Uitspraak
de minister van Asiel en Migratie, verweerder.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
Tegen deze uitspraak voor zover deze gaat over de voorlopige voorziening staat geen hoger beroep open.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak oordeelt de rechtbank over het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om afgifte van een verblijfsdocument voor langdurig ingezetenen en van een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd. Eiser, geboren in 1984 en van Egyptische nationaliteit, had eerder een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als familie- of gezinslid, welke met terugwerkende kracht is ingetrokken na het verbreken van zijn relatie. Eiser heeft op 17 januari 2024 een aanvraag ingediend voor een EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen en een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd, maar deze is afgewezen omdat hij niet voldeed aan de voorwaarden, waaronder het middelenvereiste en de eis van vijf jaar rechtmatig verblijf. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, omdat eiser niet aan de voorwaarden voldeed en de hoorplicht niet was geschonden. De rechtbank concludeert dat het bestreden besluit in stand blijft en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.