In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 22 juli 2025, zijn de aanvragen van eisers voor een verblijfsvergunning regulier afgewezen. De rechtbank oordeelt dat de aanvragen van eisers afhankelijk zijn van de aanvraag van referent, die niet in het bezit is van een geldige verblijfsvergunning. De minister van Asiel en Migratie heeft de aanvragen op 23 juli 2024 afgewezen en dit besluit is in het bestreden besluit van 5 februari 2025 bevestigd. Eisers hebben beroep ingesteld tegen deze afwijzing, maar de rechtbank concludeert dat de minister terecht heeft gehandeld. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat beide partijen akkoord gingen met een schriftelijke afhandeling van de zaak. De rechtbank stelt vast dat eisers geen zelfstandige beroepsgronden hebben aangedragen en dat hun beroep afhankelijk is van het beroep van referent. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eisers geen verblijfsvergunning regulier krijgen en onmiddellijk terug moeten keren naar Hongarije. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.