dat de minderjarigen de hoofdverblijfplaats hebben bij de vader;
- vastgesteld dat er geen zorgregeling zal gelden tussen [de minderjarige 1] , [de minderjarige 2] en de moeder;
- bepaald dat de vader de moeder zal raadplegen – zo nodig door tussenkomst van derden – over te nemen belangrijke beslissingen die betrekking hebben op het vermogen van de minderjarigen en in het bijzonder over de school, sport en verblijfplaats van de kinderen.
- Bij beschikking van het gerechtshof Den Haag van 28 juni 2023 is de beschikking van de rechtbank van 6 januari 2023 bekrachtigd, in die zin dat het hof de zorgregeling heeft gewijzigd en de omgang aan de moeder heeft ontzegd.
- Bij beschikking van deze rechtbank van 19 september 2024 is – voor zover hier aan de orde – het verzoek van de moeder om een zorgregeling met [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] vast te stellen afgewezen.
- Bij beschikking van het gerechtshof Den Haag van 21 mei 2025 is de beschikking van de rechtbank van 19 september 2024 bekrachtigd.
Brief van [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2]
Beoordeling
Die weerstand kan alleen afnemen als de moeder de kinderen de boodschap geeft dat zij hun wens respecteert en zij ook handelt naar die boodschap. Pas als de weerstand afneemt, kunnen de kinderen zich ook leren verhouden tot hun moeder, zelfs als zij mogelijk niet fysiek in hun leven is.”