ECLI:NL:RBDHA:2025:13672

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 juli 2025
Publicatiedatum
25 juli 2025
Zaaknummer
C/09/685902 / JE RK 25-947
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van minderjarigen in een onrustige thuissituatie met gescheiden ouders

In deze zaak heeft de kinderrechter op 7 juli 2025 een beschikking gegeven waarin de minderjarigen [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3] onder toezicht zijn gesteld voor de duur van een jaar. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om deze ondertoezichtstelling, omdat er zorgen zijn over de opvoedvaardigheden van de ouders en de ontwikkeling van de kinderen. De ouders, die gescheiden zijn, hebben beiden het ouderlijk gezag en de kinderen wonen bij de moeder. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van de kinderen ernstig bedreigd wordt door de onrust in de thuissituatie, de opvoedvaardigheden van de moeder en de afwezigheid van de vader door detentie. Tijdens de zitting hebben beide ouders ingestemd met de ondertoezichtstelling en hebben zij aangegeven bereid te zijn om samen te werken aan de verbetering van de situatie. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat er meer nodig is dan de huidige vrijwillige hulpverlening en dat een vaste jeugdbeschermer betrokken moet worden om de ouders te ondersteunen en de situatie te verbeteren. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Jeugd- en Zorgrecht
Zaaknummer: C/09/685902 / JE RK 25-947
Datum uitspraak: 7 juli 2025
Beschikking van de kinderrechter over een verzoek tot ondertoezichtstelling
in de zaak van
de Raad voor de Kinderbescherming,
'sGravenhage,
hierna te noemen: de Raad,
over
-
[minderjarige 1], geboren op [geboortedatum 1] 2009 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige 1] ,
- [minderjarige 2]geboren op [geboortedatum 2] 2011 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige 2] ,
- [minderjarige 3]geboren op [geboortedatum 3] 2014 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige 3] ,
hierna ook gezamenlijk te noemen: de kinderen.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende in [woonplaats 1] ,
[de vader],
hierna te noemen: de vader,
wonende in [woonplaats 2] ,
hierna gezamenlijk ook te noemen: de ouders.
De kinderrechter merkt als informant aan:
Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 27 mei 2025
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 7 juli 2025. Daarbij waren aanwezig:
- de vader;
- de moeder;
- [naam 1] namens de Raad;
- [naam 2] namens de gecertificeerde instelling.
1.3.
De kinderrechter heeft [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] naar hun mening over het verzoek gevraagd. [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] zijn niet ingegaan op de uitnodiging van de kinderrechter om met haar in gesprek te gaan.

2.De feiten

2.1.
[minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] zijn gedurende het huwelijk van de ouders geboren.
2.2.
Het huwelijk van de ouders is door echtscheiding ontbonden.
2.3.
De vader en de moeder zijn belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] .
2.4.
[minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] wonen bij hun moeder.

3.Het verzoek

3.1.
De Raad verzoekt [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] onder toezicht te stellen voor de duur van negen maanden. Ter zitting heeft de Raad het verzoek gewijzigd in die zin dat wordt verzocht om een ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar. De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
3.2.
De Raad heeft het verzoek als volgt gemotiveerd. Op 7 februari 2025 heeft de Raad een kinderbeschermingsonderzoek afgerond zonder een maatregel te verzoeken. Er was toen voldoende vertrouwen dat de moeder de zorgen die er werden gezien, in het vrijwillig kader zou kunnen wegnemen. Na een terugmelding op 13 maart 2025 van Kracht, in het vrijwillig kader betrokken, is het onderzoek heropend. [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] zijn opgegroeid in een onrustige thuissituatie met gescheiden ouders, veel verhuizingen (vanwege huisontruimingen) en een vader die in detentie heeft gezeten. Als gevolg van dit laatste lijkt de band met in ieder geval [minderjarige 1] en [minderjarige 2] verstoord te zijn geraakt. Er zijn zorgen omtrent alle kinderen op het gebied van zelfzorg, hygiëne en het groot aantal uren schoolverzuim. De Raad ziet dat de moeder hier stappen in zet met hulp van 10 voor Toekomst, maar dit heeft nog onvoldoende teweeggebracht. Vanwege de spanningen die de moeder ervaart, accepteert zij geen huishoudelijke ondersteuning. De moeder is overbelast en het lukt haar soms niet om alles te overzien, waardoor zij overprikkeld raakt. De Raad is van mening dat er in die zin nog steeds sprake is van verwaarlozing; de kinderen krijgen niet de verzorging waar zij, gezien hun leeftijd, behoefte aan en recht op hebben. Onderzocht moet worden welke rol de vader kan hebben in het gezin, hoe deze rol zich verhoudt tot die van de moeder en in welke mate de gezinsleden zich door zijn (door hem gewenste) betrokkenheid prettig voelen. De vader en de moeder zijn bereid, maar onvoldoende in staat om zelfstandig de zorgen weg te nemen.
3.3.
De Raad heeft het verzoek, naar aanleiding van hetgeen de ouders ter zitting naar voren hebben gebracht, als volgt nader toegelicht. Gezien wordt dat de moeder ter zitting de zorgen goed kan benoemen. Deze zorgen spelen al een lange tijd en blijven voortduren. Het is positief dat de vader uit detentie is en de vader en de moeder gezamenlijk de zorgen willen aanpakken. Zij hebben goede voornemens en zij hebben stappen gezet, maar de situatie is nog pril en erg kwetsbaar. De Raad begrijpt dat in het gezin niet alles in één keer aangepakt kan worden. In het gezin is sprake van multi-problematiek; alle kinderen lopen ergens tegenaan. Hierdoor rust er een zware last op de moeder, die daardoor een beetje overloopt. Het is fijn dat 10 voor Toekomst een regierol neemt, maar officieel heeft Kracht de regie. Met Kracht is er op dit moment geen goede samenwerking. Op het moment dat 10 voor Toekomst overdraagt aan andere hulpverlening, zal er weer een regievoerder ontbreken. Dat is geen wenselijke situatie. Het is van belang dat er een jeugdbeschermer betrokken raakt om de ouders te ondersteunen en ervoor te zorgen dat de huidige hulpverlening kan worden voortgezet en dat, op het moment dat er nieuwe hulpverlening wordt ingezet, deze door blijft lopen. Begonnen moet worden met het vinden van een vaste jeugdbeschermer die het gezin goed leert kennen en weet wat er nodig is. Daarom wordt een ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar passend geacht.

4.De standpunten

4.1.
De moeder heeft ter zitting de meest recente ontwikkelingen beschreven. Er was een plan opgesteld met 10 voor Toekomst waar de Raad mee had ingestemd. Kracht was het hier niet mee eens en heeft bodemeisen en doelen opgesteld die niet haalbaar waren en waarin zorgen waren opgenomen die niet speelden. 10 voor Toekomst was het niet met de bodemeisen eens. Kracht heeft na een maand al een terugmelding gedaan bij de Raad. De moeder weet waar haar zwakke punten liggen en 10 voor Toekomst helpt de moeder om het gezin beter te kunnen managen. Elke week komt ambulante begeleiding langs om de moeder te helpen met praktische zaken, met name voor de kinderen. Ook doordeweeks kan zij hen bereiken. Eén keer per maand wordt het hele gezin bij de afspraak betrokken en er wordt in stappen gewerkt aan structuur. Er is al vooruitgang geboekt als het gaat om bijvoorbeeld het tandenpoetsen en het opruimen van de kamers. 10 voor Toekomst heeft ook de regie overgenomen van Kracht. De moeder belt de door Kracht ingezette huishoudelijke hulp elk week af. Het idee dat er hiervoor mensen in huis zouden komen, maakte dat de moeder niet meer sliep. De moeder heeft verder de bewindvoering afgesloten. Zij heeft een aantal schulden afbetaald en voor andere is er een betalingsregeling afgesproken. De moeder ervaart hierdoor geen financiële problematiek meer. [minderjarige 1] is vastgelopen op school. Zij heeft moeite met communiceren en vindt het heel lastig om in een groepje te moeten werken. [minderjarige 1] heeft ook veel moeite met plotselinge veranderingen. Het is voor haar daarom lastig dat het rooster op school vaak verandert. Ook gaat [minderjarige 1] te voet naar school omdat zij het verkeer op straat niet goed aankan. [minderjarige 1] kreeg bijvoorbeeld heel veel stress van het feit dat zij de gymlocatie van school niet op tijd te voet kon bereiken en sliep daar niet van. Er is met school en 10 voor Toekomst gesproken om een passend plan op te stellen. [minderjarige 1] zal doubleren en een ander profiel gaan volgen en zij zal op school gaan gymmen en niet op een locatie buiten de school. Het onderzoek van Family Supporters bij [minderjarige 1] is ook begonnen. Met [minderjarige 2] gaat het heel erg goed. Hij heeft veel schoolverzuim gehad, maar doet het nu heel goed op het speciaal onderwijs. De moeder zorgt ervoor dat [minderjarige 2] elke dag doucht en controleert dat hij elke dag schone kleding draagt. Ook hield zij een poep- en plasdagboek bij. De moeder dacht dat alles nu goed ging, maar de juf gaf voorafgaand aan de zitting aan dat het toch nog wel eens voorkomt dat [minderjarige 2] naar urine ruikt. Daarom wil de moeder alsnog naar de poep- en plaspoli om te onderzoeken of hij urinewegproblemen heeft. [minderjarige 2] gaat over, net als zijn zusje [minderjarige 3] . [minderjarige 3] heeft op school goed contact met de juffen en heeft vriendinnen. Wellicht moet zij ook onderzocht worden; er is mogelijk ook bij haar iets neurologisch aan de hand. [minderjarige 3] wordt namelijk ziek als er dingen gebeuren die buiten het normale patroon vallen. Zij krijgt dan (meetbare) koorts en heeft zweetdruppels op haar hoofd. Hierdoor is er sprake van schoolverzuim. De moeder ziet een oplossing in het aanbieden van structuur en vaste routines aan de kinderen. De moeder hoopt passende hulpverlening te krijgen die aansluit bij haar gezinsleden, die vermoedelijk allemaal, net als zij, autisme hebben. Zij hoopt via deze hulpverlening zichzelf ook een beetje te gaan begrijpen. Wat betreft de vader geeft de moeder aan dat de oudere kinderen meer hebben meegekregen van de periode dat de vader problemen had en niet emotioneel-beschikbaar was. Zij ondersteunt de vader nu in het her-integreren in het gezin. Met 10 voor Toekomst worden er voor iedereen heldere plannen gemaakt. De moeder is een voorstander van een ondertoezichtstelling als de jeugdbeschermer de regie kan voeren in het regelen van de juiste specialistische hulpverlening en het behoud van de hulp van 10 voor Toekomst, tot er een overdracht plaats kan vinden. De moeder stemt daarom in met het verzochte voor de duur van een jaar.
4.2.
De vader heeft ook ingestemd met het verzochte voor de duur van een jaar. Hij vindt het goed als er een jeugdbeschermer komt die de regiefunctie overneemt en contact heeft met de ouders. De vader merkt op dat het Raadsrapport de huidige situatie niet helemaal juist omschrijft. De vader heeft in detentie veel kunnen reflecteren op de tijd voorafgaand hieraan. Met de hulp van een psycholoog heeft hij veel inzicht kunnen krijgen in wat er is gebeurd en heeft hij aan zichzelf gewerkt. Hij hecht nu veel waarde aan sporten en structuur en wil op zoek gaan naar een baan. De vader is blij dat hij nu veelvuldig en goed contact heeft met de moeder. Hij wordt door de moeder betrokken bij gesprekken over [minderjarige 1] . De vader wil aan haar laten zien dat zij twee ouders heeft. De vader is aan het her-integreren in het gezin. De moeder en hij hebben overlegd hoe hij het contact met alle kinderen weer kan proberen op te bouwen en met de hulp van 10 voor Toekomst zal er een ouderschapsplan opgesteld worden. De vader wil graag de vader worden die hij acht jaar geleden was. Hij ziet in dat hij bij alle kinderen het vertrouwen heeft beschadigd en dat hij dit terug zal moeten winnen. De vader zal er blijvend voor de kinderen gaan zijn en de moeder ondersteunen.
4.3.
Desgevraagd geeft de gecertificeerde instelling aan de zorgen van de Raad te begrijpen en het gewijzigde verzoek tot een ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar te ondersteunen. Ter zitting heeft de gecertificeerde instelling haar regiefunctie en werkwijze aan de ouders uitgelegd.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter is van oordeel dat aan de voorwaarden voor een ondertoezichtstelling is voldaan. [1] De kinderrechter legt hieronder uit waarom.
5.2.
De ontwikkeling van [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] wordt ernstig bedreigd. Er zijn zorgen over de hygiëne in huis en de opvoedvaardigheden van de moeder. Bij [minderjarige 1] is er sprake van kindeigen problematiek, waardoor zij vastloopt in de schoolgang en er sprake is van schoolverzuim. [minderjarige 2] heeft mogelijk last van urinewegproblemen en ook hij heeft kindeigen problematiek. [minderjarige 3] loopt, net als [minderjarige 1] , vast in de schoolgang doordat zij slecht tegen verandering kan en daar fysiek ziek van wordt, met schoolverzuim tot gevolg. Er is in de thuissituatie bij de moeder sprake van een soort web waarin alles door elkaar lijkt te lopen en elkaar lijkt te beïnvloeden en dit maakt het houden van overzicht, voor met name de moeder, lastig. De vader is als gevolg van detentie en hetgeen daaraan voorafging, lange tijd buiten beeld geweest. Positief is dat de vader en de moeder de zorgen die de Raad constateert, ook zien. Bij [minderjarige 1] zal er diagnostisch onderzoek gaan plaatsvinden en de moeder denkt na over eenzelfde onderzoek voor [minderjarige 3] . Voor [minderjarige 1] heeft de moeder met 10 voor Toekomst en de school een plan opgesteld, zodat [minderjarige 1] met maatwerk weer naar school kan gaan. De moeder zal [minderjarige 2] gaan aanmelden bij de poep en plaspoli. Verder brengt de moeder met hulp van 10 voor Toekomst met stappen steeds meer structuur in het gezin aan en wordt de hygiëne steeds meer verbeterd. De moeder werkt ook goed samen met de vader en betrekt hem bij het gezin, zodat hij zijn vaderrol weer kan gaan vervullen. Het is positief dat er, onder begeleiding van ook 10 voor Toekomst, een ouderschapsplan gemaakt zal gaan worden met daarin duidelijke afspraken. De kinderrechter ziet twee liefdevolle ouders die er alles aan willen doen om aan hun eigen problematiek te werken en de situatie van de kinderen te verbeteren. Beide ouders tonen een goed zelfinzicht en zien hun aandeel in de huidige situatie. Ook ziet de moeder goed wat er speelt in het gezin en wat helpend en niet helpend is. Deze positieve ontwikkelingen zijn echter nog pril en de samenwerking met Kracht verloopt niet goed. Inmiddels lijkt de conclusie van alle betrokkenen dat er, om te doorbreken wat al lange tijd gaande is en daarin structureel verandering aan te brengen, méér nodig is dan de hulpverlening die tot nu toe is ingezet en nog gaande is. Mede gelet hierop, zijn de ouders op dit moment onvoldoende in staat, en dat erkennen zij ook, om met vrijwillige hulpverlening de ernstige ontwikkelingsbedreiging structureel weg te nemen. Het is daarom van belang dat er snel een vaste jeugdbeschermer betrokken raakt die de samenwerking met de ouders op een constructieve wijze aangaat en naast hen gaat staan. Het is van belang dat de jeugdbeschermer de samenwerking met de ouders aangaat, flexibel is en het gezin helpt om stapsgewijs de situatie te verbeteren en niet té snel te willen. De jeugdbeschermer kan ook de regie voeren met betrekking tot de hulpverlening en de ouders hierin ondersteunen.
5.3.
De ondertoezichtstelling is daarom in dit geval nodig. De kinderrechter stelt [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] onder toezicht voor de duur van een jaar.
5.4.
De kinderrechter verklaart de beslissing uitvoerbaar bij voorraad, zoals is verzocht. Dat wil zeggen dat de beslissing direct geldt, ook als iemand in hoger beroep gaat.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
stelt [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] onder toezicht van Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden met ingang van 7 juli 2025 tot 7 juli 2026;
6.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 7 juli 2025 door mr. J.E. Bierling, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. M.I. Klijn als griffier, en op schrift gesteld op 21 juli 2025.
Tegen eindbeslissingen in deze beschikking is hoger beroep mogelijk bij het gerechtshof Den Haag. Hiervoor is een advocaat nodig. Wie kunnen hoger beroep instellen:
  • degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.

Voetnoten

1.Artikel 1:255 BW.