Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 juli 2025 in de zaak tussen
[eiseres 2], V-nummer: [v-nummer 2] , eiseres 2 en
[eiser 1], V-nummer: [v-nummer 3] , eiser 1,
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eisers tegen de afwijzing van hun gezamenlijke aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor het doel 'nareis'. De aanvraag werd afgewezen door de minister van Asiel en Migratie op 24 oktober 2023, en het bezwaar hiertegen werd bij besluit van 24 februari 2025 gehandhaafd. De rechtbank heeft het beroep op 26 juni 2025 behandeld, waarbij eisers en hun gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder en een tolk.
Eisers, die de Jemenitische nationaliteit hebben, stelden dat zij hun identiteit konden aantonen met officiële documenten zoals paspoorten en geboorteakten. Echter, de rechtbank oordeelde dat de identiteit van eisers niet aannemelijk was gemaakt. Er waren twijfels over de echtheid van de overgelegde documenten, en de rechtbank concludeerde dat eisers niet voldeden aan de voorwaarden voor nareis. De rechtbank benadrukte dat het aan de vreemdeling is om zijn identiteit te staven met objectieve documenten.
Daarnaast was er een geschil over de hoorplicht in bezwaar. De rechtbank oordeelde dat verweerder niet verplicht was om eisers te horen, omdat er geen twijfel bestond dat het bezwaar ongegrond was. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waardoor het bestreden besluit in stand bleef. Eisers kregen geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.