Uitspraak
Echtscheiding met nevenvoorzieningen
Beschikking op het op 1 december 2023 ingekomen verzoek van:
[de man] ,
[de vrouw] ,
Procedure
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift tevens zelfstandige verzoeken van de vrouw;
- het verweer tegen de zelfstandige verzoeken;
- het bericht van 14 maart 2024 van de man;
- het bericht met bijlagen van 9 april 2025 van de vrouw;
- het bericht met bijlagen van 10 april 2025 van de man;
- het bericht met bijlage van 22 april 2025 van de man.
- de man bijgestaan door zijn advocaat en [naam 1] ;
- de vrouw bijgestaan door haar advocaat;
- [naam 2] namens de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad).
- de berichten van 7 mei 2025 van de man en de vrouw;
- de berichten van 9 mei 2025 van de man en de vrouw.
Feiten
- Partijen zijn gehuwd op [dag] 2012 in [plaats 1] .
- Zij zijn de ouders van de volgende minderjarige kinderen:
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedag 1] 2010 in [geboorteplaats] .
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedag 2] 2013 in [geboorteplaats] .
- De ouders oefenen het gezamenlijk gezag uit over de kinderen.
- Partijen zijn gehuwd onder huwelijkse voorwaarden, kort gezegd inhoudende dat zij elke gemeenschap van goederen uitsluiten met een finaal verrekenbeding.
Verzoek en verweer
- vaststelling van de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de man;
- vaststelling van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken over de kinderen, in die zin dat zij:
- vaststelling van kinderalimentatie door de vrouw aan de man te betalen van primair
- vaststelling van de verdeling van de huwelijksgemeenschap, conform het voorstel van de man;
- vaststelling van de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vrouw;
- vaststelling van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken over de kinderen, in die zin dat zij week om week bij de ene en de andere ouder verblijven met een wisseling op maandagmiddag uit school (15:00 uur) alsmede verdeling van de vakanties en feestdagen bij helfte;
- vaststelling van kinderalimentatie door de man aan de vrouw te betalen van € 344,- per maand per kind, bij vooruitbetaling te voldoen;
- vaststelling van door de man aan de vrouw te betalen partneralimentatie van € 861,- per maand, bij vooruitbetaling te voldoen;
- vaststelling van de verdeling van de huwelijksgemeenschap, conform het voorstel van de man;
Beoordeling
€ 66.000,- bruto in 2023, zoals blijkt uit de aangifte inkomstenbelasting 2023.
€ 4.587,- per jaar omdat de man zelf in zijn premies moet voorzien. De rechtbank zal geen rekening houden met de premie lijfrenten, nu deze kapitaalvorming een keuze van de man zelf is.
- de algemene heffingskorting;
- de arbeidskorting.
€ 4.572,- per maand.
€ 46.000,- bruto per jaar.
- de algemene heffingskorting;
- de arbeidskorting.
€ 2.931,- per maand.
- de algemene heffingskorting;
- de arbeidskorting.
€ 50.000,- bruto per jaar.
- de zelfstandigenaftrek;
- de MKB-winstvrijstelling;
- de algemene heffingskorting;
- de arbeidskorting;
- de inkomensafhankelijke combinatiekorting;
- het kindgebonden budget;
- de alleenstaande ouderkop.
€ 4.281,- per maand en de draagkracht van de vrouw op € 1.209,- per maand.
Bij echtscheiding of scheiding van tafel en bed wordt verrekend alsof tussen de echtgenoten een algehele gemeenschap van goederen heeft bestaan. Deze verrekening blijft achterwege als na de waardering van het bedrijf van een van de echtgenoten als hierna vermeld blijkt dat het bedrijf een negatieve waarde of nihilwaarde heeft.
- De waarde van dat wat door erfrecht of gift door de echtgenoten is verkregen met de vruchten daarvan. De aan deze verkrijging verbonden schulden blijven ook buiten de verrekening. De waarde van dat wat ervoor in de plaats is gekomen blijft ook buiten de verrekening voor zover niet verkregen door betaling met andere middelen.
- De waarde van de goederen en schulden die op grond van artikel 1:94 Burgerlijk Wetboek buiten de gemeenschap vallen. Dit geldt niet voor de waarde van oudedagsvoorzieningen, niet zijnde de pensioenrechten, zoals lijfrente en kapitaalverzekeringen, omdat deze door de echtgenoten niet als verknocht in de zin van artikel 1:94 Burgerlijk Wetboek worden aangemerkt voor deze verrekening.
- De waarde van de aan echtgenoot [de man] voornoemd toebehorende aandelen in het kapitaal van Cum Laude Holding B.V. statutair gevestigd in [plaats 2] , feitelijk adres [adres 2] , [postcode] [plaats 2] , ingeschreven in het handelsregister onder nummer [nummer 1] , welke waarde door de echtgenoten wordt vastgesteld op zevenhonderdvijftigduizend euro (€ 750.000,00) daarbij is uitgegaan van de intrinsieke waarde van eenhonderd-drieënnegentigduizend negenhonderd zesentachtig euro (€ 193.986,00) vermeerderd met een aan die aandelen verbonden good-will, met dien verstande echter dat bij de waardebepaling van de aandelen de waarde van de ten name van de vennootschap staande registergoederen buiten beschouwing is gebleven en daarbij mitsdien niet in aanmerking is genomen. Deze opgave geeft weer wat de waarde is van de aandelen bij het begin van het huwelijk.
- De aan echtgenoot [de man] toebehorende woning gaan de [adres 2] te [plaats 2] . Ook de bij het begin van het huwelijk op die woning bestaande hypothecaire geldlening blijf buiten de verrekening.
- Het spaartegoed van de echtgenote [de vrouw] ten tijde van het begin van het huwelijk, bedragende vijfentwintigduizendeuro (€ 25.000,00).
- Het spaartegoed alsmede de beleggingen van de echtgenoot [de man] ten tijde van het begin van het huwelijk, bedragende vijfentwintigduizend vijfhonderd euro (€ 25.500,00) respectievelijk tweeduizend euro (€ 2.000,00).
- betaalrekening [rekeningnummer 4] met saldo € 22.636,43 minus spaargeld [naam 3] van
- spaarrekening [rekeningnummer 5] met saldo € 1.976,99,
- spaarrekening [rekeningnummer 6] met saldo € 31.015,-
- beleggingsverzekering Aegon met saldo € 24.849,33 minus waarde latente belasting van 37%, bedraagt het resterende saldo €15.655,08
€ 60.419,47,- te verminderen met het spaartegoed van € 25.500,-. Dit leidt tot een totaal bedrag van € 34.919,47 dat aan de zijde van de man betrokken moet worden in de verrekening.
- de waarde van het appartement aan de [adres 1] in [plaats 2] , zoals te taxeren conform het spoorboekje in het dictum;
- ter zake van de banksaldi van de man: € 34.919,47;
- ter zake van de auto’s € 11.800,- (€ 4.050,- voor de Mazda en € 7.750,- voor de Volvo) te vermeerderen met de getaxeerde waarde van de Mustang;
- de aandelen in Cum Laude Holding B.V., zoals te taxeren conform het spoorboekje in het dictum, verminderd met € 750.000,-;
- de schuld van de man aan de aannemer ten belope van € 47.481,61,-
- de schuld van de man in rekening-courant aan Cum Laude Holding B.V. van € 41.107,-
- de waarde van tweede hypotheek op de [adres 2] in [plaats 2] (de delen met nummers [nummer 2] en [nummer 3] ) per peildatum.
Beslissing
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedag 1] 2010 in [geboorteplaats] ,
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedag 2] 2013 in [geboorteplaats] ,
- de vrouw stelt binnen één maand na de datum van de echtscheidingsbeschikking drie onafhankelijke makelaar-taxateurs voor die bereid en in staat zijn het appartement te taxeren, waaruit de man er vervolgens binnen één week één kiest.
- partijen verstrekken vervolgens binnen één week een gezamenlijke opdracht aan deze makelaar-taxateur tot taxatie van het appartement. Deze makelaar-taxateur zal de waarde vaststellen die in de verrekening dient te worden betrokken;
valuatorsvoorstelt, waaruit de vrouw er één kiest, welke deskundige een oordeel moet geven over de waardering van de aandelen per datum 1 december 2023 (conform hetgeen in de overwegingen ter zake aangegeven), vervolgens te verminderen met € 750.000,-;