Uitspraak
Omgangsregeling en voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv
Beschikking op het op 6 maart 2025 ingekomen verzoek van:
[de oma] ,
Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland,
[de moeder] ,
[de gezinshuisouder 1] en [de gezinshuisouder 2] ,
Procedure
- het verzoekschrift;
- de brief van 19 mei 2025, met bijlagen, van Jbw.
- de oma, bijgestaan door haar advocaat;
- [naam 1] , namens Jbw;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- [de gezinshuisouder 2] , de gezinshuisouder;
- [naam 2] , namens de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad).
Feiten
- [de minderjarige 1] ( [de minderjarige 1] ), geboren op [geboortedatum 1] 2013 in [geboorteplaats] ;
- [de minderjarige 2] ( [de minderjarige 2] ), geboren op [geboortedatum 2] 2019 in [geboorteplaats] .
- De moeder is van rechtswege belast met het eenhoofdig gezag over de kinderen.
- De oma is de moeder van de moeder.
- De kinderen verblijven bij de gezinshuisouders.
- Bij beschikking van deze rechtbank van 13 mei 2022 is het verzoek van de oma en haar man om een omgangsregeling vast te stellen tussen hen en de kinderen, afgewezen.
- Bij beschikking van het gerechtshof Den Haag van 5 april 2023 is voornoemde beschikking bekrachtigd.
- De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 12 december 2024 de ondertoezichtstelling van de kinderen verlengd tot 19 december 2025. In diezelfde beschikking is de machtiging om de kinderen gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een gezinsgerichte voorziening verlengd tot 19 december 2025.
Verzoek en verweer
- dat de oma, de moeder en de kinderen eens per twee weken twee uur begeleide omgang met elkaar hebben, begeleid door GrandCare, in de buurt van het gezinshuis, waarvan verslagen worden gemaakt;
- dat de oma en de kinderen in de andere week videobelcontact met elkaar hebben (apart van de moeder).
- vanaf twee weken na de beschikking voor de duur van drie maanden: eens per twee weken twee uur begeleide omgang door GrandCare, samen met de moeder, in de buurt van het gezinshuis, waarvan verslagen worden gemaakt, en de andere week videobelcontact;
- de daarop volgende zes maanden: eens per twee weken zes uur bij de oma thuis, waarbij alleen het begin en eind begeleid zijn, waarvan verslagen worden gemaakt en waarbij afspraken kunnen worden gemaakt over het mogelijk aansluiten van de moeder,
Beoordeling
Beslissing
- [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2013 in [geboorteplaats] ;
- [de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2019 in [geboorteplaats] ,
de omgangsregelingaan tot
15 december 2025 pro forma, in afwachting van het verloop van de bezoeken en het verloop van het contact tussen de oma en Jbw;