Op 21 januari 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, geboren in 2009, die onder toezicht staat van de Stichting Jeugdbescherming West Zuid-Holland. De kinderrechter heeft een machtiging verleend voor gesloten jeugdhulp, ondanks eerdere zorgen over het gedrag van de minderjarige. De minderjarige heeft in de afgelopen periode positieve stappen gezet en verschillende vrijheden opgebouwd, wat heeft geleid tot de conclusie dat een tijdelijke plaatsing in een gesloten accommodatie noodzakelijk is om zijn behandeltraject voort te zetten. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het niet in het belang van de minderjarige is om hem tijdelijk ergens anders te plaatsen terwijl er nog geen geschikte vervolgplek beschikbaar is. De kinderrechter heeft de verzoeken van de gecertificeerde instelling toegewezen en een machtiging verleend voor een periode van drie maanden, met de mogelijkheid tot een hybride plaatsing zodra er een vervolgplek beschikbaar is. De beslissing is openbaar uitgesproken en op schrift gesteld op 31 januari 2025.