In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een machtiging voor voorlopig verblijf (mvv) met als verblijfsdoel 'verblijf als familie- of gezinslid'. De aanvraag werd afgewezen door de minister van Asiel en Migratie op 30 mei 2024, en het bezwaar daartegen werd bij besluit van 17 december 2024 gehandhaafd. Eiseres, geboren in 1988 en van Marokkaanse nationaliteit, heeft de aanvraag ingediend op 16 april 2023, maar de rechtbank oordeelt dat de referent, haar partner met de Nederlandse nationaliteit, niet voldoet aan het middelenvereiste. Dit houdt in dat hij niet kan aantonen over voldoende, zelfstandige en duurzame middelen van bestaan te beschikken. De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de aanvraag terecht is, omdat het inkomen van de referent niet voldoet aan de vereisten van het Vreemdelingenbesluit. Eiseres stelt dat de hoorplicht is geschonden, maar de rechtbank oordeelt dat verweerder niet had hoeven horen, omdat er geen twijfel bestond over de ongegrondheid van het bezwaar. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor het bestreden besluit in stand blijft en eiseres geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.