ECLI:NL:RBDHA:2025:13575
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een dwangakkoord in een schuldregeling tussen verzoekers en Hema Zorgverzekering
In deze zaak hebben de heer [verzoeker] en mevrouw [verzoekster] een verzoek ingediend bij de Rechtbank Den Haag om een dwangakkoord op te leggen aan Hema Zorgverzekering, omdat niet alle schuldeisers akkoord gingen met hun voorstel voor schuldkwijtschelding. De rechtbank heeft op 22 juli 2025 geoordeeld dat de verzoekers in een problematische schuldensituatie verkeren, met een totale schuldenlast van € 47.887,91 aan 24 schuldeisers. Hema was de enige schuldeiser die niet akkoord ging met het voorstel van de verzoekers, dat een nulaanbod inhield. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldbemiddeling correct is uitgevoerd door de gemeente Den Haag en dat het voorstel het maximaal haalbare is, gezien de omstandigheden van de verzoekers, waaronder arbeidsongeschiktheid en de zorg voor vier minderjarige kinderen.
De rechtbank heeft de belangen van de verzoekers en de schuldeisers afgewogen en geconcludeerd dat het onredelijk is dat Hema weigert in te stemmen met de aangeboden schuldregeling. De meerderheid van de schuldeisers heeft ingestemd met het voorstel, wat de rechtbank als een belangrijk argument heeft meegenomen in haar beslissing. De rechtbank heeft Hema opgedragen om in te stemmen met de schuldregeling en heeft het verzoek om toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) afgewezen, omdat dit verzoek niet langer relevant was na de toewijzing van het dwangakkoord. De uitspraak is openbaar gemaakt op 22 juli 2025.