In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 21 januari 2025 uitspraak gedaan in een beschikking betreffende de ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren in 2009. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de minderjarige onder toezicht te stellen voor twaalf maanden en een machtiging te verlenen voor uit huis plaatsing in een gesloten accommodatie voor zes maanden. De minderjarige vertoont hevige persoonlijkheidsproblematiek, stemmingswisselingen, en heeft suïcidale uitspraken gedaan. Daarnaast is er zorgwekkend gedrag geconstateerd, zoals het pijn doen van dieren en manipulatief gedrag. De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag, maar zijn onvoldoende in staat om een veilige opvoedsituatie te bieden. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de zorgen over de ontwikkeling en het gedrag van de minderjarige ernstig zijn en dat er een jeugdbeschermer betrokken moet blijven. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling voor twaalf maanden en de machtiging voor gesloten jeugdhulp voor zes maanden toegewezen, met de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De kinderrechter benadrukt het belang van de hulpverlening en de noodzaak van een behandelplan voor de minderjarige.