ECLI:NL:RBDHA:2025:13379

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 juli 2025
Publicatiedatum
22 juli 2025
Zaaknummer
NL24.48572
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Nigeriaanse eiser met betrekking tot lidmaatschap van de Aro Baga-cult

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 22 juli 2025, wordt het beroep van een Nigeriaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag behandeld. Eiser heeft op 17 december 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die aanvankelijk op 10 januari 2023 als kennelijk ongegrond werd afgewezen. Na een eerdere uitspraak van de rechtbank op 15 februari 2023, waarin het beroep van eiser gegrond werd verklaard, heeft de verweerder de aanvraag opnieuw afgewezen op 2 mei 2024. Eiser heeft in beroep aangevoerd dat hij vreest voor vervolging door de Aro Baga-cult bij terugkeer naar Nigeria. De rechtbank oordeelt dat de verklaringen van eiser over zijn lidmaatschap van de cult en de problemen die hij daarmee ondervindt ongeloofwaardig zijn, omdat deze niet met objectieve documenten zijn onderbouwd en er tegenstrijdigheden in zijn verklaringen zijn. De rechtbank concludeert dat de asielaanvraag van eiser op goede gronden is afgewezen en verklaart het beroep ongegrond. Het terugkeerbesluit blijft ook in stand.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.48572

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser

V-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. T. Thissen),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder

(gemachtigde: M. Hoppema)
.

Procesverloop

1. In deze uitspraak oordeelt de rechtbank over het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag.
1.1
Eiser heeft op 17 december 2022 een aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend.
1.2
Verweerder heeft deze aanvraag met het besluit van 10 januari 2023 (bestreden besluit I) in de grensprocedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
1.3
Bij uitspraak van 15 februari 2023 heeft de rechtbank het beroep van eiser gegrond verklaard en is bestreden besluit I vernietigd.
1.4
Na een aanvullend gehoor heeft verweerder bij besluit van 2 mei 2024 (bestreden besluit II) de asielaanvraag van eiser afgewezen als ongegrond.
1.5
Bij besluit van 23 juli 2024 heeft verweerder bestreden besluit II ingetrokken.
1.5
Verweerder heeft bij besluit van 21 november 2024 (bestreden besluit III) opnieuw beslist op de asielaanvraag van eiser en deze wederom afgewezen als ongegrond.
1.6
Eiser heeft beroep (NL24.48572) ingesteld tegen bestreden besluit III.
1.7
Verweerder heeft op dit beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.8
De rechtbank heeft het beroep op 13 juni 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van eiser, D. Ehigiene als tolk en de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat deze zaak over?
2. Eiser stelt te zijn geboren op [geboortedag] 1991 en de Nigeriaanse nationaliteit te hebben. In 2022 is eiser Nederland ingereisd en heeft op Schiphol asiel aangevraagd. Deze asielaanvraag is toen in de grensprocedure afgewezen als kennelijk ongegrond en bij uitspraak van 15 februari 2023 vernietigd door deze rechtbank, zittingsplaats Haarlem vanwege onzorgvuldig horen. Na een aanvullend gehoor is de asielaanvraag in de verlengde procedure opnieuw afgewezen als kennelijk ongegrond (bestreden besluit II). Dit besluit is vervolgens naar aanleiding van het beroep van eiser ingetrokken door verweerder. Bij bestreden besluit 3 (hier in geschil) is de asielaanvraag van eiser in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond. Eiser heeft aan zijn asielaanvraag ten grondslag gelegd dat hij bij terugkeer naar Nigeria vreest voor de Aro Baga-cult.
Wat heeft verweerder besloten?
3. Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder de volgende asielmotieven:
Identiteit, nationaliteit en herkomst;
Lidmaatschap van Aro Baga-cult en problemen als gevolg daarvan.
Verweerder heeft de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser geloofwaardig geacht. Het lidmaatschap van eiser van de Aro Baga-cult en de problemen als gevolg daarvan zijn ongeloofwaardig geacht door verweerder. Redengevend daarvoor is dat eiser zijn relaas niet met objectieve documenten heeft onderbouwd en de verklaringen van eiser geen samenhangend en aannemelijk geheel vormen. Omdat eiser geen gegronde vrees voor vervolging als bedoeld in het Vluchtelingenverdrag of een reëel risico op ernstige schade als bedoeld in artikel 3 EVRM [1] aannemelijk heeft gemaakt, is de asielaanvraag afgewezen als ongegrond. Ook is aan eiser een terugkeerbesluit, gericht op vertrek naar Nigeria met een vertrektermijn van vier weken opgelegd.
Wat vinden eiser en verweerder in beroep?
4. Eiser voert in beroep aan dat verweerder zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de verklaringen van eiser over zijn lidmaatschap van de Aro Baga-cult en de problemen daarmee geen samenhangend en aannemelijk geheel vormen.
4.1
Zo heeft verweerder ten onrechte geconcludeerd dat eiser tegenstrijdig of inconsistent verklaard heeft over het moment dat het tot hem kwam dat hij niet meer geloofde in de juju. De verklaringen “dat hij een droom heeft gehad” is niet tegenstrijdig met de verklaring dat “hij nog nooit zo’n droom heeft gehad”, omdat deze verklaringen op verschillende dingen zien. Eiser heeft meermaals aangegeven dat er meerdere redenen waren waarom eiser zich over zijn angst voor de juju kon heenzetten en de droom is daarin niet de enige. Ook de tegenwerping dat het ongeloofwaardig is dat eiser te vrezen had voor de juju, omdat hij zijn vader daarover verteld had, gaat niet op, omdat eiser juist verklaard heeft dat zijn vader hierna een gewelddadige dood is gestorven. Dat eiser daardoor zijn angst voor de juju al in Nigeria zou moeten hebben verloren, gaat dan ook niet op.
4.2
Verweerder heeft ook ten onrechte tegengeworpen dat eiser tegenstrijdig of wisselend verklaard heeft over de activiteiten die hij voor Aro Baga heeft verricht. Dat eiser wel eens vergaderingen heeft bijgewoond is niet vergelijkbaar met activiteiten die deze cult uitvoert, zoals roven en moorden. De tegenwerping dat tegenstrijdig verklaard heeft over “iets doen” voor Aro Baga is dan ook te ruim geformuleerd en te ver gezocht door verweerder. Ook is ten onrechte tegengeworpen dat het litteken op de hand van eiser niets onderbouwt, nu eiser verklaard heeft dat deze wond specifiek op die plaats is aangebracht als onderdeel van zijn initiatieritueel. Verweerder miskent dat dit enige mate van onderbouwing van het relaas geeft. Tot slot heeft verweerder ook ten onrechte geconcludeerd dat eiser tegenstrijdig heeft verklaard over de doelstellingen van de Aro Baga-cult. Dit blijkt niet uit de motivering van de bestreden besluitvorming en uit geen enkele bron blijkt ook dat eiser zijn antwoorden over de doelstelling van de cult onvolledig of te summier zijn.
4.3
Ten aanzien van de tijdlijn voert eiser aan dat verweerder tegenstrijdigheden tussen het aanvullende gehoor en het nader gehoor niet mag tegenwerpen, omdat in de eerdere uitspraak van zittingsplaats Haarlem is bevestigd dat eiser onvoldoende ruimte heeft gekregen om in die gehoren zijn verhaal te doen. Juist daarom is bestreden besluit I toen vernietigd en het is dan ook logisch dat de gehoren van voor en na de uitspraak van elkaar verschillen.
4.4
Gelet op al het voorgaande is het bestreden besluit volgens eiser onvoldoende draagkrachtig gemotiveerd en komt het voor vernietiging in aanmerking.
5. Verweerder heeft in het verweerschrift en op de zitting gemotiveerd gereageerd op de beroepsgronden van eiser en geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
6. De rechtbank geeft eiser geen gelijk en overweegt daartoe als volgt.
6.1
Sinds 1 juli 2024 heeft verweerder een nieuw beleid [2] ten aanzien van de geloofwaardigheidsbeoordeling in asielzaken. Indien het asielrelaas niet met objectieve documenten onderbouwd kan worden, dient verweerder de aanvraag te beoordelen op de verklaringen en andere aanwezige bewijsmiddelen. Daarbij dient verweerder te beoordelen of eiser een oprechte inspanning heeft geleverd om zijn verzoek te staven, of eiser alle relevante elementen van het asielrelaas heeft ingebracht, of de verklaringen een samenhangend en aannemelijk geheel vormen, dat niet in strijd is met de beschikbare algemene en specifieke informatie relevant voor het verzoek, dat het verzoek zo spoedig mogelijk na binnenkomsten is ingediend en dat de asielzoeker in grote lijnen als geloofwaardig kan worden beschouwd.
6.2
De rechtbank is van oordeel dat verweerder op goede gronden heeft geconcludeerd dat eisers verklaringen over zijn lidmaatschap van de Aro Baga-cult en de daaruit voortvloeiende problemen geen samenhangend en aannemelijk geheel vormen. De rechtbank overweegt dat – ook indien eiser gevolgd wordt in zijn verklaring over waarom hij niet eerder eerlijk heeft verklaard over zijn lidmaatschap van de cult en dat hem om die reden geen tegenstrijdigheden tussen de eerdere verklaringen en het aanvullend gehoor op dit punt mogen worden tegengeworpen - dat dan nog steeds voldoende tegenstrijdigheden en ongerijmdheden overeind blijven staan dat het relaas niet geloofwaardig kan worden geacht.
6.3
Eiser heeft in het aanvullend gehoor verklaard dat hij vanaf 15 à 16 jaar gerekruteerd werd voor de cult, maar dat hij op die leeftijd nog niet hoefde te stelen en dat hij ook nog niet wist hoe dat moest, omdat hij minderjarig was. [3] Hij heeft echter ook verklaard dat hij voor het eerst een misdaad moest plegen, toen hij zijn vader over zijn lidmaatschap heeft verteld. Kort daarna zou hij naar [plaats] zijn gevlucht. Eiser heeft meerdere malen verklaard dat dit in 2018 was. Eiser was toen echter al 27 jaar oud. Dat zou betekenen dat hij niet direct bij zijn meerderjarigheid, maar pas 8 à 9 jaar later voor het eerst zou zijn gedwongen misdrijven te plegen. Dit is ongerijmd en tegenstrijdig. Ter zitting heeft hij in reactie op de hierover gestelde vragen verklaard dat hij in de tussentijd wapen- en gevechtstrainingen zou hebben moeten volgen, terwijl hij tijdens het gehoor heeft aangegeven dat hij slechts vergaderingen had bijgewoond.
6.4
Wat ook zij van het geloof in juju, de voodoo-vloek en de ommekeer in dat geloof, verweerder heeft - reeds gelet op voorgaande tegenstrijdigheden en ongerijmdheden in de verklaringen van eiser - het lidmaatschap van de Aro Baga-cult en de problemen die eiser daarmee heeft ondervonden ongeloofwaardig mogen achten.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat verweerder de asielaanvraag van eiser op goede gronden heeft afgewezen. Ook het terugkeerbesluit blijft in stand.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.I.H. Kerstens-Fockens, rechter, in aanwezigheid van mr. M.J.J. Roks, griffier.
De beslissing is uitgesproken in het openbaar en de uitspraak is verzonden op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
2.Werkinstructie 2024/6 van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).
3.Aanvullend gehoor 17 januari 2024, pagina 13.